LAMON op woensdag Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en vanaf 1 september bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. |
In de zaak rond de zogenaamde kasteelmoord berichtte de pers weer over allerhande incidenten. Het Laatste Nieuws kwam dinsdag woorden te kort voor de beslissing van de rechters om een zitting na een nieuwe vraag tot uitstel even te schorsen en dan met een tussenvonnis te melden dat er geen bijkomende getuigen worden gehoord, waarna de zitting voor die dag werd geheven. Voor de krant was dat het bewijs “dat de rechtbank gaat lopen” (waarbij een advocaat zou geciteerd zijn). Voor de journalist leek het op “een aftocht”, wat blijkbaar volgende – geef toe, vette – kop rechtvaardigt: “Proces kasteelmoord ontaardt (opnieuw) in chaos”. De pers heeft een belangrijke maatschappelijke rol, maar is het toch ook nog toegestaan even een vraagteken te plaatsen bij dergelijke sensatiezucht? Een proces is geen cabaretvoorstelling en van een journalist mag toch wel worden verwacht dat hij het verloop van een zitting juist kan inschatten en daar relevante commentaar op verstrekt.
Maar het proces kreeg ook belangstelling vanuit een andere hoek. De Kamer van Inbeschuldigingstelling van Gent heeft een VRT-journalist naar de correctionele rechtbank verwezen, omdat hij verdacht wordt van een misdrijf. Op 17 november 2016 zond Terzake een reportage over de kasteelmoord uit, waarbij opnames te horen waren van telefoongesprekken uit het gerechtelijk onderzoek. De journalist moet zich nu, zo lezen we in de pers, verantwoorden voor mededaderschap aan misbruik van inzagerecht van een gerechtelijk dossier. In een Belgabericht van een andere zorgvuldige journalist werd dit meteen: “Volgens een arrest van de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling is VRT-journalist Bart Aerts “mededader” van misbruik van inzagerecht in een geheim strafdossier”. Oeps, het zal wel juristerij zijn, maar beslist de KI nu plots ook al ten gronde?
Er valt dus wel wat te zeggen over de zorgvuldigheid in de berichtgeving. Maar hopelijk mag die journalist ook rekenen op zijn collega’s om het vermoeden van onschuld in ere te houden en natuurlijk heeft hij recht op een eerlijk proces dat niet op voorhand al in de media is gevoerd. Het valt verder te hopen dat er bekwame collega’s van hem de draagwijdte van die debatten in de rechtbank correct zullen weergeven en de pers zijn door het Hof van de rechten van de mens erkende rol van “waakhond van de democratie” waardig zal opnemen.
Intussen richtte Pol Deltour (“nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten”) in zijn gekende stijl zijn pijlen al op “magistraten, politiemensen en advocaten”. De verwijzing naar de correctionele rechtbank is een complot van al diegenen die het geheim van het strafonderzoek bepleiten, omdat “die vooral geen pottenkijkers willen” (ik verzin het niet, u kan zijn opiniestuk lezen op knack.be).
Daarmee is, eens te meer, het debat geopend over de verhouding tussen het geheim van het (straf)onderzoek, de vrijheid van de pers om over alles te berichten en het journalistiek bronnengeheim (en de mogelijkheid voor een journalist om straffeloos uit geheime en vertrouwelijke stukken te citeren). Voor Pol Deltour is een gerechtsverslaggeving die “enkel op officiële communicatie zou zijn aangewezen (…) er een om van te gruwen”. Toch is de openbaarheid van de zitting er precies om op ieder ogenblik justitie te kunnen controleren. Journalisten zouden daar al eens mee mogen beginnen in plaats van zich als Witte ridders in de plaats van justitie te willen stellen.
Een advocaat heeft een beroepsgeheim. Dat is een cruciaal punt in een rechtstaat en is er om de cliënt te beschermen. De inzage van een strafdossier in de fase van het geheim gerechtelijk onderzoek valt onder dat beroepsgeheim. Als hij dit schendt, riskeert hij gesanctioneerd te worden. En terecht.
De advocaat is niet de enige. Al wie met dat geheim onderzoek in contact komt heeft dezelfde plicht, omdat het vermoeden van onschuld speelt en iedereen recht heeft op een eerlijk proces en dit voor een onafhankelijke rechter die niet bij voorbaat al werd beïnvloed. Een politieman, magistraat of advocaat met slechte bedoelingen, die er belang bij heeft dat met een deel van het dossier het proces vertekend in de media wordt gevoerd moet dus in de ogen van de journalistenbond een journalist tippen. Die zou dan straffeloos zonder tegenspraak de publieke opinie mogen beïnvloeden (in het beste geval) of tegemoetkomen aan de sensatiezucht van de bevolking (helaas vaker de realiteit). Dat is inderdaad tot nader orde niet de visie van de meerderheid van de actoren van justitie. Het debat over de rol van de journalist, en of hij zich medeplichtig mag maken aan inbreuken op dat geheim van het onderzoek (en of dit dan niet proportioneel moet zijn tot voorgehouden ernstige aantastingen van een goede waarheidsvinding) is -om het in de termen van de journalisten zelf te zeggen- een relevant maatschappelijk debat. Het is echter aan de rechter om dat in een concreet geval af te wegen, na een debat in de rechtszaal.
Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en vanaf 1 september bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.
Lees hier alle artikels van ‘LAMON op woensdag’.
0 reacties