In 2016 gingen in België maar liefst 9.170 ondernemingen failliet.[1] Een faillissement heeft zeer verstrekkende gevolgen, dit o.a. op financieel vlak voor de gefailleerde. Een zelfstandige heeft immers geen recht op een werkloosheidsuitkering. Dit met uitzondering indien hij voor de start van zijn zelfstandige hoofdactiviteit loontrekkende was.
In 1996 werd de verzekering in geval van faillissement ten gunste van zelfstandigen in het leven geroepen (ook: overbruggingsrecht)[2] en zeer recent is het sociaal vangnet voor zelfstandigen uitgebreid. Zelfstandigen kunnen tijdelijk beroep doen op de sociale verzekering bij faillissement, maar sinds kort ook n.a.v. een stopzetting omwille van economische moeilijkheden.[3]
Het vangnet betreft evenwel slechts een tijdelijke bescherming (maximale periode van 12 maanden) en kan verschillende keren tijdens de beroepsloopbaan worden ingeroepen (zonder dat de totale duur ervan tijdens de gehele beroepsloopbaan meer mag bedragen dan twaalf maanden). Het betreft een overbruggingsuitkering.
Het bedrag dat effectief kan worden uitgekeerd hangt af van het feit of er al dan niet personen ten laste zijn (respectievelijk 1.489,64 € of 1.192,09 € per maand sinds juni 2017 geïndexeerd bedragen). Belangrijk is ook dat sociale bescherming voor gezinsbijslag en de ziekteverzekering voortduren zonder dat de sociale zekerheidsbijdragen moeten worden betaald. Er worden evenwel geen pensioenrechten opgebouwd en de overbruggingsuitkering geeft geen verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Volgende personen hebben recht op dergelijke uitkering:
- Gefailleerde zelfstandigen;
- Zaakvoerders, beheerders en werkende vennoten van een vennootschap in faling;
- Zelfstandigen met een collectieve schuldenregeling die werd bevestigd door de rechtbank;
- Zelfstandigen die gedwongen werden hun activiteiten stop te zetten omwille van een allergie, brand, vernieling door een derde of een natuurramp.
Om in aanmerking te komen voor deze uitkering moet men aan bepaalde voorwaarden voldoen:
- Minstens een jaar zelfstandige in hoofdberoep geweest zijn;
- Geen vervangings-of beroepsinkomsten verkrijgen;
- zijn/haar hoofdverblijfplaats in België hebben;
- niet strafrechtelijk veroordeeld zijn voor frauduleus faillissement.
De aanvraag tot het verkrijgen van de overbruggingsuitkering moet per aangetekend schrijven worden verstuurd naar het sociaal verzekeringsfonds en dit voor het einde van het 2de kwartaal dat volgt op het faillissementsvonnis of de stopzetting.
Nieuwsbericht door: Joost Peeters, Jolien Van den bossche
[1]http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/ondernemingen/faillissementen/jaarreeks/ (laatst geconsulteerd op 22.06.2017).
[2]Koninklijk Besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, BS 13 december 1996, 31161.
[3]Wet van 16 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake het sociaal statuur van zelfstandigen, BS 8 januari 2016, 450.
————————————————————————————————————————————————————
0 reacties