Er is commotie ontstaan door uitspraken van de nationale drugscommissaris over het omkeren van de bewijslast wanneer wordt vastgesteld dat jongeren met patserwagens rijden terwijl zij geen of amper officiële inkomsten zouden aangeven. Hoewel deze commotie terecht is, gezien het vragen doet rijzen over de bewijslast in strafzaken en het vermoeden van onschuld, moeten we toch eerlijk durven toegeven dat er weinig ‘nieuw’ is aan die denkpiste, aangezien artikel 505 van het Strafwetboek deze manier van werken al decennialang toelaat (waarbij nog abstractie wordt gemaakt van de mogelijkheden van de fiscus in zulke gevallen).
Laten we beginnen bij de theorie. Elke basiscursus straf(proces)recht zal bevestigen dat de bewijslast in strafzaken rust op de vervolgende partij. De beklaagde heeft daarentegen een zwijgrecht, mag zelfs liegen en geniet het vermoeden van onschuld waardoor twijfel steeds zal moeten resulteren in een vrijspraak.
Dat is theorie, maar wie al eens een beklaagde heeft bijgestaan in een strafdossier zal hebben ondervonden dat het vermoeden van onschuld eerder neerkomt op een vermoeden van schuld; niet in het minst in witwasdossiers door (zeer!) ruime witwasbepalingen en invulling in de Belgische rechtspraak (bevestigd door het EHRM).
Stel u volgend concreet geval voor: Een 18-jarige patser zonder officieel inkomen maakt een buurt onveilig met een wagen van aankoopwaarde 100.000 euro. Na klachten van de buurtbewoners start de politie onder leiding van een parketmagistraat een onderzoek. Fiscus, sociale administratie en DIV worden bevraagd. Wanneer hieruit blijkt dat die patser nooit heeft gewerkt maar wel over een luxevoertuig beschikt, is dat in principe genoeg stof om een witwasonderzoek te starten en de bankrekeningen en het luxevoertuig van de patser onder (bewarend) beslag te leggen in afwachting van de resultaten van het onderzoek. Wanneer die patser niet aannemelijk kan maken dat die wagen op legale wijze werd aangekocht riskeert hij effectief vervolgd te worden wegens witwas. Het is daarbij niet vereist dat politie en parket kunnen aantonen dat onze patser daadwerkelijk in eerste instantie criminele gelden heeft verzameld (en, zo ja, uit welke misdrijven) om dat luxevoertuig aan te kopen.
Is dat dan geen omkering van de bewijslast? Heerst hier het volle vermoeden van onschuld?
Het is de verdienste van de drugscommissaris dat ze een belangrijk debat opnieuw in de aandacht heeft gebracht, maar het gelanceerde idee is zeker geen nieuw idee dat enkel in het buitenland zou bestaan of mogelijk zou zijn. Er mag dan nog veel commotie en verontwaardiging over zijn, het is al een strafrechtelijke realiteit tot spijt van wie het benijdt.
Ruben Van Herpe
Waeterinckx Advocaten
0 reacties