Het nieuwe verbintenissenrecht geeft een wettelijke basis aan de precontractuele aansprakelijkheid. Het is dus van groot belang om de precontractuele fase niet lichtzinnig of roekeloos aan te vatten en de onderhandelingen naar het afsluiten van een contract toe zeer zorgzaam en te goeder trouw te voeren. Zoniet riskeert men buitencontractueel aansprakelijk gesteld te worden.
De vrijheid tot contracteren blijft verzekerd
Globaal genomen blijft de vrijheid tot contracteren behouden, zonder dat de keuze verantwoord moet worden (met uitzondering voor de gevallen die de wet bepaalt).
U bent dan ook nog steeds vrij om te contracteren met wie u wenst.
Ook de contractuele inhoud is vrij te bepalen in zoverre deze voldoet aan de wettelijke geldigheidsvereisten.
Tijdens de precontractuele fase blijven ook binnen het nieuwe verbintenissenrecht, de partijen vrij om onderhandelingen aan te vatten, te voeren en af te breken. Maar hierbij moet wel steeds te goeder trouw gehandeld worden.
Tot zover niets nieuws dus.
Goed om weten evenwel is dat het risico op precontractuele aansprakelijkheid begint te spelen vanaf het moment waarop u de contractuele besprekingen aanvat. Daar komen we later op terug.
Informatie verstrekken tijdens de precontractuele fase
In de precontractuele fase wordt verwacht dat partijen elkaar alle informatie verstrekken.
Hiermee wordt bedoeld zowel de informatie die zij wettelijk verplicht zijn om aan elkaar te geven, de informatie conform de goede trouw en de gebruiken en de informatie die zij elkaar moeten geven rekening houdend met de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract.
Alle informatie waarvan u vermoedt dat uw contractpartij ze nodig heeft, moet u aan die partij bezorgen. Dit is belangrijk want een schending van deze informatieplicht kan leiden tot de nietigheid van het contract of tot precontractuele aansprakelijkheid.
Precontractuele aansprakelijkheid nu wettelijk voorzien
Belangrijke nieuwigheid in het nieuwe verbintenissenrecht is dat er aan de precontractuele aansprakelijkheid een wettelijke basis is gegeven.
Wanneer de onderhandelingen foutief worden afgebroken, kan dit aanleiding geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid. De benadeelde persoon moet in dat geval teruggeplaatst worden in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er geen onderhandelingen hadden plaatsgevonden.
Dit kon binnen het oude verbintenissenrecht ook al worden gevorderd op basis van precedenten in de rechtspraak, maar nu is de sanctie voor precontractuele aansprakelijkheid ook wettelijk vastgelegd.
Zo is voortaan voorzien dat wanneer het rechtmatig vertrouwen is gewekt dat een contract zonder enige twijfel gesloten zal worden, de partij die de onderhandelingen beëindigt, aansprakelijk kan gehouden worden tot het herstel van het verlies van de verwachte netto-voordelen uit het niet gesloten contract.
Dit zijn belangrijke gevolgen want ook al komt het contract niet tot stand, u kan alsnog gehouden worden tot de verwachte netto-voordelen uit het contract waarover u aan het onderhandelen was.
Om aansprakelijkheid te voorkomen, kan het belangrijk zijn een precontractueel document (LOI) te ondertekenen waarin duidelijk wordt gemaakt dat onderhandelingen geen enkel resultaat garanderen en dat alle partijen weten dat niets gegarandeerd is totdat er uiteindelijk iets wordt ondertekend.
We geven u enkele toepassingen bekeken vanuit verschillende vakgebieden:
- Handels- en economisch recht
In het kader van het distributierecht, bestaat er een zeer specifieke verplichting om een precontractueel informatiedocument af te sluiten. Indien dat niet gebeurt, kunnen de gevolgen groot zijn, aangezien de nietigheid van de overeenkomst kan worden gevorderd, evenals bijkomende financiële aansprakelijkheid.
- Op vennootschapsrechtelijke vlak: precontractuele aansprakelijkheid in het kader van overnameovereenkomsten
In het vennootschapsrecht komt de precontractuele aansprakelijkheid ook ter sprake in het kader van overnameovereenkomsten, en meer in het bijzonder in het kader van de "voor-contracten" die voorafgaandelijk aan een overnameovereenkomst worden gesloten. Deze worden vaak door de partijen als niet-bindend beschouwd. Men denkt bijvoorbeeld aan de letter of intent (LOI), principeakkoorden, memorandum of understanding, etc. Met deze precontractuele documenten beoogt men om in grote lijnen, de afspraken vast te leggen die worden gemaakt in het kader van de transactie. Deze precontractuele afspraken worden dan later bevestigd/verfijnd in een definitieve overnameovereenkomst.
Als de partijen geen bindende kracht willen verlenen aan het voor-contract, moeten zij dit uitdrukkelijk vermelden in het voor-contract. Maar zelfs in een dergelijk geval, bestaat er in hoofde van de partijen de verplichting om te goeder trouw en op basis van de overeengekomen principes te onderhandelen. Dit impliceert dat de partijen moeten meewerken aan de onderhandelingen en dat zij de onderhandelingen niet zonder redelijke rechtvaardiging kunnen afbreken.
Wat als een "redelijke rechtvaardiging" kan worden beschouwd om onderhandelingen af te breken, is een subjectieve kwestie die aan rechtbanken moet worden voorgelegd. Maar daar waar vroeger het principe van precontractuele aansprakelijkheid zelf door de rechter moest worden bevestigd, wordt dit principe nu uitdrukkelijk in de wet verankerd.
Besluit
Wenst u geen precontractuele aansprakelijkheid te lopen, dan moet u ervoor zorgen dat u elke contractbespreking te goeder trouw aanvat en voert.
Ulrike Beuselinck, Steve Griess en Gloria Inès Delgado Villegas (Seeds of Law)
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties