Ze bestaan al meer dan vijftig jaar – althans op papier
Een boemeltrein voor de personen met een arbeidsbeperking
Toen ik bovenstaand artikel las, moest ik denken aan een wet die ik al tijdens mijn studies in het begin van de jaren zeventig heb horen vermelden als “dode letter”: de Reclasseringswet Mindervaliden, dagtekenend van 1963.
Quota
Die wet bestaat nog altijd. Hij verplicht “de particuliere ondernemingen en inzonderheid de nijverheids-, handels-, en landbouwondernemingen” een bepaald aantal “mindervaliden” tewerk te stellen (art. 21, § 1, 1°, Reclasseringswet Mindervaliden). (Zoals ook uit zijn opschrift blijkt, heeft de wet het over “minder-validen”, met een koppelteken dan nog, het krantenartikel over gehandicapten, terwijl nu in het sociaal recht meer wordt gesproken van “personen met een handicap”, in het gewone taalgebruik van “personen met een beperking”. In de context die hier aan de orde is, zou men het dan moeten hebben over een arbeidsbeperking. Het zijn inderdaad de personen “voor wie de mogelijkheden van tewerkstelling werkelijk beperkt zijn wegens een ontoereikendheid of een vermindering van hun lichamelijke geschiktheid met ten minste 30 t.h. of van hun geestelijke geschiktheid met ten minste 20 t.h.”, die luidens artikel 1 van de wet, “het voordeel van de bepalingen” daarvan, waaronder de tewerkstellingsverplichting, “genieten”.
Veel genot hebben de personen met een arbeidsbeperking van die wet echter nog niet gehad. Voor de particuliere sector is het immers een koninklijk besluit, genomen na advies van het bevoegd paritair comité en, voor de bedrijfstakken waarvoor geen paritair comité bestaat, na advies van de Nationale Arbeidsraad, dat voor iedere bedrijfstak het aantal personen met een arbeidsbeperking moet vaststellen die moeten tewerkgesteld worden. Daarbij moet worden rekening gehouden met de aard en het belang van de ondernemingen en met de “verschillende graden van blijvende arbeidsongeschiktheid” (art. 21, § 2, Reclasseringswet Mindervaliden).
Boetes
De boetes voor wie zonder geldige reden weigert het vereiste aantal arbeidsbeperkte personen tewerk te stellen, zijn er al (art. 31 Reclasseringswet Mindervaliden). Eveneens is al bepaald hoe een werkgever kennis krijgt van het aantal arbeidsgehandicapte werknemers hij moet tewerkstellen (art. 88 – 92 koninklijk besluit 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen – (zie meer bepaald de).
… maar enkel op papier
Maar hoewel de wet 60 en het koninklijk besluit 145 uitvoeringsbesluiten tellen, is er geen enkel dat in een bepaalde bedrijfstak een quotum oplegt. Met een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is dat te wijten aan de ontstentenis van adviezen van enig paritair comité. In de paritaire comités hebben zitting, …. de sociale partners.
Conclusie
De wet (van 1963) kijkt al meer dan een halve eeuw uit naar de sociale partners. Ik vind dat het initiatief van hen waarop de senatoren rekenen, er toch zou moeten zijn tegen Sint-juttemis. Dat is 17 augustus. Een jaartal vermeld ik er niet bij. De tijd van de sprint naar het eenheidsstatuut, die ruim twintig jaar duurde, kunnen zij toch niet meer evenaren. Maar ja, in Nederland is een sprinter wat wij een stoptrein noemen. Zelf vind ik dat boemeltrein beter klinkt.
0 reacties