Recht en moraal herbezocht cover
Recht en moraal herbezocht
  • Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Fleer op één. In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, verwoordt verbatim het recht van de filosoof. Deze maand over recht en moraal.

Recht en moraal herbezocht


Bij de scheiding van recht en moraal heeft het rechtspositivisme, hoe begrijpelijk zijn streven naar een pure rechtstheorie ook moge wezen, het kind met het badwater weggeworpen. Dat men een einde wou aan de oeverloze debatten omtrent de juiste morele verwijzing voor deze of gene rechtsnorm, alsook aan de eeuwige inmenging van religieuze en andere ethici in rechtsaangelegenheden, mag zelfs heden ten dage nog onderschreven worden. Dat de rechtspositivisten echter in hun haast ook de affectieve effecten van morele overtuigingen over het hoofd zagen, is dan weer minder verdedigbaar, al bleven de nadelige gevolgen van deze omissie, voorzeker in een stabiele en vrij uniforme samenleving, aanvankelijk beperkt.

De wijze waarop morele en andere overtuigingen de mens raken en beïnvloeden, is voor de juridische effectiviteit echter te zeer doorslaggevend, om de studie ervan buiten de rechtswetenschap te houden. Affectieve effecten van afwijkende overtuigingen bepalen dermate de werking van het recht en de navolging van normen, dat een rechtsdenken zonder affectief inzicht node strandt, zoals Georg Henrik von Wright reeds aangaf, toen hij Kelsens zuivere rechtswetenschap als steriel en onvruchtbaar omschreef.[1] Dit aeffectief inzicht betreft de invloed van morele en andere overtuigingen op het menselijk gedrag, meer bepaald inzake normnaleving en regelopvolging. De afwijzing van externe motieven door het rechtspositivisme en de uitzuivering van morele gronden door de pure rechtstheorie hebben er eveneens toe geleid dat het inzicht in de affectieve inwerking van overtuigingen, met name op individueel vlak en met betrekking tot hun impact op de juridische effectiviteit, drastisch verminderde, naargelang meer aandacht werd besteed aan de interne structuur van het recht.

Moraal van recht scheiden mag dan wel op zich als lovenswaardige queeste nagestreefd worden, de verwerping of negatie van de aan morele en andere overtuigingen verbonden gedragsinvloeden staat haaks op een rechtsfilosofie

Nu vastgesteld wordt dat een statische rationalisering van deze interne structuur niet van aard is om de werking van het recht in een door differentie bewogen werkelijkheid te bewerkstelligen, dient meteen onderzocht te worden hoe affectieve invloeden van overtuigingen en denkkaders in het recht een cruciale rol (blijven) spelen. Moraal van recht scheiden mag dan wel op zich als lovenswaardige queeste nagestreefd worden, de verwerping of negatie van de aan morele en andere overtuigingen verbonden gedragsinvloeden staat haaks op een rechtsfilosofie, die de actuele realiteit wenst bij te benen. Hier wordt dus geenszins gepleit voor de herinvoering van een in moraliteit badend natuurrecht, wél voor het incorporeren van een aeffectief rechtsdenken, dat de jurist moet toelaten de beweegredenen van normafwijkend gedrag aan de hand van achterliggende affectoren te onderkennen en bij te sturen.

Het blijft evenwel aandoenlijk te zien hoe hedendaagse rechtstheoretici en -filosofen alsnog pogingen ondernemen om op inhoudelijk vlak gedeelde waarden te erkennen. Naast Martha C. Nussbaum[2] heeft ook Ronald Dworkin[3] zich over dit vraagstuk gebogen. Zijn twee basiswaarden, die hij gebundeld als menselijke waardigheid poneerde, met name de intrinsieke waarde van elk mensenleven en de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het volbrengen ervan, worden volgens hem door eenieder gedeeld. Enkel de interpretatie van deze waarden verschilt. Het hoeft ook hier geen betoog dat net in die interpretatieve differentie alle afwijkende overtuigingen, alle positiebepalende affectoren dynamisch besloten liggen. Of men nu de waarde zelf aanvecht, dan wel de vigerende interpretatie, enkel een affectorenanalyse van afwijkende casusposities zal de jurist toegang verlenen tot de beweegredenen van normvervaging en burgerlijke ongehoorzaamheid.

Casuïstiek en casusgedrevenheid zijn hierbij overigens zeer verschillende begrippen. Waar casuïstiek in de rechtsgeschiedenis veeleer herinnert aan mogelijke beginsel- en normdegeneratie door de uitzonderingsstatus van de casus, benadrukt casusgedrevenheid dat juridische effectiviteit in en door de casus tot stand komt. Zelfs al worden normen structureel getoetst en bijgestuurd, toch is het de casus die, telkens nieuw en telkens opnieuw, de norm realiseert. Niet als uiting van toepassingsdenken, maar als verwerkelijking van de norm zelf, die zich normeert in de casus zoals de rechtsregel in het geval tot regeling komt. Casus en geval zijn vindplaatsen van recht; norm en regel slechts modaliteiten voor juridisch handelen.

Frank Fleerackers


Voetnoten

[1] WRIGHT, G.H. von, “Is and Ought”, in: BULYGIN, E., Man, Law and Modern Forms of Life, Kluwer, Dordrecht, 1985, p. 263. Georg Henrik von Wright was Wittgensteins opvolger aan de universiteit van Cambridge.

[2] NUSSBAUM, M., Frontiers of Justice. Disability, Nationality, Species Membership, Belknap Press of Harvard, Cambridge, 2006, vert.: Grensgebieden van het Recht. Zoektocht naar verbreding van sociale rechtvaardigheid, Ambo/Anthos, Amsterdam, 2006

[3] DWORKIN, R., Is Democracy Possible Here? Principles for a New Political Debate, Princeton University Press, 2006, p. 9-21. Ronald Dworkin poogde vooral een gemeenschappelijke basis (common ground) voor communicatie te realiseren, die de samenleving zou toelaten onderling van mening of interpretatie te verschillen, evenwel verbonden door die gemeenschapsgronding.

  • Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.