Recht en werkelijkheid cover

1 nov 2023 | Column

Recht en werkelijkheid
  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Fleer op één. In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, verwoordt verbatim het recht van de filosoof. Deze maand over de verhouding tussen recht en werkelijkheid.

Recht en werkelijkheid


Elke jurist is zich ondertussen wel bewust van het schisma tussen realiteit en recht, en van de noodzaak om de juridische effectiviteit te toetsen via sociaal-empirisch onderzoek. De erfenis van het juridisch realisme of legal realism, gekoppeld aan een filosofisch pragmatisme, blijft groot (FRANK, J., Law and the Modern Mind, Brentano, New York, 1930).

Recht wordt geenszins nog als een op zich staande, formele discipline aanzien: de relatie tussen het recht en de samenleving, alsook tussen de juridische wereld en de wereld van de polis, wordt steeds breder bestudeerd

Recht wordt geenszins nog als een op zich staande, formele discipline aanzien: de relatie tussen het recht en de samenleving, alsook tussen de juridische wereld en de wereld van de polis, wordt steeds breder bestudeerd. Rechtssociologische en rechtspolitieke inzichten hebben juristen sinds het midden van de vorige eeuw gevormd en de laatste belangrijke beweging in de rechtstheorie, de Critical Legal Studies Movement, kan begrepen worden als kruising tussen progressief juridisch realisme en politiek-pragmatisch postmodernisme (KENNEDY, D., Legal Education and the Reproduction of Hierarchy: A Polemic against the System, New York University Press, New York, 2004). De hernieuwde toenadering tussen rechtstheorie en politieke filosofie is echter in volle ontwikkeling, na een halve eeuw steriel rechtspositivisme.

Het rechtspositivisme, en vooral de hypothese dat het recht zich als nagenoeg zelfstandige wetenschap zou ontwikkelen, heeft in het zicht van de multi-morele en multi-individuele samenleving het pleit verloren

Duidelijk volstaat het niet meer te stellen dat recht en politiek, of zelfs moraal, in elkaars verlengde liggen, om zich vervolgens in hoofdzaak over het recht en zijn structuren te buigen en de politieke of morele aspecten als afscheidbaar en reduceerbaar terzijde te schuiven. Sinds eind de jaren ’80, mede in het zog van de CLSM maar tevens in het verlengde van geopolitieke kwesties inzake democratie en vrijheid, werd de political turn van de rechtstheorie en -filosofie sterker en breder. Het rechtspositivisme, en vooral de hypothese dat het recht zich als nagenoeg zelfstandige wetenschap zou ontwikkelen, heeft in het zicht van de multi-morele en multi-individuele samenleving het pleit verloren. Een wederom openlijk politiek bedreven rechtstheorie volgt sedertdien de wanhopige pogingen van het politieke denken om een antwoord te bieden aan 9/11 en ’s werelds terrorisme.

Zo stelt Dworkin zonder meer dat recht gerust als onderdeel van moraal mag begrepen worden: “We might treat law not as separate from but as a department of morality. We understand political theory that way: as part of morality more generally understood but distinguished, with its own distinct substance, because applicable to distinct institutional structures. We might treat legal theory as a special part of political morality distinguished by a further refinement of institutional structures.” (DWORKIN, R., Justice in Robes, Belknap Press of Harvard University Press, Cambridge, 2006, p. 34-35)

Het werk van Ronald Dworkin is boeiend, omdat hij poogt de tegenzijden van het politieke spectrum voor een gezamenlijk project te interesseren. Hij herleidt discussies over euthanasie en abortus tot onenigheden over de interpretatie van gedeelde waarden of principes, en dus niet zozeer over de waarden zelf. Om die reden worden volgens Dworkin interactie en zelfs communicatie mogelijk, vermits in dezen over dezélfde waarden wordt geargumenteerd, en men min of meer samen kan zoeken naar de beste weg of de beste interpretatie om die waarden te bewerkstelligen (DWORKIN, R., Is Democracy Possible Here? Principles for a New Political Debate, Princeton University Press, 2006).

Zijn grondvisie is daarenboven dat mensen hun eigen overtuigingen als interpretaties van gedeelde principes of waarden kunnen en moeten verdedigen

Doch Dworkin beseft dat het wezen van de realiteit, van de feiten, zich pas in de casus verwerkelijkt en dat hij de haalbaarheid van zijn axioma geval per geval dient aan te tonen. Dat poogt hij ook. Zijn aanpak is casuïstisch en alzo slaagt hij erin, casus per casus, juridische thema’s om te zetten in politieke vraagstukken en vice versa. Zijn grondvisie is daarenboven dat mensen hun eigen overtuigingen als interpretaties van gedeelde principes of waarden kunnen en moeten verdedigen. Twee doorslaggevende principes primeren dan voor Dworkin: de intrinsieke waarde van elk mensenleven en de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het volbrengen ervan. Allebei zijn ze cruciale principes van menselijke waardigheid en weerspiegelen ze zelfs beide grondwaarden van de westerse politieke filosofie: gelijkheid en vrijheid. Dworkin biedt in die zin een boud paradigma voor de hedendaagse rechtstheorie, en een model van de gewijzigde omgang tussen recht, politiek, moraal en werkelijkheid. Vooral de verhouding tussen recht en realiteit, tussen recht en feit, onderging aan het eind van de voorbije eeuw een gedaantewisseling, met een centrale rol voor de casus, voor het geval, als atoom van de feitelijke werkelijkheid. Hoewel Dworkin de casus nog in een stramien van toepassingsdenken hanteerde, waarbij een axioma of principe geval per geval wordt toegepast, is de herrijzenis van de casus een feit. De casus is een feit. Of, om het met Ludwig Wittgenstein te zeggen: het feit is het geval.

Frank Fleerackers

Lees hier meer reflecties van professor Fleerackers

  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.