‘Rechte(n)Pad’: drie advocaat-stagiairs aan het woord over hun vak en passies cover

2 sep 2024 | Employment & Benefits

‘Rechte(n)Pad’: drie advocaat-stagiairs aan het woord over hun vak en passies

Recente vacatures

Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Hoe ziet het pad van een jonge jurist eruit, die de theorieën van de klaslokalen omzet in praktische vaardigheden, in de dynamische en soms veeleisende omgeving van een advocatenkantoor?

Drie jonge enthousiastelingen, verbonden aan drie verschillende Vlaamse balies, bieden een uniek inzicht in de dagelijkse uitdagingen, leermomenten en onmisbare ervaringen die vorm geven aan de volgende generatie juridische professionals. Aan het woord bij Arne Van Duppen zijn advocaat-stagiairs Evelyne Van Osta (Cambrian, balie Antwerpen), Loes Roels (Pollex Advocaten, balie West-Vlaanderen) en Mathias Morissens (Altius Advocaten, balie Brussel).

Dit interview maakt deel uit van de reeks ‘Rechte(n)Pad’, waarin Jubel maandelijks in gesprek gaat met juristen over de uitdagingen, ervaringen en kansen van het juridisch beroep in de brede zin van het woord. Daarbij komen een veelheid aan anciënniteitsniveaus en carrièrepaden aan bod.


We beginnen bij het begin: wat heeft jullie ervan overtuigd om voor de studie rechten te kiezen? Wat waren jullie drijfveren? En vanwaar de stap richting advocatuur?

Mathias: “In de middelbare school behaalde ik best goede punten. Mijn familie had me dan ook gezegd: ‘Laten we voor jou een richting zoeken aan de universiteit'. Ik was enorm geïnteresseerd in politiek, nog steeds. Ik was ook aangesloten bij een politieke vereniging voor jongeren. Ik wist ook dat heel veel politici rechten hadden gestudeerd.

Zo ben ik terechtgekomen op de Universiteit van Antwerpen, waar ik mijn bachelor en master behaalde. Nadien ben ik nog een jaartje in Parijs gaan studeren aan de Sorbonne. En daarna was het voor mij vanzelfsprekend om de advocatuur in te gaan. Je kan met de studie rechten veel kanten uit, maar na de zomerstages die ik deed, kwam ik te weten dat dat advocatuur echt iets voor mij was. De rush, de adrenaline die ik toen al zag bij de mensen op kantoor: dat was iets voor mij.”

Loes: “Ik behaalde mijn master in de rechten aan de Universiteit Gent. Net zoals Mathias had ik als kind aanvankelijk ook politieke ambities. Wanneer iemand mij vroeg wat ik later zou willen worden, dan was mijn antwoord steevast: ‘Eerste Minister’. Vandaag is dit absoluut mijn ambitie niet meer. (lacht)

Er zijn meerdere redenen waarom ik voor een carrière in de juridische sector heb gekozen. Ik wist meteen: als ik aan de studie rechten begin, dan is het wel om advocaat te worden. Enerzijds toch omwille van de intellectuele uitdaging, want ons rechtssysteem zit nu eenmaal complex in elkaar. Ik vind het persoonlijk ook heel leuk om te gaan pleiten en daarbij creatief na te denken over welke argumenten je kan ontwikkelen in je pleidooi. Dat is iets dat voor mij enorm stimulerend werkt.

Maar naast de intellectuele uitdaging zijn de maatschappelijke impact die je kan hebben en de persoonlijke voldoening die je uit de job haalt voor mij minstens even belangrijk. Van kleins af aan had ik al een heel groot rechtvaardigheidsgevoel. Ik kon eigenlijk als kind al niet tegen onrecht. Ik geloof sterk in de principes dat iedereen het recht heeft op een eerlijk proces en het recht op verdediging, ongeacht je achtergrond en ongeacht de omstandigheden van de zaak. Ik ben er dan ook van overtuigd dat je als advocaat toch ergens een verschil kan maken. Zo sta je als advocaat niet enkel in voor het behartigen van juridische belangen, maar fungeer je ook als vertrouwenspersoon voor mensen die het op dat moment vaak heel moeilijk hebben.”

Evelyne: “Ik heb nooit een andere studie dan rechten overwogen. Dat is ingegeven door het feit dat er in mijn directe omgeving ook wel een heel aantal mensen rechten hebben gestudeerd. Ik had me vooraf goed bij hen geïnformeerd over de meerwaarde daarvan, ook in het dagelijkse leven. Je kunt er ook alle richtingen mee uit gaan, advocatuur, het bedrijfsleven, of elders.

Aan het einde van mijn opleiding heb ik zomerstage gedaan bij Cambrian, waar ik terecht kwam in het vennootschapsteam. Toen bleek de advocatuur plots een nog interessantere piste dan ik dacht. Bij dit kantoor leerde ik namelijk dat de advocatuur ook kan bestaan uit puur transactioneel werk.”

Jullie zijn alle drie advocaat-stagiairs, maar bewandelen duidelijk verschillende paden. Hoe ziet een doorsnee werkweek er voor jullie uit?

Loes: “Ik denk dat er voor mij niet echt zoiets als een typische werkdag bestaat. Ik werk op een generalistisch advocatenkantoor, waar alle rechtstakken worden behandeld. Maar het strafrecht is mijn grote passie, waardoor de strafdossiers op kantoor vaak mijn richting uit komen. Strafrecht is nu eenmaal onvoorspelbaar. Dat zorgt ervoor dat ik onverwacht kan opgeroepen worden voor verhoren bij de politie, voor voorleidingen bij de onderzoeksrechter, enzovoort.

Verder ga ik ’s ochtends vaak naar de rechtbank, of dat nu in Brugge, Gent, Kortrijk, Antwerpen of Brussel is. Bovendien komen alle soorten rechtbanken daarbij aan bod: familierechtbank, correctionele rechtbank, maar bijvoorbeeld ook vredegerechten en dergelijke.

In de namiddag verwerk ik dan vaak de prestaties van die ochtend. De administratie, het beantwoorden van mails, het juridisch werk ten gronde, conclusies schrijven, dagvaardingen, ingebrekestellingen, en dergelijke meer.

Verder trek ik ook vaak naar de gevangenis voor cliëntenbezoeken. En tussendoor zijn er natuurlijk de consultaties op kantoor, om cliënten te adviseren of om een zaak voor te bereiden. Geen enkele werkdag is precies hetzelfde. Je moet vaak snel schakelen, maar dat houdt je ook scherp en gemotiveerd.”

Evelyne: “Ik vind het ook wel interessant om te horen dat Loes en ik allebei rechten gestudeerd hebben, maar een zeer verschillende invulling van onze dag hebben. Loes zit vaak op de rechtbank. Bij mij is dat net het tegenovergestelde, omdat we een ander type advocaat zijn.

Mijn dagindeling hangt af van de verschillende transacties die op dat moment lopen. In redelijk wat van mijn dossiers begeleiden we founder in het beginfase van de vennootschap – wanneer ze nood hebben aan (een) externe investeerder(s) om verder te kunnen groeien. We begeleiden de cliënt daar zo goed als als mogelijk in, gaande van de term sheet-fase naar closing.

Mijn job is iets meer kantoorgebonden. Ik hoef niet zoveel verplaatsingen te doen dan iemand die dagelijks naar de rechtbank moet. Wat ik er vooral leuk aan vind, is dat ik rechtstreeks kan samenwerken met belangrijke partners hier op kantoor. Ik heb het gevoel dat ik volledig losgelaten kan worden op een dossier en er mijn tanden in kan zetten. Ik krijg begeleiding waar nodig, maar ik beschik over een hoge mate van autonomie. Het is leuk om dat vertrouwen te krijgen.”

Mathias: “Bij mij is het takenpakket ook eerder ruim te noemen. ’s Ochtends start ik vaak met het versturen van mails naar cliënten. Vaak ontaardt dat al snel in opzoekwerk in handboeken, rechtspraak, rechtsleer, enzovoort. Het gaat dan vaak over complexe juridische problemen waar cliënten mee kampen.

Nadien bespreken we die casussen vaak met collega's of partners in het kantoor. Ik schrijf vervolgens ook die bevindingen uit in een memo, die we dan aan cliënten verzenden. Verder schrijf ik ook documenten uit voor de rechtbank. Dagvaardingen, conclusies, dat soort zaken. Dus dat schrijf ik ook. En uiteraard zijn er ook de calls met cliënten.”

Hoe blijven jullie als jongelingen op de hoogte van nieuwigheden binnen de rechtsleer? Hoe volgen jullie de recente ontwikkelingen en evoluties op?

Evelyne: “Dat is een beetje tweeledig. Op kantoor hebben we maandelijks opleidingsmomenten. Bij de start van het nieuwe gerechtelijk jaar worden er ook steeds een aantal crashcourses gegeven. Op die manier krijgen we op regelmatige basis “les” op kantoor. Die lessen zijn zeer relevant, en beslaan de meest recente ontwikkelingen van het recht. Vooral dan op contractueel vlak natuurlijk.

Anderzijds blijf ik zelf ook steeds op zoek gaan naar ontwikkelen, via legal blogs of andere artikelen bijvoorbeeld. Ik houd wel een heel aantal websites in de gaten.”

Mathias: “Ik merk best wat gelijkenissen met Evelyne. Ook wij hebben zo op kantoor een maandelijkse celmeeting. De verwachting daar is wel dat iedereen bepaalde juridische tijdschriften opvolgt. Je komt daar dan ook veel te weten van collega’s wat betreft de voornaamste ontwikkelingen in een bepaald rechtsgebied. Zo heb ik bijvoorbeeld een tijdschrift dat ik opvolg op gebied van verzekeringsrecht.

Maar ook wanneer je cliënten adviseert, probeer je vooraf altijd de meest recente wetgeving te raadplegen. Persoonlijk volg ik ook een aantal vooraanstaande auteurs op LinkedIn, die toch ook al heel wat posten omtrent nieuwe wetgeving is. En Jura, natuurlijk. Daar krijg je op de voorpagina ook heel wat recente wetgeving te zien.”

Loes: “Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om opleidingen en cursussen te blijven volgen. Als advocaat is het verplicht om 20 punten permanente vorming per jaar te behalen. Aan elke permanente vorming wordt er dan een bepaald aantal punten toegekend. Al is deze verplichting recent weggevallen voor advocaat-stagiairs , toch vind ik het van belang om je ook als stagiair tijdens de stagejaren bij te scholen.

Daarnaast ben ik ook lid van de Conferentie van de Jonge Balie in Brugge. De ervaringen die je daar uitwisselt en het netwerk dat je er opbouwt, daar leer je enorm veel uit.

Bovenal is het ‘gewoon doen’ en zelf ondervinden volgens mij zeer belangrijk. Als je van de schoolbanken komt, is alles nog zo nieuw, en de theorie ligt vaak zeer ver van de praktijk. De eerste keren op de rechtbank zijn spannend, maar je leert uit die eerste ervaringen en uit je fouten. Dat heeft veel waarde. Het is een leerproces waarin je voortdurend groeit en jezelf verbetert.

En voor het overige: vonnissen die je binnenkrijgt, of conclusies van andere advocaten en overige interessante rechtspraak of rechtsleer die daarin verwerkt worden, die hou ik vaak bij in een mapje. Zo schaaf je je kennis ook steeds bij.”

De advocatuur wordt gekenmerkt door lange werkdagen en behoorlijk wat stress. Hoe trachten jullie de work-life balance op orde te houden?

Mathias: “Ik merk wel een verschil op tussen de oudere en de jongere generatie. De jongere generatie werkt bijvoorbeeld vaker van thuis uit, terwijl de oudere generatie vaker op kantoor vertoeft. Dat thuiswerk is wat mij betreft een eerste factor die je helpt om die balans in de gaten te houden.

De ene partner is natuurlijk al wat veel veeleisender dan de andere. Maar ik merk dat ik er persoonlijk – misschien anders dan sommige generatiegenoten – weinig moeite mee heb om ’s avonds nog wat door te werken. Ik vind, net omdat ik jong ben, ik dat momentum wel kan benutten. Ik hou wel van de adrenaline die me dat geeft. Mogelijk verandert dat nog als ik wat ouder ben en een gezin sticht, maar op dit moment bevalt me dat wel. De ene periode is al wat drukker dan de andere natuurlijk. Verder merk ik dat sport een heel belangrijke factor voor me is om de boel even wat los te gooien.”

Evelyne: “De advocatuur is een veeleisende job. Ik denk dat we daar niks nieuws mee zeggen. Maar ik ben aangesloten bij een relatief jong kantoor, en ik merk dat er een toegenomen focus is om die balans tussen werk en leven te beschermen. Het zijn inderdaad soms lange dagen, maar ik heb heel sterk het gevoel dat daar wel over gewaakt wordt bij ons op kantoor. Ik denk dat daar de laatste jaren wel serieuze stappen zijn ondernomen.

Bovendien kan je ook flexibel zijn: je werk moet gedaan zijn, maar je beschikt wel over de autonomie om dat zelf in te plannen. Je kan ook altijd even op adem komen door ’s middags met vrienden of familie te gaan lunchen. In het vennootschapsrecht zijn de typische drukke maanden juli en december, maar nadien volgt er dan een iets rustigere periode.”

Loes: “Het is inderdaad een veeleisende job, en de drukte kent zijn momenten. Ik werk zelf op een kantoor waarbij heel wat jonge mensen zijn aangesloten, zo ook beide vennoten. Dat zorgt ervoor dat we toch een beetje in diezelfde leefwereld zitten en er over die balans gewaakt wordt.

Ik denk dat het als advocaat niet altijd makkelijk is om dat evenwicht te vinden. Zelf ben ik iemand die zich bepaalde zaken heel hard kan aantrekken en dat ligt mij dan ook nauw aan het hart. Het lukt dan niet altijd even goed om je werk achter te laten als je de kantoordeur achter je dichttrekt.

Maar ik probeer dat toch wat kwijt te kunnen in ontspanning. Niet enkel na de uren, maar ook doorheen de werkdag. Een keer een koffie op de rechtbank met een confrater, gaan lunchen met mijn vrienden. Dat zijn waardevolle momenten die ik koester en die de productiviteit naderhand uiteindelijk verhogen. Ik ben afgelopen jaar ook beginnen drummen (lacht), en ik merk dat ik daar de batterijen goed mee kan opladen. ”

Tot slot zouden we jullie graag nog om een mijmering vragen. Met jullie prille carrière in het achterhoofd: welke raad zou je de mensen die in september de eed afleggen nu al willen meegeven?

Mathias: “Een heel voornaam advies: wees niet te streng voor jezelf. Je bent een starter, je krijgt veel nieuwe informatie te verwerken. Probeer leergierig te zijn. Schaar je rond mensen met ervaring en probeer er dingen van op te steken. Schrijf dingen op, en probeer telkens beter te worden. Dat doe ik nu al de voorbije maanden en dat helpt wel.”

Evelyne: “Ik sluit me daar zeker bij aan. Zorg dat je een kantoor vinden waar je, op z’n minst bij een aantal mensen, terecht kan met je vragen. Voor technische dossierkennis, maar ook voor andere bezorgdheden. Het maakt daarbij niet uit of het nu om junior- of seniorprofielen gaat. Zo krijg je het gevoel dat je er niet alleen voor staat.

En verder, zorg ervoor dat je ook naast het werk een uitlaatklep hebt. Een hobby, een passie, een sport. Die ontspanning heb je nodig om op tijd en stond je hoofd leeg te maken.”

Loes: “Ik kan me vinden in wat Mathias en Evelyne zeggen. Kantoorkeuze is volgens mij zeer belangrijk, maar je steekt ook veel op van andere mensen die je pad kruisen. Zorg ervoor dat je een stabiel netwerk opbouwt. De activiteiten van de jonge balie helpen daar zeker ook bij. Zo leer je heel wat andere stagiairs kennen.

Het allerbelangrijkste is misschien: als je dit beroep uitoefent, doe het dan met een passie. Ik wil mijn boterham kunnen verdienen met deze job, maar ik wil als advocaat mezelf ook in de spiegel kunnen aankijken en weten: ik heb vandaag alles uit de zaak gehaald wat ik er kon uit halen voor mijn cliënt. Dat is een evenwicht dat ik nooit uit het oog wil verliezen.”

Interview: Arne Van Duppen (communicatieverantwoordelijke Jubel)

Dit interview verscheen eerder ook in de allereerste uitgave van het papieren Jubel Magazine.

Recente vacatures

Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.