Les juges obligent les gouvernements et les entreprises à mettre en œuvre des politiques climatiques appropriées

28 sep 2021 | Civil Law & Litigation

Rechters dwingen overheden en bedrijven tot het voeren van een passend klimaatbeleid

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 28/09/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Zowel in België als bij onze noorderburen zijn onlangs enkele ophefmakende klimaatzaken beslecht. Zo werd het Brits-Nederlandse Shell door een Nederlandse rechter[1] verplicht om tegen 2030 zijn CO² uitstoot met 45% terug te brengen ten opzichte van 2019. Bij ons trok Vzw Klimaatzaak aan het langste eind in haar strijd voor een beter klimaat.

Milieudefensie v. Royal Dutch Shell Plc

De rechter in Den Haag verplicht Shell om het Klimaatakkoord van Parijs na te leven. Hoewel het bedrijf geen deel van dat akkoord is, argumenteert de rechter dat het klimaatonvriendelijke beleid van Shell een goede uitwerking van het Klimaatakkoord in de weg staat.

De vraag is welke impact deze uitspraak zal hebben in de toekomst. Het zet in ieder geval de deur open naar mogelijke nieuwe veroordelingen voor grote bedrijven die te laks reageren op de klimaatopwarming, nu in het vonnis staat te lezen dat ook andere bedrijven hun CO²-uitstoot zullen moeten terugdringen. Ook werd oliegigant ExxonMobil onlangs nog op de vingers getikt en gedwongen een groenere koers uit te varen. Engine No.1, een activistische aandeelhouder van ExxonMobil met amper 0,02% van de aandelen, wist de algemene vergadering te overtuigen om twee bestuurders te laten afzetten die het niet zo nauw zouden nemen met de dreiging van de klimaatverandering. Zij werden vervangen door twee eigen kandidaten die een duidelijke focus op duurzaamheid en innovatie willen koppelen aan financieel rendement[2].

Het moge duidelijk zijn dat justitie de noodkreet tot actie heeft gehoord om de klimaatverandering tegen te gaan. Om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, moeten bedrijven als Shell hun verantwoordelijkheid opnemen en zelf inspanningen leveren. Er wordt van hen verwacht hun uiterste best te doen om groenere alternatieven aan te bieden voor zowel toeleveranciers als consumenten. Volgens de rechter brengt Shell mensenlevens in gevaar door niets te ondernemen tegen de gevaarlijke klimaatopwarming.

Als rechtsgrondslag hanteert de Nederlandse rechtbank letterlijk het begrip “onrechtmatige gevaarzetting”. Het concept van “onrechtmatige gevaarzetting” gaat terug naar een arrest over een openstaand keldergat van een café in Amsterdam. De Nederlandse Hoge Raad oordeelde toen dat de leverancier door het keldergat te laten openstaan, had moeten weten dat dit een gevaarlijke situatie met zich meebracht. Hij had maatregelen moeten nemen om de “gevaarzetting” te vermijden en moest daarom de letselschade betalen die de klant van het café opliep toen hij in het kelderluik viel[3].

Het kelderluik-arrest kreeg in 2004 navolging van het Jetblast-arrest[4]. Een klassiek arrest van de Nederlandse Hoge Raad over gevaarzetting en de waarschuwingsplicht. Een toeriste stond op de openbare weg achter een afscheidingshek te kijken naar het opstijgen van een vliegtuig. Op het hek was een bord geplaatst met een waarschuwingstekst dat vermelde dat bij het opstijgen van laagvliegende vliegtuigen een stevige luchtstroom zou kunnen ontstaan dat letselschade kan veroorzaken. De Hoge Raad kwam tot de conclusie dat een waarschuwing pas voldoende is als het publiek op de hoogte is van het gevaar en de waarschuwing leidt tot handelen of nalaten waardoor het gevaar wordt voorkomen. Het Jetblast arrest is met name van belang bij de beantwoording van de vraag of voldoende is gewaarschuwd voor een gevaarlijke situatie en wordt in de Nederlandse rechtspraktijk regelmatig toegepast in het kader van arbeidsongevallen.

Er kunnen wel enigszins vraagtekens geplaatst worden bij het gebruik van het begrip “onrechtmatige gevaarzetting” in het kader van klimaatzaken. Vanaf wanneer kan iets als gevaarlijk gekwalificeerd worden en vanaf wanneer worden er onvoldoende maatregelen genomen? Is het wel wenselijk om dergelijk vaag concept toe te passen in klimaatzaken? Op die manier zou men de facto elke onderneming voor de rechter kunnen slepen want de vraag of al dan niet voldoende maatregelen werden genomen tegen de klimaatopwarming betreft een feitenkwestie.

Vzw Klimaatzaak v. Belgische Staat, Waalse Gewest, Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ook bij ons is onlangs het doek gevallen over één van de meest spraakmakende klimaatzaken in de geschiedenis van België[5]. De rechtbank van eerste aanleg van Brussel heeft de Belgische overheden[6]collectief veroordeeld voor hun nalatige klimaatbeleid. Een unicum want het is de eerste keer dat een rechter in ons land vier regeringen veroordeelt omdat ze een nalatig klimaatbeleid voeren. In de context waarin de Belgische overheid zich ten volle bewust was van het zekere risico van gevaarlijke klimaatveranderingen, in het bijzonder voor de bevolking van het land, stelden de rechters vast dat noch de federale Staat, noch een van de drie Gewesten heeft gehandeld als een voorzichtige en zorgvuldige huisvader in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek.

Hierbij gaat het voor de eisers niet zozeer om de vergoeding van geleden schade, maar wel om het algemeen beleid inzake de wereldwijde strijd tegen de klimaatopwarming van koers te laten veranderen. Vzw Klimaatzaak wil op deze manier aandacht vragen voor ieders recht op een gezond leefmilieu en de overheden daarbij te wijzen op haar verantwoordelijkheden[7]. Een schoolvoorbeeld van de (curatieve) declaratoire vordering overeenkomstig artikel 18 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze bepaling stipuleert dat het procesbelang reeds verkregen en dadelijk dient te zijn, en de rechtsvordering kan worden toegelaten, indien zij, zelfs tot verkrijging van een verklaring van recht (declaratoire vordering), is ingesteld om schending van een ernstig bedreigd recht te voorkomen. Vzw Klimaatzaak verzocht de rechtbank tot veroordeling van de overheid tot het nemen van de nodige maatregelen ter voorkoming van reële, niet-hypothetische toekomstige schade waardoor zij zich konden beroepen op een procesbelang in de zin van artikel 18, lid 2 Ger.W.[8]

Opmerkelijk in het vonnis is ook de vrijwillige interventie in naam en voor rekening van 82 “levenslange” bomen. Op het eerste gezicht een komisch en vergezochte ingeving, maar gelet op het evolutief karakter van het recht binnenkort misschien wel een normaliteit. Zo hebben dieren sinds kort ook meer rechten en zijn ze overeenkomstig het nieuwe Burgerlijk Wetboek[9]te onderscheiden van voorwerpen en personen omdat ze een gevoelsvermogen en biologische noden hebben. Een evolutie die zich misschien in de toekomst doortrekt naar bomen als geldige procespartij. Tot op heden beschikken bomen niet over procesbevoegdheid waardoor de vrijwillige interventie niet-ontvankelijk werd verklaard.

Daarnaast staat in het vonnis te lezen dat de Belgische overheden momenteel niet alle nodige maatregelen hebben genomen om de gevolgen van de klimaatverandering voor het leven en de persoonlijke levenssfeer van de eisers te voorkomen, waartoe zij krachtens de artikelen 2 en 8 EVRM verplicht zijn.

Een krachtig signaal naar de beleidsmakers van ons land, maar toch gaat deze uitspraak niet ver genoeg voor Vzw Klimaatzaak. In vergelijking met de Nederlandse rechtspraak in gelijkaardige processen, is de Belgische rechter niet meegegaan in de eis om concrete doelstellingen op te leggen. “Het komt aan een rechter niet toe om doelstellingen op te leggen, dat is de taak van regeringen en parlementen omdat te doen volgens het beginsel van de scheiding der machten”, luidt het. Ondertussen bevestigde Vzw klimaatzaak dat ze in beroep gaat bij het hof van beroep in Brussel om die doelstellingen te laten opnemen.

Het is nog maar de vraag of het beroep van Vzw Klimaatzaak iets zal uitmaken nu de rechter in eerste aanleg correct de beginselen uit het Ferrara-arrest[10]heeft toegepast. In dit arrest heeft het Hof van Cassatie de toepassing van artikel 1382 BW op de wetgever uiteengezet. Zo brengt het beginsel van de scheiding der machten niet met zich mee dat de Staat in het algemeen is vrijgesteld van de verplichting om de schade te vergoeden die aan anderen is toegebracht door zijn eigen schuld of door die van zijn organen in de uitoefening van zijn wetgevende taak. Maar bij de beoordeling van de onrechtmatigheid is het niet aan de rechters om zich te mengen in de wetgevende functie en het politieke wetgevingsproces. Het is enkel de taak van de rechterlijke macht om de burgerrechten te beschermen[11]. Voor een nieuwe uitspraak in beroep is het wellicht nog een aantal jaar wachten.

Raad voor Vergunningsbetwistingen

Op 22 april 2021 publiceerde de Raad voor Vergunningsbetwistingen een opmerkelijk arrest[12]in verband met de klimaatopwarming. Zo werd een vergunning voor de oprichting een nieuw tankstation geschorst omwille van het feit dat het tankstation enkel fossiele brandstoffen zou voorzien. De toekenning van een vergunning voor een klassiek tankstation zonder voorzieningen die inspelen op toekomstige omschakelingen, zou manifest ingaan tegen de klimaatdoelstellingen waarvoor de gemeente (waar het nieuwe tankstation zou komen) zich heeft geëngageerd[13].

Uit artikel 4.3.4. VCRO[14]volgt immers dat de vergunningverlenende overheid een vergunning kan weigeren wanneer uit het verplicht te vragen advies blijkt dat de aanvraag onwenselijk is omwille van doelstellingen en zorgplichten in het beleidsdomein van de adviserende instantie.

Door de klimaatambities van gemeenten als weigeringsgrond in de zin van artikel 4.3.4 VCRO te erkennen, geeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen een belangrijk juridisch handvat aan gemeenten en steden om via vergunningen een groener klimaatbeleid af te dwingen.

De roep tot het voeren van een duurzaam klimaatbeleid werd de laatste jaren steeds luider, wat ook de rechtspraak niet is ontgaan. Er lijkt dan ook een steeds grotere rol weggelegd voor de magistratuur om een groener klimaatbeleid af te dwingen bij zowel bedrijven als overheden.

Studio Legale

[1] Rb. Den Haag 26 mei 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5337.

[2]https://qz.com/2014413/engine-no-1-the-little-hedge-fund-that-shook-exxonmobil / ; https://www.change.inc/energie/activistische-aandeelhouder-wil-exxonmobil-tot-duurzame-koers-dwingen-36467 ; https://www.standaard.be/cnt/dmf20210527_97897116

[3]HR 5 november 2021, https://web.archive.org/web/20170111021451/http://www.juridischeuitspraken.nl/19651105HRKelderluik.pdf

[4] https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2004:AO4224

[5]https://prismic-io.s3.amazonaws.com/affaireclimat/18f9910f-cd55-4c3b-bc9b-9e0e393681a8_167-4-2021.pdf

[6] Het gaat hierbij over de Belgische Staat, het Waalse Gewest, het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

[7]Zie de toelichting bij «Wie is vzw Klimaatzaak?» op de startpagina van vzw Klimaatzaak: https://www.klimaatzaak.eu/nl (laatst geraadpleegd op 2 september 2021).

[8] https://prismic-io.s3.amazonaws.com/affaireclimat/18f9910f-cd55-4c3b-bc9b-9e0e393681a8_167-4-2021.pdf, p.55; P. GILLAERTS, De multifunctionaliteit van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht en de meerwaarde van de declaratoire vordering, RW 2020-21, nr. 32.

[9] Artikel 3:38, 3:39 NBW.

[10] Cass. 28 september 2006, JL.MB., 2006, blz. 1549.

[11] https://prismic-io.s3.amazonaws.com/affaireclimat/18f9910f-cd55-4c3b-bc9b-9e0e393681a8_167-4-2021.pdf

[12] https://dbrc.be/sites/default/files/atoms/files/RVVB.S.2021.0923.pdf

[13] Zo ondertekende de gemeente Boechout op 1 juni 2015 het “Burgemeestersconvenant”, een initiatief van de Europese Commissie om de doelstellingen te verwezenlijken van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van Europa van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU.

[14] Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.