Regeerakkoord: hogere vergoeding voor morele schade cover

13 feb 2025 | Civil Law & Litigation

Regeerakkoord: hogere vergoeding voor morele schade
vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht Fiscaal recht
0 - 3 jaar
West-Vlaanderen
Paralegal
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel
Advocaat
Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Het Regeerakkoord stelt voorop dat wordt onderzocht of de vergoeding voor morele schade kan worden verhoogd. “We onderzoeken de mogelijkheid om de bedragen inzake morele schadevergoedingen zoals opgenomen in de indicatieve tabel te verhogen”. Hierbij alvast de krijtlijnen voor een goed debat.

De billijke en passende vergoeding

Uitgangspunt is dat elke schade moet worden vergoed, dus ook de morele schade. Die vergoeding is in principe integraal. Een recente stroming stelt evenwel dat de vergoeding bij morele schade niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats, tot doel heeft de schade te herstellen maar wel het moreel leed te erkennen. Idee is dat de vergoeding overeenstemt met wat de samenleving als billijk aanziet. De morele schade kan uit zijn aard immers niet (volledig) worden hersteld (door een schadevergoeding). Nieuw Boek 6 BW gaat in die richting door niet langer gewag te maken van een schadevergoeding sensu stricto maar van een “billijke en passende vergoeding”.

De vraag naar de omvang van de vergoeding is het meest prangend bij de affectieve schade, bij het overlijden van een dierbare. Hier kruist het recht met de levensbeschouwelijke vraag: hoeveel is een mensenleven waard?

De wetgever voorziet niet in concrete bedragen. In de rechtspraak worden enkel een aantal zeer algemene principes vooropgesteld. Zo staat vast dat de rechter zich niet mag beperken tot een louter symbolische bedrag. Daarnaast wordt in de regel proportionaliteit vereist.

Om de rechter toch enige houvast te geven, werd de Indicatieve Tabel ontwikkeld. Tot voor kort bedroeg dit bijvoorbeeld 6.000,00 euro voor een overleden kind dat niet thuis woont. Dergelijke bedragen zijn laag in vergelijking met andere rechtstelsels. Zo bedraagt dit in Nederland 15.000,00 euro en in Frankrijk 20.000,00 à 30.000,00 euro. Om die reden hebben wij er in een opiniestuk in De Standaard van 6 juni 2023 voor gepleit om de bedragen in de Indicatieve Tabel sterk te verhogen

Recent werd de Indicatieve Tabel op dit punt aangepast, met de versie 2024. Voortaan wordt gewerkt met vorken tussen een minimum- en maximumbedrag, om rekening te kunnen houden met de omstandigheden van de zaak. Bovendien werden de bedragen ook substantieel verhoogd. Dit zijn alvast twee positieve evoluties.

Het is onduidelijk of het Regeerakkoord op dit punt al rekening houdt met de meest recente aanpassing van de Indicatieve Tabel.

Opzet of geen opzet, that’s the question

De vraag rijst of ook het opzettelijk karakter van de inbreuk in rekening moet worden gebracht. Volgens ons is dit wel degelijk het geval. Er is in elk geval geen enkel wettelijk beletsel om dit te doen. Toch gebeurt dit op vandaag zeker nog niet algemeen.

Nochtans dringt zich dit zelfs op met de loutere correcte toepassing van de klassieke opvatting over schadevergoeding. Algemeen wordt immers aangenomen dat morele schade die opzettelijk wordt veroorzaakt, intenser en dus groter is. Dit verantwoordt op zich reeds een hogere vergoeding.

Bovendien biedt de nieuwe notie van een billijke en passende vergoeding een bijkomende kapstok. Het komt immers billijk en passend voor dat opzettelijke fouten anders worden behandeld dan de onopzettelijke.

Het al dan niet opzettelijk karakter is een summa divisio in het strafrecht. In het aansprakelijkheidsrecht evenwel nog niet. Maar er zijn wel al stevige aanzetten. Zo kan de dader die de fout opzettelijk begaat zich in principe niet beroepen op de eigen fout van het slachtoffer. En meest recent voorziet nieuw artikel 1.11 BW zelfs in de algemene mogelijkheid van winstafdracht indien de dader met bedrieglijk opzet handelt.

Haalbaar en betaalbaar

Rest de vraag welke bedragen anno 2024 billijk en passend zijn. Reeds meer dan twintig jaar geleden stelde de Voorzitter van de Vereniging van ouders voor verongelukte kinderen het bedrag van 1 miljoen BEF voorop, mede gelet op de symbolische waarde. Een equivalent in euro ontbreekt maar zou op vandaag, rekening houdend met de inflatie, neerkomen op circa 45.000,00 euro. Men zou ook aansluiting kunnen vinden bij de bedragen die we als samenleving bereid zijn te betalen om een mensenleven te redden. Denk maar aan de gezondheidszorg.

Daarnaast kan het aangewezen zijn om deze financiële vergoeding te begroten als een forfaitair bedrag per dag. Dergelijke schade wordt immers doorlopend geleden. Het heeft een belangrijke symboolwaarde: dat de overleden persoon niet vergeten wordt. Het maakt de vergoeding ook meer betaalbaar.

Tot slot is er de realiteit dat in een aantal gevallen de schadeverwekkende persoon niet in staat is om hogere vergoedingen te betalen. In Nederland voorziet het BW voor die hypothese in de mogelijkheid voor de rechter om de bedragen te matigen, met als ondergrens de dekking door de verzekering. Ons recht kent geen algemene bepaling in die zin. De vraag ligt open of we tot een gelijkaardige oplossing kunnen komen via de “passende en billijke vergoeding”.

Simon Deryckere

Lees hier andere opiniestukken van Simon Deryckere.

vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht Fiscaal recht
0 - 3 jaar
West-Vlaanderen
Paralegal
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel
Advocaat
Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.