Schandaalaandacht cover

29 mei 2024 | Column

Schandaalaandacht

Door Hugo Lamon

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Vorig jaar werd “TikTokjustitie” door de Vlaamse Juristenvereniging verkozen tot juridisch woord van het jaar, omdat het de spanning weergeeft tussen “de juridische waarheid en de snelle meningen op sociale media”. Er wordt nu gezocht naar een opvolger. Waarom niet het woord “schandaalaandacht” lanceren om tot uitdrukking te brengen dat justitie slechts aandacht krijgt als er een schandaal te melden valt?

Enkele dagen geleden werd door een parlementslid een strafklacht met burgerlijke partijstelling neergelegd. De klacht heeft betrekking op de ontwikkeling van de digitale handtekening voor de rechterlijke orde (het project Justsign) en wordt beschouwd als de hoeksteen van de digitalisering van justitie. In de marge van deze zaak raakte ook een ontwerp van audit van het Rekenhof bekend, waarin volgens De Tijd (25 mei) zou te lezen zijn dat er “geen enkele samenhangende strategie” is bij justitie rond digitalisering en er ook geen zekerheid is dat het geld goed besteed wordt.

Volgens de indiener van de strafklacht zou er voor Justsign al drie miljoen euro zijn uitgegeven aan bpost en zou er mogelijk sprake zijn van gunningsfraude en oplichting. Dat die klacht net twee weken voor de verkiezingen wordt ingediend doet toch wat de wenkbrauwen fronsen. Als het de bedoeling was om imagoschade te doen ontstaan, is het plan allicht gelukt. Maar is die schandaalaandacht in deze fase van het onderzoek terecht? Wie aanwijzingen heeft kan uiteraard klacht neerleggen, maar is het niet aangewezen om eerst de resultaten van dat gerechtelijk onderzoek af te wachten? De schandaalaandacht zorgt in ieder geval voor een verontrustende perceptie.

Gazet van Antwerpen berichtte over een fraudezaak, waarbij een voormalig advocaat-curator jarenlang meer dan 100 cliënten zou hebben opgelicht voor in totaal meer dan twaalf miljoen euro (25 mei). De raadkamer heeft de betrokkene verwezen naar de correctionele rechtbank. De krant weet ook dat de slachtoffers van de gewezen advocaat ruim 10 miljoen euro eisen van de Antwerpse Orde van advocaten, omdat de Orde op de hoogte zou zijn geweest van de feiten maar niet zou hebben ingegrepen. Volgens de krant werd er in 2019 een huiszoeking gedaan bij de Orde van Advocaten van Antwerpen. Toen zouden een negentigtal klachten zijn meegenomen die slachtoffers hadden ingediend bij de Antwerpse Stafhouder. De advocaat van de slachtoffers zegt in de krant dat hij zijn eigen Orde in gebreke heeft gesteld omdat “de Orde deze praktijken een halt (had) kunnen toeroepen, maar heeft nagelaten dat te doen (…) Er zouden veel minder slachtoffers gevallen zijn als de Orde zijn taak als controlerende instantie naar behoren had uitgevoerd”. Nog volgens de krant heeft de Orde van Advocaten meteen alle nodige stappen gezet en werd beroep aangetekend tegen de beschikking van de raadkamer. Het gonst al jaren van geruchten in deze zaak. Ook hier is de schandaalaandacht nefast voor de perceptie, ditmaal over de rol van de stafhouder. Er zijn nog geen veroordelingen uitgesproken, maar de vraag is ook hier of zwijgen wel de beste optie is.

Er viel de afgelopen week ook goed nieuws te noteren, al wordt daar dus veel minder over bericht. In het Staatsblad van 28 mei verscheen een Koninklijk Besluit “tot vaststelling van de wijze waarop de werklast van magistraten van de zetel wordt geregistreerd, alsook de wijze waarop deze geregistreerde gegevens worden geëvalueerd”. In mensentaal: er is nu een wettelijke regeling om na te gaan hoe hard magistraten werken, zodat op grond daarvan er ook een billijke verdeling kan komen van het aantal magistraten per rechtbank. Ook over dat thema was er de afgelopen jaren bij herhaling schandaalaandacht (bij wie borrelt er nu niet spontaan een gedachte op aan het hof van beroep te Brussel ?). Het is wel niet zeker dat de toepassing van die criteria de zaken eenvoudiger zullen maken.

Artikel 3 van het KB bepaalt de formule om te berekenen hoeveel magistraten een bepaald rechtscollege nodig heeft: “Het aantal magistraten nodig voor de werking van een rechtscollege wordt bepaald door de som van productgebonden VTE en beheersgebonden VTE, met inbegrip van de niet beschikbare arbeidstijd”. Voor wie niet kan volgen, artikel 1 voorziet in een definitie van al die begrippen. Zo is een “product” niets meer dan “de eenheid die bepaalde types dossiers (aarden van de zaak) groepeert en waaraan een volume en een gemiddelde behandeltijd kan worden gekoppeld”. U vindt er ook in art. 1.8° een definitie van “niet beschikbare arbeidstijd”, die enkel uit het brein van een jurist kan ontsproten te zijn. Met zekerheid te complex om schandaalaandacht te genereren, maar misschien ook om te worden toegepast.

Hugo Lamon

Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.


Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.