14 mrt 2019 | Actualia

Schending van rechtsstaatprincipe bij weigering tot samenstellen Commissie voor gerechtskosten

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 14/03/2019 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Bijdrage in persoonlijke naam. Auteur:

Henri Boghe

  • zaakvoerder Translatica VOF,
  • gerechtstolk en -vertaler, beëdigd sinds 1996,
  • gewezen perswoordvoerder BBVT (nov. 2014-sep. 2018)

Ook de minister van Justitie is onderworpen aan de grondwettelijke beginselen

Bij een arrest van 28 februari 20191) heeft de Raad van State de weigering van de minister van Justitie om de Commissie voor de gerechtskosten samen te stellen vernietigd. Die commissie is minstens sinds september 2016 niet meer ingesteld. De bestaande reglementering inzake de gerechtskosten kan daardoor al bijna drie jaar niet worden nageleefd. Door dit arrest wordt minister van Justitie Koen Geens serieus teruggefloten voor het naast zich neerleggen van nog steeds geldende wetten en zijn gebrekkig gerechtskostenbeleid van de voorbije jaren.

De Raad van State heeft het in haar arrest over “een schending van het rechtsstaatprincipe” en stelt onomwonden dat “de intentie om de wet te wijzigen de minister [van Justitie] niet toelaat om nog geldende wetten naast zich neer te leggen”. Voor wie er mocht aan twijfelen wijst de Raad van State erop dat één van de essentiële kenmerken van de rechtsstaat erin bestaat dat de bestuurders aan de rechtsregels onderworpen zijn. Ook de minister van Justitie is onderworpen aan de grondwettelijke beginselen: hij moet zijn machten uitoefenen “op de wijze bij de Grondwet bepaald” (art. 33, tweede lid, van de Grondwet) en mag, als orgaan van de uitvoerende macht, net zo min als de Koning de wetten schorsen of vrijstelling van hun uitvoering verlenen (art. 108 van de Grondwet).

De Commissie voor gerechtskosten

De Commissie voor de gerechtskosten is een administratief rechtscollege dat zich moet buigen over de beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de vorderende magistraat en de minister van Justitie inzake het bedrag van de gerechtskosten. Volgens de geldende wet op de gerechtskosten (uit 2006) kan de magistraat inzonderheid bij vertraging in de uitvoering van de opdracht door de dienstverlenende persoon, bij slechte uitvoering of bij overdreven facturering de onkostenstaat (factuur) van de dienstverlener verminderen. Met gerechtskosten in strafzaken worden de prestaties van vertalers en tolken, gerechtsdeskundigen, wetsdokters, verkeersdeskundigen, takeldiensten, slotenmakers, telecomoperatoren en andere dienstverleners vergoed. Het gaat om prestaties waartoe de dienstverleners op straffe van boete zijn gevorderd door politiediensten, de onderzoeksrechter, het openbaar ministerie, de rechtbanken en hoven.

Het Grondwettelijk Hof had in een arrest van 26 november 20092) al gewezen op het belang van bestaan van deze commissie: “Het bestaan van de Commissie voor de Gerechtskosten wordt noodzakelijk geacht om de naleving van de reglementering inzake de gerechtskosten en meer bepaald de coherente toepassing van de schalen van de erelonen in strafzaken te verzekeren (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2774/001, p. 5).”

In de winter 2017-18 hekelde de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken meermaals via de pers dat tolken bericht hadden gekregen van het hoofd van de Dienst gerechtskosten van de FOD Justitie, optredend namens de minister van Justitie, dat ze met hun klachten omtrent verminderde facturen naar de Commissie voor de Gerechtskosten konden stappen. Terwijl het toen al duidelijk was dat de tolken en andere dienstverleners gewoon naar een “spookcommissie” werden gestuurd. De BBVT vroeg daarbij ook dat een Commissie voor de Gerechtskosten zou worden aangesteld 3). En dit om het recht van gerechtstolken en deskundigen op een effectief beroep voor een onafhankelijk en onpartijdig orgaan te waarborgen, met respect voor de rechten van de verdediging.

Raad van State fluit Belgische staat terug

De Raad van State komt nu tot de conclusie dat de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Justitie, duidelijk niet meer van plan is om nieuwe leden van de Commissie voor de Gerechtskosten te benoemen of het afgelopen mandaat van de oude leden te hernieuwen. Het verweer van de minister van Justitie dat in de toekomst een andere, administratieve beroepsprocedure in de plaats komt, is voor de Raad van State “op dit ogenblik niet meer dan een beleidsvoornemen, zelfs al is een wetsontwerp aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd en er momenteel in bespreking”. Uit dit wetsontwerp – dat overigens vorige maand in eerste lezing werd aangenomen door de Kamercommissie voor de Justitie4) – blijkt ook niet of en hoe deze nieuwe organen de nog voor het administratief rechtscollege hangende geschillen op de een of andere wijze overnemen en afhandelen. Dit wetsvoorstel lijkt volgens de Raad van State geenszins het gegeven te verhelpen dat verzoekster geen gebruik kan maken van een door de wet vastgelegde beroepsmogelijkheid bij de Commissie voor de Gerechtskosten.

Het is nu afwachten wat de gevolgen van het arrest zullen zijn en of en wanneer de minister van Justitie zal overgaan tot het alsnog instellen van een Commissie voor de gerechtskosten. Hij is door de Raad van State alvast gewezen op zijn uitvoeringsverplichting op dit vlak. Een nieuw aangestelde commissie zal alvast heel wat werk hebben met het afhandelen van nog hangende geschillen. Alleen al op het niveau van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel zijn er minstens 20 à 25 tolken die sinds 2016 hun facturen voor tolkprestaties buiten de kantooruren sinds 2016 herleid hebben gezien naar het tarief voor prestaties overdag op gewone werkdagen. Het gaat daarbij meestal om prestaties op vordering van Brusselse onderzoeksrechters, schriftelijk bevestigd door politieambtenaren, in het kader van telefoontaps in gerechtelijke onderzoeken.

Ongetwijfeld zijn er nog heel wat meer dienstverleners in strafzaken die sinds september 2016 geen gebruik kunnen maken van een door de wet vastgelegde beroepsmogelijkheid bij de Commissie voor de Gerechtskosten.

Bijdrage in persoonlijke naam, auteur:

Henri Boghe

  • zaakvoerder Translatica VOF,
  • gerechtstolk en -vertaler, beëdigd sinds 1996,
  • gewezen perswoordvoerder BBVT (nov. 2014-sep. 2018)
  1. http://www.raadvanstate.be/arr.php?nr=243847
  2. http://www.const-court.be/public/n/2009/2009-188n.pdf
  3. https://www.jubel.be/het-recht-van-gerechtstolken-op-effectieve-beroepsmogelijkheid-voor-onpartijdig-orgaan/
  4. https://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/none&leftmenu=no&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?lang=N&legislat=54&dossierID=3412

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.