Nadat schijnzelfstandigen en schijnwerknemers hun intrede hebben gedaan, is het Belgisch sociaal recht nu ook verrijkt met de term schijninvaliden.
Eigenlijk bestond hij al, zij het sluimerend. Inderdaad, even googelen levert exact negen (9) hits op. Dat is bitter weinig in vergelijking met schijnzelfstandigen (16.800) en schijnwerknemers (1.430). Schijninvaliditeit intikken levert maar zes (6) resultaten op, allemaal rond het bovenstaande interview.*
De oudste hit met schijninvaliden gaat terug tot 10 april 2006. In acht van de negen vindplaatsen tref je ook de termen “sociaal profitariaat”, “kutmarokkanen”, “buitenlandse plunderaars van de sociale voorzieningen” en “beroepswerklozen”. Geen “Schone schijn” dus.
Wat kunnen wij nog leren uit het interview? Dat de sociale zekerheid vier takken telt, de “pensioen[en]”, de “gezondheidszorg”, de “werkloosheid[suitkeringen]” en de “[uitkeringen voor] langdurige arbeidsongeschiktheid”. De tak “gezinsbijslagen” wordt inderdaad afgezaagd van de (federale) sociale zekerheid.
Conclusie
Rijkere rechtstaal, rijkere rechtsvinding? (naar J. HERBOTS, Meertalig rechtswoord, rijkere rechtsvinding, Gent, Story-Scientia, 1973, 183 p.).
* Het gaat om de afgeronde cijfers verkregen door de termen tussen aanhalingstekens in te geven op zondag 20 maart 2016 om 10.45 uur.
– See more at: http://www.wikisoc.be/nl/blog/post/schijninvaliditeit#sthash.tb8NpY6P.dpuf
0 reacties