De Standaard, donderdag 20 april 2017, p. 13
Volgens de uitleg die Sandra Langenus, gewestelijk secretaris van de Belgische Transportarbeidersbond, geeft bij een conceptnota van de minister van mobiliteit van het Brussels Gewest, zouden taxichauffeurs in die regio in de toekomst kunnen werken op drie wijzen: “als zelfstandige, in loonverband of via een coöperatieve waarin een wagen wordt gedeeld”.
Zelfstandigen en werknemers
Tiens. Is wie werkt “via een coöperatieve” dan geen werknemer of zelfstandige, dat laatste eventueel in de fiscaalrechtelijke hoedanigheid van werkend vennoot (art. 32, 1ste lid, 2°, WIB)? Ik dacht het wel.
In die hoedanigheid bezoldigingen kunnen verwerven, schept zelfs een vermoeden zelfstandige te zijn die valt onder de socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen (art. 3, § 1, 2de lid, Sociaal Statuut Zelfstandigen).
Weliswaar is dat vermoeden weerlegbaar. Maar de voor de hand liggende grond daartoe is aantonen dat de betrokkene onder gezag van de vennootschap werkt en dus … werknemer is.
Hybride chauffeurs
Maar er is meer. Ongetwijfeld wordt met het sociaal statuut van wie werkt “via een coöperatieve waarin een wagen wordt gedeeld” gealludeerd op de sociale rechtspositie van taxichauffeurs die rijden met een taxi van een vennootschap (het hoeft geen coöperatieve vennootschap te zijn) waarin zij “mandataris” zijn en die over een exploitatievergunning beschikt (art. 3, § 5ter, 1ste lid, 2°, Uitvoeringsbesluit RSZ-wet).
Deze personen worden uitgesloten uit van een uitbreiding van het toepassingsgebied van de socialezekerheidsregeling voor werknemers die geldt voor andere, voor zichzelf werkende taxichauffeurs, die, hoewel zij zelfstandigen zijn, niet onder de socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen vallen (art. 3, § 1, 3de lid, Sociaal Statuut Zelfstandigen). De voornoemde uitsluiting van de uitbreiding behoudt hen onder de socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen als zij in de vennootschap “mandataris” zijn, d.w.z. zaakvoerder of bestuurder, én ook effectief met een taxi rijden (art. 3, 5°ter, 2de lid, Uitvoeringsbesluit RSZ-wet).
Conclusie
Er is geen trias socialis van (1) zelfstandige, (2) werknemer en (3) vennoot van een coöperatieve vennootschap. En een conceptnota van de Brusselse minister van Mobiliteit kan daaraan evenmin iets veranderen als een ordonnantie van het Brussels Gewest dat zou kunnen.
Wel zijn er zelfstandige taxichauffeurs die onder de socialezekerheidsregeling voor werknemers vallen. “Hybriden” dus. En dat zelfs als hun wagen op benzine of diesel rijdt.
Meer lezen van Willy van Eeckhoutte?
0 reacties