Spelregels voor de bedrijfsleidersbezoldiging cover

31 jul 2024 | Employment & Benefits

Spelregels voor de bedrijfsleidersbezoldiging

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

In dit artikel worden enkele fiscale topics besproken die verband houden met de bedrijfsleidersbezoldiging. Eerst gaan we in op de herkwalificatie van onroerend inkomen als bezoldiging. Vervolgens behandelen we de problematiek rond de bezoldigingstheorie. Ten slotte bespreken we het fiscale statuut van de vaste vertegenwoordiger van een bestuurder-rechtspersoon.

First things first: wat is een bedrijfsleidersbezoldiging?

Alle beloningen die aan een natuurlijk persoon worden verleend of toegekend voor zijn functie als bestuurder of zaakvoerder, worden beschouwd als een bedrijfsleidersbezoldiging. Deze bezoldigingen omvatten onder meer vergoedingen, tantièmes en voordelen van alle aard, en worden belast aan de progressieve tarieven in de personenbelasting.

Herkwalificatie onroerend inkomen als bedrijfsleidersbezoldiging

Een veel voorkomende situatie is dat een bedrijfsleider zijn onroerend goed verhuurt aan de vennootschap waarin hij bedrijfsleider is. In de personenbelasting vormt dit geen probleem, aangezien zowel onroerende inkomsten als bezoldigingen progressief worden belast. De uitdaging ligt op het vlak van de sociale zekerheid, waar enkel rekening wordt gehouden met bezoldigingen voor de berekening van de te betalen sociale bijdragen.

Om te voorkomen dat bedrijfsleiders sociale bijdragen ontwijken door loon in te wisselen voor hogere huurinkomsten, werd een anti-ontwijkingsmaatregel ingevoerd. Deze maatregel houdt in dat de huurinkomsten worden beperkt tot 5/3 van het gerevaloriseerd kadastraal inkomen. Het deel boven deze grens wordt fiscaal beschouwd als een bedrijfsleidersbezoldiging, waarop dus wel sociale bijdragen verschuldigd zijn.

Bezoldigingstheorie

De bezoldigingstheorie vloeit voort uit situaties waarbij een vennootschap (onroerende) goederen gratis of tegen een beperkte vergoeding ter beschikking stelt aan haar bedrijfsleider. In dit geval kan de vennootschap de werkelijke kosten aftrekken, terwijl de belastbaarheid in hoofde van de bedrijfsleider vaak wordt gewaardeerd aan een lager forfaitair voordeel van alle aard.

Deze discrepantie tussen aftrekbaarheid in de vennootschapsbelasting en (beperktere) belastbaarheid in de personenbelasting is een aandachtspunt voor de fiscus, die verschillende aanvalsroutes heeft ingezet. Zo wordt onder meer de finaliteits- of intentionaliteitsvoorwaarde onder de loep genomen, waarbij wordt betwist of de kosten door de vennootschap werden gemaakt met de intentie belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

Vanuit de bezoldigingstheorie wordt echter gesteld dat er wel degelijk werkelijke prestaties werden geleverd door de bedrijfsleider. De manier waarop prestaties worden vergoed (in speciën of in natura) zou geen invloed mogen hebben op de beoordeling van de aftrekbaarheid.

De evolutie in de rechtspraak omtrent dit onderwerp is bemoedigend. Wel moet rekening worden gehouden met een aantal zaken. Zo is het raadzaam een formele goedkeuring te voorzien van de bezoldigingspolitiek door de algemene vergadering, gevolgd door een uitdrukkelijke vermelding in de notulen. Daarnaast moet er gekeken worden naar het verband tussen de prestaties van de bedrijfsleiders en de evolutie van de omzet van de vennootschap. Een toenemende omzet doet vermoeden dat prestaties van de bedrijfsleider weldegelijk belastbare inkomsten voortbrengen. Ten slotte merken we op dat de discrepantie tussen aftrekbaarheid en belastbaarheid op zich geen reden vormt om de aftrek te verwerpen, aangezien dit louter een gevolg is van de strikte toepassing van de wet die voorziet in forfaitaire voordelen van alle aard.

Fiscaal statuut vaste vertegenwoordiger van een bestuurder-rechtspersoon

Lange tijd bestond onduidelijkheid over het fiscale statuut van een natuurlijk persoon die optreedt als de vaste vertegenwoordiger van een bestuurder-rechtspersoon. In 2020 heeft het Hof van Cassatie echter duidelijkheid verschaft. Het Hof oordeelde dat de functie van vaste vertegenwoordiger 'gelijksoortig' is met de functie van bestuurder, en bijgevolg fiscaal wordt beschouwd als een bedrijfsleider.

Dit arrest heeft een brede fiscale impact, waardoor de vaste vertegenwoordiger van een bestuurder-rechtspersoon onder meer onderworpen is aan:

  • Herkwalificatie van huurinkomsten in bedrijfsleidersbezoldigingen.
  • Herkwalificatie van (aftrekbare) interest in (niet-aftrekbaar) dividend bij overdreven interest of wanneer de rekening-courant hoger is dan de som van belaste reserves en het gestort kapitaal.
  • Het attractiebeginsel (alles wat de bedrijfsleider ontvangt, wordt beschouwd als een bedrijfsleidersbezoldiging).
  • Belastbare voordelen van alle aard.
  • Bepaalde ficheverplichtingen in hoofde van de bestuurde vennootschap.

Jordy De Decker, Advisor Tax – Vandelanotte

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.