Inleiding
In het onderzoek rond de voetbalfraude, werd door het federaal parket en één van de verdachte makelaars een spijtoptantenregeling afgesloten. Maar wat wil dit nu concreet zeggen? Volgens de media gaat het om de allereerste spijtoptant in België, maar dit moet met een korrel zout genomen worden.
Want echt helemaal nieuw is het principe binnen het Belgisch strafrecht niet. Zo voorziet artikel 326 van het Belgisch strafwetboek bijvoorbeeld al in een strafuitsluiting voor een schuldige die in de planningsfase van een aanslag alles opbiecht bij de overheid. Ook in artikel 6 van de Drugswet is een strafuitsluiting of strafvermindering voorzien voor de daders die de identiteit meedelen van andere nog niet geïdentificeerde daders in een strafonderzoek.
Het is wel correct dat de spijtoptant pas bij wet van 22 juli 2018 als algemeen principe werd ingevoegd in het Belgische wetboek van Strafvordering. En dus niet meer her en der in het wetboek bij welbepaalde misdrijven. De nieuwe regels voorzien wel dat er enkel kan gebruik gemaakt worden voor de spijtoptantenregeling voor de zogezegde zwaardere criminele feiten, waarvoor ook bijvoorbeeld telefoontaps en inkijkoperaties mogelijk zijn.
Wat is een spijtoptant?
Een spijtoptant is een persoon die in ruil voor een lichtere bestraffing of een andere gunstmaatregel, belastende verklaringen aflegt over anderen en eventueel over zichzelf. Een principe dat het publiek uit Amerikaanse films en series kent. Maar ook in Europa kennen de meeste landen een regeling voor spijtoptanten, zoals in Italië, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Hoe en wanneer komt het tot stand?
Enkel het openbaar ministerie kan beslissen of de inzet van een spijtoptant noodzakelijk en wenselijk is en dit met het voorafgaand akkoord van de procureur-generaal.
Uit de betreffende wetsartikelen blijkt helaas niet hoe een spijtoptantschap kan geïnitieerd worden. De strikte lezing van de wet stelt dat het initiatief van het openbaar ministerie zou uitgaan, maar uiteraard zal het in de praktijk vooral de verdachte zelf zijn, met behulp van zijn advocaat, die deze mogelijkheid zal op tafel leggen bij de parketmagistraat.
Volgens de wet kan er gebruik gemaakt worden van elke fase van de strafprocedure, zelfs na de definitieve bestraffing.
De voorwaarden voor de regeling
De spijtoptantenregeling is onderworpen aan het zogenaamde principe van de subsidiariteit. Dit wil zeggen dat het enkel kan worden toegepast wanneer het onderzoek dit vereist en indien de overige middelen van het onderzoek niet volstaan voor de waarheidsvinding. De regeling mag dus enkel gebruikt worden als zogenaamd laatste redmiddel. Het is dus niet de bedoeling dat de spijtoptant een aanvulling wordt op de klassieke onderzoeksmaatregelen, maar enkel bij uitzondering wordt aangewend. In deze verschilt het wezenlijk van wat we dagelijks zien in de Amerikaanse films, waarbij elke verdachte een deal lijkt voorgeschoteld te krijgen in ruil voor medewerking.
Hieruit volgt dat de onderzoeksmagistraat eerst alle voorhanden zijnde onderzoeksmaatregelen moet aanwenden om een misdrijf uit te klaren, alvorens hij toegevingen kan gaan doen aan een verdachte. Pas als het onderzoek volledig strop zit, kan de procureur des Konings zijn toevlucht nemen tot de spijtoptant.
De formalisering van de regeling
Zodra er een akkoord wordt bereikt, wordt er een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de spijtoptant en de bevoegde procureur des Konings. In dit zogenaamde ‘memorandum’ moeten minstens volgende gegevens uitdrukkelijk en nauwkeurig omschreven worden:
- Identiteit van de spijtoptant en de identiteit van de advocaat die de spijtoptant bij het sluiten van het memorandum bijstaat (kan dus nooit anoniem);
- De feiten waarover de spijtoptant zich bereid verklaart een getuigenis af te leggen;
- De toezeggingen aan de spijtoptant;
- De voorwaarden die in het kader van het akkoord eventueel aan de spijtoptant worden opgelegd.
Het memorandum wordt opgenomen in het strafdossier en wordt niet afgeschermd van de andere verdachten in het onderzoek. De reden hiervoor is dat er anders een schending zou zijn van de rechten van verdediging van diegene waarover de spijtoptant informatie heeft gegeven. Zij hebben recht op tegenspraak, wat wil zeggen dat zij het recht hebben om te weten welke informatie er door wie gegeven werd in het strafdossier.
Alle partijen hebben ook het recht om te weten wat de spijtoptant in ruil voor zijn medewerking heeft gekregen. Zo kunnen zij, maar ook de correctionele rechter, in alle openheid beoordelen hoe de verklaringen tot stand zijn gekomen. Alle partijen moeten immers de mogelijkheid krijgen om de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de spijtoptant te betwisten.
Het is immers niet ondenkbaar dat een spijtoptant leugenachtige verklaringen aflegt enkel en alleen om zichzelf daarmee een gunst te bewijzen. Om die redenen is er een recht op tegenspraak, maar daarnaast mag de veroordeling van anderen niet uitsluitend gebaseerd worden op de enkele verklaring van een spijtoptant. Deze verklaring moet nadien gestaafd worden door ander objectief bewijsmateriaal. Het gaat dus om zogezegd ‘steunbewijs’, wat wil zeggen dat de enkele verklaring van een spijtoptant nooit voldoende kan zijn om tot een veroordeling te komen.
Welke toezeggingen zijn er mogelijk?
De procureur des Konings is bij elke toezegging gebonden aan het proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de toegeving in verhouding moet staan met wat de spijtoptant kan bijbrengen. Het toe te kennen voordeel moet steeds afgewogen worden tegen het gepleegde misdrijf en het eventuele aandeel van de spijtoptant hierin.
In de fase van de strafvordering
- Het opleggen van een lagere straf
- Het opleggen van een alternatieve straf of de eenvoudige schuldigverklaring
In de fase van de strafuitvoering
- Gunstig advies in het kader van de strafuitvoering (voor voorwaardelijke invrijheidsstelling)
- Toezegging van uitgaansvergunning of penitentiair verlof
In de fase van de detentie (voorhechtenis of strafuitvoering)
- Plaatsing en overplaatsing naar een andere gevangenis
De wetgever heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat het onmogelijk is om als ruil voor medewerking de opheffing van de voorlopige hechtenis of het gevangenschap te verkrijgen. Het spijtoptantschap zal dus nooit rechtstreeks kunnen leiden tot een onmiddellijke vrijlating.
De spijtoptant zal wel nog steeds de slachtoffers van zijn misdrijven moeten vergoeden. Meer zelfs, door het ondertekenen van het memorandum wordt er voor de spijtoptant een onweerlegbaar vermoeden van een burgerlijke fout vastgelegd. Dit wil zeggen dat hij door het aanvaarden van de regeling, zijn burgerlijke fout expliciet erkent en later op geen enkele manier meer kan betwisten.
Controle door de rechter
De correctionele rechter moet, voor de spijtoptanten die een regeling treffen in de fase van de strafvordering, het memorandum bekrachtigen. De rechter moet steeds een vervangende straf uitspreken, voor het geval de spijtoptant het memorandum niet zou nakomen.
Herroeping van de regeling
De wet voorziet dat de getroffen regeling herroepen kan (maar niet moet) worden in welbepaalde gevallen. De herroeping is mogelijk wanneer de verdachte het memorandum niet naleeft, niet de beloofde verklaringen aflegt, nadien nog nieuwe misdrijven pleegt, de slachtoffers niet vergoedt, de afgelegde verklaringen niet waarheidsgetrouw blijken te zijn of de strafvervolging bewust heeft willen dwarsbomen.
Besluit
De spijtoptantenregeling als vernieuwing bestempelen is de waarheid geweld aan doen. Het bestond reeds in zowat heel de Europa en zelfs al her en der in onze eigen strafwetgeving.
De echte vernieuwing is dat het in België nu eindelijk volledig juridisch werd uitgewerkt en meteen ook werd afgetoetst aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zo is er voldoende nadruk gelegd op transparantie, het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces. Bovendien is er een, weliswaar beperkte, controle voorzien door een rechter.
De vraag met dergelijke nieuwigheden is niet zozeer of ze de juridische toets doorstaan, maar wel of ze de toets doorstaan van de publieke opinie. De wetgever heeft in de wetsartikelen alleszins een ongeziene controle ingebouwd op de procureur des Konings, door zowel de procureur-generaal, de federale procureur, als het Parlement. Dit geeft aan dat het om een politiek moeilijke beslissing ging en dat er voldoende paraplu’s werden ingebouwd voor moest het mislopen. De praktijk zal uitwijzen in welke mate de spijtoptant zijn plaats zal veroveren binnen het Belgische strafrecht.
Moest u nog vragen hebben, aarzel niet om onze specialisten ter zake te contacteren: info@studio-legale.be
Auteurs:
Christian CLEMENT & Koen DE BACKER
Media Artikels Pers:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20181120_03966770
https://www.demorgen.be/s/axf459550/MueKV
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/11/20/veljkovic/
https://www.hln.be/sport/voetbal/belgisch-voetbal/spelersmakelaar-en-spijtoptant-veljkovic-vrij-onder-strenge-voorwaarden-na-deal-met-gerecht-hij-gaat-alles-uit-de-doeken-doen~af459550/
http://www.gva.be/cnt/dmf20181120_03966771/spelersmakelaar-veljkovic-gaat-samenwerken-met-gerecht-in-onderzoek-naar-wanpraktijken-in-voetbal
0 reacties