2020 is het jaar waarin heel wat maatschappen voor de eerste keer geconfronteerd worden met het voeren van een boekhouding. Sinds de hervorming van het ondernemingsrecht van 15 april 2018 wordt de maatschap immers beschouwd als onderneming en kent ze een aantal bijkomende verplichtingen. Een overzicht.
Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen
Sinds 1 november 2018 moeten maatschappen zich verplicht inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Er wordt dan een uniek ondernemingsnummer toegekend. Het is wettelijk verplicht om dit identificatienummer te gebruiken in bijvoorbeeld briefwisselingen of overeenkomsten.
Boekhoudplicht
Maatschappen waarvan de jaarlijkse omzet (exclusief btw) hoger is dan 500.000 euro moeten een dubbele boekhouding te voeren. Is de jaarlijkse omzet kleiner dan 500.000 euro, dan moet een vereenvoudigde boekhouding worden bijgehouden. Het gaat hier om een aankoop- en verkoopboek, een financieel dagboek en een inventarisboek. De berekening van het grensbedrag van 500.000 euro zal pro rata worden berekend in functie van het aantal maanden van het boekjaar. De boekhouding moet steeds 7 jaar worden bijgehouden. De publicatie en neerlegging van de jaarrekening is niet verplicht. Stukken die geen bewijs zijn ten aanzien van derden moeten slechts 3 jaar worden bewaard.
Registratieplicht in het UBO-register
In het kader van de antiwitwaswetgeving moeten de uiteindelijke begunstigden van alle vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen, trusts, fiducieën en gelijkaardige entiteiten worden opgenomen in het UBO-register. Dit geldt dus ook voor maatschappen.
Btw-plicht
Of een maatschap btw-plichtig is of niet, hangt af van het feit of er al dan niet een economische activiteit wordt uitgeoefend op een zelfstandige en geregelde manier die de levering van goederen of het verrichten van diensten uitmaakt. Maatschappen die opgericht werden in het kader van een successie- of familiale planning fungeren als controlevehikel en zullen meestal niet of slechts gedeeltelijk btw-plichtig zijn.
Omdat een maatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft, wordt ze fiscaal beschouwd als een transparante entiteit. Ze moet daarom geen aangifte doen in de vennootschapsbelasting. Elke vennoot is wel verplicht om zijn aandeel in het resultaat van de maatschap te vermelden in zijn eigen persoonlijke fiscale aangifte voor wat betreft beroeps- of onroerende inkomsten. Roerende inkomsten moeten normaal gezien niet worden aangegeven. Daarvoor geldt namelijk roerende voorheffing of, in het geval van normaal beheer van privévermogen, vrijgestelde meerwaarden.
Sophie Degroote
0 reacties