Vanaf 1 januari 2026 worden autokosten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (RPB), in het kader van de vergroening van het wagenpark. Voor voertuigen mét CO2-uitstoot zullen de kosten meteen volledig belastbaar zijn; voor zero-emissievoertuigen geldt een gedeeltelijke en stapsgewijze belastbaarheid.
Deze maatregel maakt deel uit van de Wet van 25 november 2021 "houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit". Waar deze wetgeving in eerste instantie een impact had op de vennootschapsbelasting, zal vanaf 2026 ook de rechtspersonenbelasting volgen. Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen toe.
Voor een uitgebreid overzicht van de wijzigingen in de vennootschapsbelasting verwijzen wij naar onze eerdere publicaties van 21 februari 2022 (Naar een ecologisch wagenpark… met behulp van de fiscaliteit?) en 20 september 2022 (Vergroening autofiscaliteit: eerste deadline komt dichterbij).
Impact op de rechtspersonenbelasting
De wetgeving heeft verstrekkende gevolgen voor vzw’s en andere entiteiten die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting (uitgezonderd openbare instellingen). Tot op heden bleven autokosten bij deze entiteiten onbelast. Enkel de waarde van de terbeschikkingstelling van voertuigen wordt momenteel deels onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (17% of 40%, afhankelijk van de situatie). Dit blijft behouden, maar wordt vanaf 2026 aangevuld met een belasting op de gemaakte autokosten.
Belasting autokosten vanaf 1 januari 2026
De belastbaarheid van autokosten onder de RPB geldt voor voertuigen die vanaf 1 januari 2026 (aanslagjaar 2027) worden aangekocht, geleased of gehuurd. Daarbij is de datum van bestelling bepalend (bij aankoop) en de datum van ondertekening van het contract (bij leasing of huur). De leveringsdatum speelt hierbij geen rol.
De regeling is van toepassing op de volgende voertuigen:
- Personenwagens die zijn gebouwd en bestemd voor niet-bezoldigd personenvervoer
- Voertuigen voor dubbel gebruik, ontworpen voor zowel personen- als goederenvervoer
- Minibussen voor vervoer van meer dan vijf, maar minder dan negen personen
- Lichte vrachtwagens die door de fiscus, ondanks hun classificatie, als personenwagens worden beschouwd.
CO2-uitstoot bepaalt de belastbaarheid
Wagens mét CO2-uitstoot
Voor voertuigen met uitstoot, aangekocht of geleased vanaf 1 januari 2026, worden de autokosten vanaf dat moment 100% belastbaar in de RPB.
De kosten van voertuigen die uiterlijk op 31 december 2025 werden aangekocht of geleased, blijven onbelast, ook in de daaropvolgende jaren.
Wagens zonder CO2-uitstoot
Voor emissievrije wagens (elektrisch of waterstof) geldt een graduele belastbaarheid, met ingang vanaf 1 januari 2027. Het percentage stijgt jaarlijks, als volgt:
- 5% belastbaarheid indien aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2027
- 10% belastbaarheid indien aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2028
- 17,5% belastbaarheid indien aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2029
- 25% belastbaarheid indien aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2030
- 32,5% belastbaarheid indien aankoop, lease of huur vanaf 1 januari 2031.
De autokosten van voertuigen zonder CO2-uitstoot, aangekocht, geleased of gehuurd vóór 31 december 2026, blijven onbelast in de jaren nadien.
Opmerking: Deze opdeling van een wagenpark voor RPB-doeleinden, naargelang type voertuig en datum van aankoop/lease/huur, zal de administratie aanzienlijk complexer maken.
Belastingtarief
De nieuw onderworpen autokosten zullen worden belast tegen het tarief van 25%. Indien onvoldoende voorafbetalingen worden gedaan, kan een belastingvermeerdering volgen wegens nalatigheid.
Welke kosten?
De belastbaarheid geldt voor alle kosten met betrekking tot personenwagens, voor zover opgenomen in de boekhouding. Dit omvat onder meer:
- Afschrijvingen
- Leasing- en huurkosten
- Brandstofkosten
- Verzekeringen
- Verkeersbelasting
- Onderhoud en herstellingen
- …
Ook de terugbetaling van autokosten via een onkostennota, zoals kilometervergoedingen en taxikosten, wordt als een autokost beschouwd en valt daarom onder de belastbaarheid.
Een uitzondering hierop is de financieringskost (interesten) voor voertuigen, die onbelast blijft.
Bij een terbeschikkingstelling van een voertuig mogen de belastbare autokosten worden verminderd met de waarde van het voordeel in natura of met de eventuele persoonlijke bijdrage.
Conclusie
Vanaf 2026 zullen vzw’s en andere entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting te maken krijgen met een grondige hervorming van de autofiscaliteit. Het is raadzaam om tijdig een strategisch plan op te stellen voor het wagenpark. Hierbij kan overwogen worden om geplande aankopen of lease- en huurcontracten voor benzine-, diesel- en hybridevoertuigen nog in 2025 af te sluiten, zodat deze buiten de toekomstige belastingplicht vallen.
Tom Van Campenhout en Vincent Peynsaert – Vandelanotte
0 reacties