Het stond deze week nog maar eens in de krant, maar deze keer toch wat onopvallend: justitie heeft moeite om de facturen te betalen. Er dreigt een tekort van 23 miljoen euro op het budget van 2024 voor de gerechtskosten (“Grote processen en vertaalopdrachten doen gerechtskosten Justitie exploderen”, De Tijd, 12 oktober). De gerechtskosten zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Tussen 2020 en 2023 klommen de uitgaven van 81,1 miljoen euro naar 125,4 miljoen euro.
Door de toename van de internationale criminaliteit en onder meer de Sky ECC-processen zijn er spectaculair meer uitgaven voor het tolken en vertalen. Daarom kondigt de FOD Justitie besparingen aan. Zo zullen voortaan de juryleden in het hof van assisen tijdens de pauzes van het proces niet langer een gratis belegd broodje kunnen eten. Wie verplicht wordt om in een dergelijke jury te zetelen, zal dus zelf zijn brooddoos moeten meebrengen. We kunnen enkel hopen dat die niet leeg is, maar misschien zorgen lege magen voor betere rechtspraak. Het is zelfs geen metafoor. Het toont schrijnend aan dat hoe groot de verloedering is als het om werkingsmiddelen voor justitie gaat. Erger is misschien nog wel de grote lethargie bij dit alles. Het heeft nauwelijks nog nieuwswaarde. Justitie verdient meer respect.
Er viel de afgelopen week nog ander verontrustend nieuws te noteren. De voorzitter van de grootste werkgeversorganisatie in Limburg (VOKA) gaf een interview aan de krant Het Belang van Limburg (12 oktober) en sprak niet met dubbele tong: er zijn te veel advocaten. “We moeten beseffen dat vandaag nauwelijks 15 procent van de bevolking werkt in een sector die toegevoegde waarde creëert (…) Die 15 procent moet weer groeien (…) We hebben dringend nood aan meer ingenieurs en – ik weet dat ik nu sommige mensen lastig ga maken (lacht) – minder advocaten”. Ik citeer het woordelijk, zodat u er mij niet van kan verdenken uit mijn nek te kletsen.
Die voorzitter doet dus niet enkel een oproep voor meer ingenieurs, maar gaat er verder van uit dat dit enkel kan wanneer er ook minder advocaten zijn. Die man dus, die voorzitter is van een organisatie die bijzonder veel advocaten onder de leden telt, gaat er ook van uit dat advocaten geen toegevoegde waarde creëren. Misschien is het een wat verscholen pleidooi om de btw op advocatenprestaties af te schaffen (dat is toch een belasting op de “toegevoegde waarde” of niet?), want advocaten voegen volgens hem niets toe.
De onzin die de man verspreidt is al bedenkelijk, maar erger nog is de grote onverschilligheid bij dit alles. Waar was de balie met een reactie? Zullen advocaten nu uit protest wegblijven van de talrijke door VOKA georganiseerde ‘netwerkmomenten’ (het hippe jargon voor recepties zonder toegevoegde waarde) of zijn er geen principes meer om hoog in het vaandel te dragen? Door het stilzwijgen te bewaren, geeft de advocatuur die voorzitter misschien nog wel gelijk ook. Die voorzitter mag het blijkbaar ook nog “al lachend” verkondigen. De advocatuur verdient meer respect.
Nog deze week belandde via een gunstige wind een merkwaardig vonnis van de (plaatsvervangend) vrederechter van het Brusselse kanton St-Joost-ten-Node onze richting uit. De zaak betrof de inning van een factuur voor een ambulancedienst (dringend ziekenvervoer), waar de wetgever de tarieven vastlegt en ook heel nauwgezet bepaalt wie die moet betalen. Een ambulancedienst vorderde het saldo (één derde van de onbetaalde factuur) van de patiënt. De rest van het onbetaalde deel was al eerder, en geheel volgens de wet, door een Fonds betaald. De vrederechter vindt de vordering van de ambulancedienst overdreven. Ik laat u nu verder woordelijk meelezen, want anders denkt u dat ik nu wél uit mijn nek zit te kletsen: “Dergelijke houding is ten onrechte van een zorgvuldige en voorzichtige schuldeiser in de zin van artikel 1382 van het Gerechtelijke Wetboek”. En dan komt er nog dit: “Bijgevolg vermindert de rechtbank het verzoek bij uitoefening door de rechtbank voor een normale toepassing van het recht”.
Zelfs Google, DeepL en ChatGPT zouden het er beter van af brengen met die blijkbaar uit het Frans vertaalde tekst. En geheel terzijde, maar wordt hier het Gerechtelijk Wetboek niet verward met het Burgerlijk Wetboek? Mogen er nog wat kwaliteitsvereisten worden gesteld, zelfs in kleine zaken? Natuurlijk worden er dagelijks vele goede vonnissen en arresten uitgesproken en ook plaatsvervangende rechters doen vaak hun best. Maar toch, verdient ook de rechtzoekende soms niet wat meer respect? Dat hoeft niet duur te zijn.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties