Gedurende vele decennia werden asbesthoudende materialen gebruikt bij het oprichten van gebouwen. Naar verluidt profileerde België zich zelfs als enthousiaste koploper voor wat het gebruik van deze materialen betreft. Zo is het dat naar schatting in 70% tot 80% van de gebouwen die voor 2001 – het jaartal waarin het gebruik van asbest werd verboden – zijn opgericht, asbest wordt aangetroffen.
Dat asbest de volksgezondheid schaadt, raakte stilaan algemeen geweten. Gedurende vele jaren werd in allerhande context noodgedwongen naar regelgeving uit het Arbeidsrecht verwezen, daar waar werkgevers al sinds 1995 werden verplicht om een asbestinventaris op te stellen, voor zover werknemers werden tewerkgesteld in gebouwen.
Bij menige verkoop van vastgoed veroorzaakte de ontdekking van de aanwezigheid van asbest klassiek paniek. Men vroeg zich in menige casus af of de aanwezigheid van deze stof bij de verkoop vanzelfsprekend een determinerende eigenschap was van het voorwerp van de koop.
Deze vraag zal binnenkort veel korter door de bocht kunnen worden beoordeeld. We lezen immers actueel dat de verkoper van een pand in Vlaanderen dat gebouwd is voor 2001 vanaf 23 november 2022 een asbestattest moet voorleggen.
De inhoud van dit attest moet bekend gemaakt worden aan de koper van het pand bij het ondertekenen van het compromis. Onnodig te zeggen dat dit attest dan ook al voor de ondertekening van de compromis in het dossier aanwezig is.
Voor de gemeenschappelijke delen van panden die onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom vallen, gaat de verplichting pas in op 1 mei 2025. In functie van verhuring zou dit attest maar verplichtend zijn voor zover het verhuurde pand gebouwd is voor 2001, en dat vanaf 2032.
Deze regelgeving kadert in een Vlaamse doestelling om Vlaanderen tegen 2040 asbestvrij te maken. Dit naar aanleiding van aantoonbare gezondheidsrisico’s. Hiermee is het zonneklaar en voor weinig betwisting vatbaar dat over de melding rond aanwezigheid van asbest – of er nu sprake is van beschadigde bouwonderdelen of niet – niet veel discussie meer moet worden gevoerd in hoeverre dit een determinerende factor bij verkoop speelt.
Astrid Clabots
0 reacties