Sinds (bijna) twee decennia beschermt de ‘Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties‘ ondernemers en ondernemingen tegen handelspartners die hun facturen (te) laat betalen.
Sindsdien is op elk factuurbedrag dat op vervaldatum niet (volledig) is betaald, zonder voorafgaande ingebrekestelling de wettelijke intrest in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties verschuldigd. Deze intrestvoet is wettelijk bepaald en bedraagt voor het 2de semester van 2021 8% (ongewijzigd sinds 1 juli 2016), hetgeen een stuk hoger is dan de referentie-intrest (i.e. de wettelijk rentevoet die voor het jaar 2021 is vastgesteld op 1,75%).
De wet bepaalde dat elke factuur binnen de 30 dagen moet worden betaald, maar het was partijen wel toegelaten om deze conventioneel uit te breiden naar maximaal 60 dagen.
In de voorbije jaren werden evenwel een aantal achterpoortjes gevonden in de wet die ertoe leidden dat de betalingstermijn na levering van de goederen/diensten de facto opliep tot 90 dagen (of meer). In contracten/samenwerkingsvoorwaarden kan men immers vaak terugvinden dat:
- de betalingstermijn van de factuur ingaat na een termijn voor verificatie van de factuur;
- de leveringen van goederen/prestaties pas na een bepaalde termijn mogen gefactureerd worden. (de factuurdatum werd daarmee uitgesteld en dus de datum waarop de betalingstermijn aanvangt.)
De wetgever acht het nu opportuun om deze achterpoortjes te sluiten. De wet van 2 augustus 2002 wordt als volgt gewijzigd:
- indien de wet of de overeenkomst tussen partijen voorziet in een procedure voor aanvaarding of verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten, dan zal deze termijn voor verificatie thans integraal deel uitmaken van de betalingstermijn. De verificatietermijn zal dus samenlopen met de betalingstermijn. Het zal dus niet langer mogelijk zijn om, via de omweg van een lange verificatietermijn, contractueel te voorzien dat een factuur meer dan 60 dagen na factuurdatum wordt betaald.
- de factuurdatum mag niet meer contractueel worden vastgelegd. De schuldenaar wordt wettelijk verplicht om uiterlijk op datum van levering van de goederen of diensten alle nuttige informatie te leveren aan de schuldeiser, zodat deze onmiddellijk een factuur kan uitreiken. Het zal dan ook niet langer toegelaten zijn om af te spreken dat een factuur pas lange tijd na de levering wordt uitgereikt. De bedoeling is dat de factuurdatum onmiddellijk na de levering volgt (en dus de betalingstermijn onmiddellijk na levering loopt).
De wetswijzigingen treden in werking vanaf 1 februari 2022. Vanaf die datum moeten contracten en samenwerkingsvoorwaarden conform de nieuwe wetgeving zijn opgesteld. Het loont de moeite om uw samenwerkingsverbanden op dat vlak onder de loep te nemen. Indien de schuldeiser van de factuur een KMO is, maar de schuldenaar is dat niet, voorziet de wet namelijk dat elke contractuele afspraak in strijd is met bovenvermelde regels nietig is en dus niet toegepast zal worden.
Isa Degryse
0 reacties