De Standaard, donderdag 5 oktober 2017, p. 7
Discriminatie op grond van vaderschap
Is discriminatie op grond van vaderschap al niet verboden? Ik dacht het wel.
De algemene antidiscriminatiewet verbiedt discriminatie “op grond van geboorte” in arbeidsverhoudingen (art. 3, 5, § 1, 5°, en 14 Antidiscriminatiewet). Een werknemer die wordt gediscrimineerd omdat hij vader is geworden, wordt toch onterecht ongelijk behandeld omwille van geboorte? Ja, maar niet zijn geboorte, zegt u. Inderdaad, maar waarom zou men “geboorte” niet creatief kunnen invullen, aangezien er toch niet staat dat het om de eigen geboorte moet gaan?
Het Interfederaal Gelijkekansencentrum, thans Unia genaamd, kan in rechte optreden (art. 29, § 1, Antidiscriminatiewet). Niet het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, dat is juist. Maar so what?
Ziekteverleden
Het is juist dat het Wetboek van Strafrecht vandaag enkel straffen stelt op bepaalde discriminatoire handelingen op grond van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand, (zie de wijzigingen van het Strafwetboek door de artikelen 33-42 van de Antidiscriminatiewet).
Maar wat De Standaard schrijft, is niet juist: “Enkel discriminatie vanwege de huidige of toekomstige gezondheidstoestand is strafbaar, niet de medische voorgeschiedenis”. Dat iemands gezondheidsantecedenten niet strafbaar zijn, is nogal evident, maar bedoeld wordt natuurlijk dat discriminatie op grond van de medische voorgeschiedenis niet strafbaar is.
Welnu, dat is niet juist. Wij zijn niet alleen drie antidiscriminatiewetten rijk, maar hebben ook nog een interprofessionele antidiscriminatie-cao, de CAO nr. 95. Die bepaalt dat de werkgever geen onderscheid mag maken op grond van ziekteverleden wanneer dat geen verband houdt met de functie of de aard van de onderneming, behalve indien zulks wettelijk wordt vereist of toegelaten (art. 2 en 3 CAO nr. 95).
Inbreuken op algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten worden bestraft met een sanctie van niveau 1 (art. 189 Sociaal Strafwetboek), d.w.z. een administratieve geldboete van 10 tot 100 euro, te vermeerderen met de opdeciemen (x 8). Dit is veel minder dan de straffen die op grond van het Strafwetboek kunnen worden opgelegd voor misdrijven waarbij sprake is van discriminatie wegens huidige of toekomstige gezondheidstoestand: daaronder komen ook gevangenisstraffen voor. Maar wringt daar echt het schoentje?
Conclusie
Ik signaleer nog een hiaat in de wet, dat mij bovendien persoonlijk treft: de wet verbiedt nog altijd grootvaderdiscriminatie niet. Dáárop zouden strenge straffen moeten staan.
Meer blogberichten van deze auteur omtrent arbeids- of socialezekerheidsrecht vindt u hier.
0 reacties