Recent heeft het Hof van Cassatie zich in een arrest van 10 mei 2023 nogmaals uitgesproken over de grens van de verbeurdverklaring van het voorwerp van het witwasmisdrijf.[1]
Opgelegde verbeurdverklaringen overschrijden witgewassen vermogensvoordeel
In de zaak die aanleiding gaf tot het arrest, had het hof van beroep lastens drie beklaagden een verbeurdverklaring bij equivalent van 500.000 euro, 1.000.000 euro en 250.000 euro (samen 1.750.000 euro) uitgesproken. Het totale witgewassen vermogensvoordeel werd evenwel begroot op 1.593.319 euro. Het totale verbeurdverklaarde bedrag was dus groter dan de waarde van het witgewassen vermogensvoordeel. Hieronder wordt die schijnbare discrepantie onder de loep genomen.
Object- en waardeconfiscatie van het voorwerp van het witwasmisdrijf
Elke handeling die met de wettelijk vereiste kennis van zaken wordt gesteld ten aanzien van illegale vermogensvoordelen maakt een witwashandeling uit. De illegale vermogensvoordelen vormen hierbij het voorwerp van het witwasmisdrijf en worden witgewassen vermogensvoordelen. Deze zijn verplicht verbeurd te verklaren (‘objectconfiscatie’).
Wanneer de witgewassen vermogensvoordelen niet kunnen worden teruggevonden in het vermogen van de daders moet de verbeurdverklaring bij equivalent worden uitgesproken. In dat geval wordt de tegenwaarde van die goederen verbeurdverklaard (‘waardeconfiscatie’). Die waardeconfiscatie kan in bepaalde gevallen worden gemilderd.
Verbeurdverklaring bij meerdere daders
De verbeurdverklaring van het voorwerp van het witwasmisdrijf of van het (eventueel gemilderde) equivalent moet worden uitgesproken ten aanzien van alle daders, mededaders of medeplichtigen. Dit heeft tot gevolg dat bij pluraliteit van daders elke dader moet worden veroordeeld tot de verbeurdverklaring van het witgewassen vermogensvoordeel of de (eventueel gemilderde) tegenwaarde ervan. Hierdoor wordt het illegale vermogensvoordeel bij meerdere personen verbeurdverklaard of, in het geval van waardeconfiscatie, is het totaal verbeurdverklaarde bedrag groter dan de waarde van het witgewassen vermogensvoordeel.
Hof van Cassatie: vermogensvoordeel niet overschrijden bij uitvoering
Volgens het Hof van Cassatie is dergelijke veroordeling niet onwettig noch in strijd met het persoonlijk karakter van de straf. Het Hof benadrukt evenwel dat bij de uitvoering van die verbeurdverklaringen het vermogensvoordeel niet mag worden overschreden.
Wanneer het gaat om verbeurdverklaring bij equivalent (zoals in de zaak die aanleiding gaf tot het arrest van 10 mei 2023), dan mag:
- in totaal geen hoger bedrag dan het witgewassen vermogensvoordeel worden geïnd, en
- per veroordeelde geen hoger bedrag worden geïnd dan het door de rechter bepaalde aandeel in de verbeurdverklaring.
Wanneer het witgewassen vermogensvoordeel (vb. een diamant) kan worden teruggevonden in het vermogen van de dader, gaat het om een objectconfiscatie en kan de uitvoering van de verbeurdverklaring ervan vanzelfsprekend slechts geschieden t.a.v. deze persoon die dit vermogensvoordeel in zijn bezit heeft.
Conclusie
Uit wat voorafgaat volgt dat wanneer er meerdere daders zijn, (de waarde van) het witgewassen vermogensvoordeel voor de strafrechter geen grens vormt voor de totaal door de strafrechter op te leggen verbeurdverklaringen. Die grens geldt wél voor de autoriteiten belast met de uitvoering van die verbeurdverklaringen.
Het is dus ten zeerste aangewezen dat veroordeelden zich in dergelijke dossiers ook laten bijstaan op het vlak van strafuitvoering om toe te zien op de naleving van die grens.
Raphaël Bonte, Waeterinckx Advocaten Ondernemingsstrafrecht
Referenties
[1]Cass. 10 mei 2023, AR P.21.0876.F. Zie ook in dezelfde zin Cass. 12 januari 2022, AR P.21.0974.F, concl. D. VANDERMEERSCH.
0 reacties