Auteur: dr. Jolien Kruit, advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, gespecialiseerd in het (maritieme) vervoerrecht. Jolien Kruit doceert aan meerdere universiteiten en publiceert regelmatig over vervoersrechtelijke onderwerpen. Zo schreef zij samen met haar collega Marc van Maanen het preadvies Sustainable Transport.
De cijfers liegen er niet om: Het transport heeft op vergroeningsgebied een inhaalslag te maken. Daar zijn verschillende mogelijkheden toe, zowel operationeel als juridisch. Het goede nieuws is dat de vraag snel toeneemt. Van noodzakelijk kwaad wordt vergroening meer en meer een noodzakelijk goed. De juridische aspecten kunnen daaraan een belangrijke bijdrage leveren.
Noodzaak tot vergroening
Internationale wetenschappers laten er geen twijfel over bestaan dat urgente actie noodzakelijk is op klimaatgebied. Zij wijzen de transportsector aan als één van de grote vervuilers. Regelgevers slaan daarop aan. Bovendien benoemen steeds meer rapporten en nieuwsberichten de risico’s van klimaatverandering voor het transport. Naast schade aan de infrastructuur resulteren extreme(re) weersomstandigheden ook in een disruptie van het transport. Die risico’s zijn, in ieder geval vooralsnog, bovendien slecht verzekerbaar. Ook op commercieel vlak dringen verladers en grote vervoerders aan op schoner transport.
Kortom, vergroening is in het transport van een optie veranderd in een noodzaak. Van noodzakelijk kwaad verwordt het meer en meer tot een noodzakelijk goed. Zowel voor de planeet als voor de business case. Steeds meer onderzoeken laten zien dat om op termijn rendabel te blijven, omarming van de duurzaamheidsbeginselen essentieel is. Dat geldt in zekere mate voor iedere onderneming in welke sector dan ook. Gelet op de inhaalslag die de transportsector als geheel (alle modaliteiten) moet maken, zullen de stappen daar naar verwachting groter zijn.
Aanpassing en adaptatie
Vergroening vergt veel van de partijen in het transport op operationeel vlak. Voor zover de vervoersmodaliteiten en/of vervoersmiddelen zelf niet moeten worden veranderd (modal shift), zal de inzet en/of de gebruikte brandstof mogelijk moeten worden aangepast (anders rijden/varen, al dan niet door een andere aandrijvingsvorm).
Dat heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de operationele processen. Daarnaast kan de prijs van vervoer, al dan niet onder invloed van op basis van ‘polluter pays’-regelgeving ingevoerde belastingen of emissierechten, veranderen. Ook op juridisch gebied is evenwel adaptie aan de nieuwe werkelijkheid noodzakelijk.
Aansprakelijkheidsrisico’s beperken
Marktpartijen moeten voldoen aan een toenemende hoeveelheid publiekrechtelijke regelgeving afkomstig van verschillende regelgevers. Naast de VN, de EU en nationale regelgevers, spelen in het transport immers ook de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) voor de internationale scheepvaart respectievelijk luchtvaart een belangrijke rol. Voldoende kennis van de gestelde normen en voorschriften is noodzakelijk om hieraan te kunnen voldoen en boetes en/of zwaardere sancties te voorkomen.
Daarnaast zijn er op juridisch vlak ook privaatrechtelijke aspecten om aandacht aan te besteden. Contracten zullen aan de publiekrechtelijke regelgeving moeten worden aangepast. De verdeling van risico’s en kosten zal moeten worden geadresseerd en waar mogelijk afgedicht, hetzij contractueel, hetzij anderszins.
Aansprakelijkheid in algemene zin, ook naar niet contractueel verbonden derden, moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Het aansprakelijkheidsrisico wordt immers steeds reëler. In de Nederlandse rechtspraak is in 2021 op een civielrechtelijke vordering van onder meer Milieudefensie geoordeeld dat olie- en gasmaatschappij Shell verplicht is verdergaande klimaatmaatregelen te treffen. Ook in andere jurisdicties zijn dergelijke privaatrechtelijke acties gestart. Niet uitgesloten is dat belangengroepen op een gegeven moment ook juridische actie zullen nemen tegen grote(re) spelers in de transportsector.
Kansen vergroening
Naast het voorkomen van (aansprakelijkheids)risico’s biedt vergroening ook nadrukkelijk kansen voor het transport. De circulaire economie en dan met name de reverse logistics kan tot extra vervoersbewegingen leiden. Ook op andere vlakken zijn er mogelijkheden, bijvoorbeeld door nieuwe diensten aan te bieden. Schepen kunnen ingezet worden voor het vervoer van CO2 naar ondergrondse opslaglocaties. Hetzelfde geldt voor warmte, geïmporteerde waterstof en andere vormen van duurzame energie. Ook kan een kostenbesparing behaald worden door elektrificatie. Zeker vergeleken met de huidige olie- en gasprijzen kan vervoeren met een elektrische aandrijving de financieel aantrekkelijker optie zijn.
Contractmanagement
Partijen kunnen zowel hun eigen werkprocessen vergroenen, als die van ketenpartners en andere betrokken partijen. Contractmanagement, waaronder het opstellen en uitonderhandelen van contracten, heeft daarbij een belangrijke functie. Samenwerking kan leiden tot het halen van groene doelstellingen, waarbij investeringen en kosten kunnen worden gedeeld. Bijvoorbeeld door het overeenkomen van rapportageverplichtingen, digitalisering of een andere wijze van vervoer (bijvoorbeeld over het water of met de trein in plaats van over de weg of door de lucht). Ook kunnen contractuele afspraken een boost geven aan duurzaamheid en de groene economie met (grote) zakelijke voordelen, waaronder een positieve uitwerking op merk en imago van het bedrijf. Steeds meer verladers opteren voor de groenere optie. Dat neemt verder toe naarmate vervuiling in de prijs van conventioneel vervoer wordt betrokken.
Conclusie
Het transport vergroent. In alle gevallen is het van belang om de feitelijke (operationele) werkelijkheid steeds juridisch goed te begeleiden. Niet alleen “rijden/varen/vliegen”, maar ook “schrijven”.
Een uitgebreide neerslag van het onderzoek van dr. Kruit kunt u lezen in de congresbundel Recht en duurzaamheid / Droit et durabilité – Bijdragen aan de studiedag van 6 mei 2022 van het Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht.
0 reacties