Na een overlijden moeten de erfgenamen een aangifte van nalatenschap indienen. Dit moet binnen de vier maanden te rekenen vanaf het overlijden. Maar het kan gebeuren dat er nadien een nieuwe aangifte moet worden ingediend, een verplichting die al eens aan de aandacht ontsnapt, met boetes tot gevolg. In Vlaanderen is het opletten geblazen met levensverzekeringen.
De oorspronkelijke aangifte van nalatenschap
Een overlijden brengt, naast het verdriet, ook een aantal verplichtingen met zich mee. Zo zijn de erfgenamen verplicht om ‘een aangifte van nalatenschap’ in te dienen. Deze aangifte bevat, naast een overzicht van de erfgenamen, een opname van het vermogen van de overleden persoon of ‘de erflater’. Op basis daarvan kan de fiscus de successierechten berekenen. Is de erflater in België overleden, dan hebben de erfgenamen in principe vier maanden de tijd om deze aangifte van nalatenschap in te dienen. Die termijn begint te lopen vanaf het overlijden. Zolang de termijn van vier maanden niet is verstreken, kunnen de erfgenamen nog wijzigingen aan de aangifte van nalatenschap aanbrengen. Als de termijn van vier maanden niet wordt nageleefd, volgen er boetes. De erfgenamen hebben er dus alle belang bij om deze termijn van vier maanden niet uit het oog te verliezen.
Nieuwe gebeurtenissen, nieuwe aangifte
Nu is het best mogelijk dat de erfgenamen de aangifte van nalatenschap tijdig hebben ingediend, maar dat er nadien toch iets gebeurt waardoor een nieuwe aangifte nodig is en de fiscus de successierechten opnieuw moet berekenen. In het Vlaamse Gewest zijn de toepasselijke regels anders dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en in het Waalse Gewest. Welke regels van toepassing zijn, wordt bepaald door de plaats waar de erflater het langst heeft gewoond in de periode van vijf jaar voor het overlijden.
Algemeen voor de drie gewesten
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarbij er een verplichting geldt om een nieuwe aangifte van nalatenschap in te dienen. Bijvoorbeeld als het vermogen van de erflater nog stijgt na het overlijden (zoals na de oplossing van een conflict waarbij er de overleden persoon toch nog een geldsom te beurt valt). Of als er plots een testament opduikt waardoor het vermogen van de erflater op een andere manier moet verdeeld worden. Er geldt dan een nieuwe termijn van vier maanden om de nieuwe aangifte van nalatenschap in te dienen. Deze termijn begint te lopen vanaf de nieuwe gebeurtenis. Als de verplichte nieuwe aangifte niet of niet tijdig ingediend wordt, volgen er boetes. Dit geldt ook als de betrokkenen ‘te goeder trouw zijn’ en niet wisten dat ze een nieuwe aangifte van nalatenschap moesten indienen.
Specifiek voor het Vlaamse Gewest: opgelet voor levensverzekeringen
In het Vlaamse Gewest kan ook de verplichting bestaan om een nieuwe aangifte in te dienen als een levensverzekering pas wordt afgekocht of uitgekeerd geruime tijd nadat de verzekeringsnemer is overleden. Of nog: als de verzekeringsnemer het verzekerde kapitaal pas ontvangt of opvraagt geruime tijd nadat de huwelijkspartner (tenzij de echtgenoten gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen) is overleden en mits de polis mee met gelden van de overleden partner werd gefinancierd. Tussen het overlijden en de uitkering of de afkoop van het levensverzekeringscontract kunnen vaak jaren verstrijken. De verplichting om een nieuwe aangifte van nalatenschap in te dienen wordt dan ook vaak over het hoofd gezien, met boetes tot gevolg.
Ontdek hieronder het volledige perscommuniqué en voorbeelden uit de praktijk.
0 reacties