Hoe vaak werd het afgelopen jaar in ophefmakende en mediagevoelige strafdossiers verkondigd dat werkstraffen niet op het strafregister komen? Zulke uitspraken stellen niet alleen de geloofwaardigheid van justitie zwaar op de proef. Ze zijn manifest verkeerd.
Het zal (sommigen) misschien verbazen, maar de werkstraf komt wel op het strafregister.
In 2002 werd de werkstraf ingevoerd als alternatief voor de gevangenisstraf. De werkstraf bestaat uit een dienstverlening van minimaal 20 en maximaal 300 uren. In het ideale scenario is de werkstraf aangepast aan de feiten (bv. een milieucrimineel die aan de slag gaat bij de groendienst). De wetgever had daarnaast een zeer belangrijk doel voor ogen bij het invoeren van deze alternatieve straf: de kansen op re-integratie maximaal beschermen.
Het Wetboek van Strafvordering bepaalt de regels over het Centraal Strafregister (artikel 589 en volgende).
Artikel 590, 1° stelt zeer duidelijk dat alle veroordelingen tot criminele, correctionele of politiestraffen worden opgenomen in het Strafregister. Een werkstraf is (afhankelijk van de duur) een correctionele of politiestraf. Bijgevolg moet elke veroordeling tot een werkstraf worden vermeld op het strafregister (en worden die ook effectief vermeld).
Het beschermen van de kansen op re-integratie (en het zoeken naar een job) zou echter een maat voor niets zijn als elke strafrechtelijk veroordeelde werkzoekende steeds zijn volledig en ongefilterd strafregister zou moeten voorleggen aan zijn (mogelijke) toekomstige werkgever.
Om die reden bestaan er drie soorten uittreksels uit het Centraal Strafregister (of drie soorten strafbladen zo men wil):
1. Het ‘gerechtelijk’ strafblad (toegankelijk voor gerechtelijke overheden zoals strafrechters, onderzoeksrechters, parketmagistraten en veiligheids- en politiediensten);
2. Het ‘administratief’ strafblad (toegankelijk voor administratieve overheden), en
3. Het ‘particulier’ strafblad (toegankelijk voor elke natuurlijke en rechtspersoon die een uittreksel opvraagt bij de bevoegde dienst).
De wet bepaalt voor elk type strafblad welke gegevens (straffen en andere zaken) daarop worden vermeld en wie met welke finaliteit toegang heeft tot die gegevens.
De werkstraf wordt (in principe):
- altijd vermeld op het ‘gerechtelijk’ strafblad;
- soms (eerder uitzonderlijk) vermeld op het ‘administratief’ strafblad (bv. voor het samenstellen van de assisenjury, bij bijzondere functies of gereglementeerde activiteiten, in bepaalde gevallen voor functies die contacten met minderjarigen omvatten);
- nooit vermeld op het ‘particulier’ strafblad.
De reden dat dit nooit wordt vermeld op het 'particulier’ strafblad is voor de hand liggend. De re-integratie van de tot een werkstraf veroordeelde persoon zou ernstig worden gehypothekeerd als de particulier geen bewijs van ‘blanco strafregister’ zou kunnen voorleggen aan zijn mogelijks toekomstige werkgever. Deze werkgever heeft – net zoals de maatschappij of andere privépersonen – (vanzelfsprekend) geen toegang tot het ‘gerechtelijk’ strafblad.
Heeft de vermelding op het ‘gerechtelijk’ strafblad dan zin? Zeker wel, het 'gerechtelijk' strafblad zal zoals gezegd ter beschikking zijn van bv. rechters, parketmagistraten en politiediensten. Stel dat de betrokkene nog eens verzeild geraakt in een nieuwe strafzaak (het ‘gerechtelijk’ strafblad zit altijd in een aparte kaft in het strafdossier):
- de politiespeurder kan de eerdere veroordeling (voor zover relevant) ter sprake brengen in het verhoor en de betrokkene hiermee confronteren;
- de onderzoeksrechter zal (na arrestatie en voorleiding) weten dat de persoon in kwestie al ‘gekend’ is voor bepaalde feiten, wat de doorslag kan betekenen om iemand aan te houden in de gevangenis tijdens het onderzoek;
- de strafrechter die moet oordelen over de nieuwe strafzaak zal bij de beoordeling van de zaak, in het bijzonder de bestraffing, hiermee rekening houden (en bv. wettelijke herhaling met strafverzwaring kunnen vaststellen).
Niet alleen de werkstraf wordt vermeld op het ‘gerechtelijk’ strafblad; ook de opschorting van straf of de eenvoudig schuldigverklaring (waar geen ‘straf’ wordt opgelegd, maar enkel ‘schuld’ wordt vastgesteld). Zelfs de minnelijke schikking (ook wel de zgn. achterkamerdeals die zgn. wittenboordencriminelen sluiten) worden erop vermeld. Maar ook voor deze gegevens zal er (in principe) geen spoor zijn op het ‘administratief’ en ‘particulier’ strafblad.
Besluit
Het is fout om te verkondigen dat een werkstraf niet op het strafblad komt en jammerlijk te moeten vaststellen dat voorkennis en nuance meer en meer aan belang inboeten terwijl dit net cruciaal is om een ernstig debat te voeren. Dus voor eens en voor altijd: een werkstraf komt wel op het persoonlijk uittreksel in het Centraal Strafregister maar wordt (in principe) niet meegedeeld aan administratieve overheden en zullen nooit vermeld zijn op uittreksels die worden afgeleverd aan particulieren die dit aan hun toekomstige werkgever moeten bezorgen.
Ruben Van Herpe
Waeterinckx Advocaten
0 reacties