Het is half april. De zon schijnt, de vogels fluiten en de cameraploegen jagen haastig op al wie van politiek zijn metier heeft gemaakt. Over enkele weken trekken we naar de stembus voor de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. De campagne lijkt al wel maanden aan de gang te zijn, maar ergens heb ik ook het gevoel dat de échte strijd tussen onze dames en heren politici nog moet losbarsten. Het is immers al over veel gegaan. Over alles eigenlijk, behalve dan over inhoud. Hoe dan ook: nog enkele weken kan ik de hoop koesteren dat het óók over justitie zal gaan tijdens deze campagne.
De afgelopen legislatuur kreeg justitie het immers zwaar te verduren. Het regende verwijten en de fakkels en hooivorken stonden schijnbaar in de uitverkoop. Niet in het minst politici vuurden op justitie met de regelmaat van de klok.
Laat ons met een recente gebeurtenis beginnen.
Enkele maanden geleden, toen er net een arrest was geveld in de zaak Sanda Dia, stond het land in rep en roer. Terecht, want verschrikkelijke gebeurtenissen en maatschappelijk belangrijke zaken lokken reactie en verontwaardiging uit. Het is ieders goed recht om kwaad te zijn. Er vielen ook harde woorden. Er zou sprake zijn van klassenjustitie.
Het was ontstellend om te zien hoe het vaak de hoeders van de rechtsstaat zijn die het vertrouwen in justitie de doodssteek dreigen te geven
Wat me wel verbaasde, was dat het vooral onze politici waren die als eersten – vaak zonder het arrest te hebben gelezen – hun TikTok openden en hun verontwaardiging in de gauwte wereldkundig maakten. Het kwam er voor hen althans op aan om zo snel mogelijk, zo verbolgen mogelijk te reageren. Wie wil er nu niet die allereerste likes scoren, al is het op kap van een slachtoffer en de rechtsstaat? Ik word er cynisch van en ik ben daar met mijn 24 jaar eigenlijk nog te jong voor.
Het was ontstellend om te zien hoe het vaak de hoeders van de rechtsstaat zijn die het vertrouwen in justitie de doodssteek dreigen te geven. Ik vroeg me als ik de verontwaardigde berichten zag passeren af: en wat doet u er dan aan, beste politicus? Want we zijn nu maanden verder en ik zag nog geen wetsvoorstel of wetsontwerp passeren dat komaf wil maken met de zogenaamde klassenjustitie.
Nog iets wat ik de afgelopen legislatuur vaak hoorde, was dat justitie faalde. En ja, ook bij justitie zijn er fouten gemaakt de afgelopen jaren. Er zijn mensen veroordeeld en vrijgesproken. Er zijn zware en milde straffen toegemeten. Er zijn slachtoffers onvoldoende geholpen en daders onvoldoende aangepakt. Dat moét ons als maatschappij bezighouden. Dat moét op verzet stuiten. Maar mag ik vandaag ook even pleiten voor soms net iets meer mildheid en respect ten aanzien van al het goede werk dat door justitie wordt verricht? Wanneer politici het hebben over de idee dat “justitie niet werkt in dit land”, dan hebben ze het over een jammerlijke of soms dramatische casus, maar hopelijk nooit over justitie als geheel. En mochten ze het toch over justitie als systeem hebben, welnu beste politici, bestonden er maar mensen in dit land die met wetten en decreten justitie hervormen konden?
Tegelijk denk ik dat justitie er goed aan zou doen soms wat meer te communiceren én van zich af te bijten wanneer het onterechte beschuldigingen moet slikken. Daarnaast moet er ook plaats zijn voor een mea culpa wanneer het écht fout liep. Over schuld, boete en tweede kansen weten uitgerekend juristen toch alles wat er te weten valt?
Een derde en laatste verwijt dat justitie de afgelopen jaren vaak kreeg, was dat rechters te vaak activistisch zouden zijn. Rechters zouden de wet zo vrij interpreteren dat die in hun kraam zou passen. Het rechtspreken als ideologische bezigheid. Ik heb het verwijt van de ‘activistische rechters’ altijd wat gek gevonden.
Ik hoop dat we allemaal wat activistischer worden. Dat we allemaal durven zeggen dat justitie en het rechtssysteem ook vandaag nog de ruggengraat van onze maatschappij zijn
Natuurlijk moeten rechters zo onafhankelijk en objectief mogelijk oordelen. Maar waardenvrij rechtspreken, bestaat niet. Ieder mens werkt vanuit een bepaald referentiekader, een bepaald kader van waarden en normen. Dat is zo voor elke rechter, agent, bankier, vuilnisophaler en voetbalcoach.
Bovendien interpreteert een rechter steeds binnen de grenzen van de wetten en reglementen die politiek bekokstoofd en gestemd zijn. Voor elke ‘activistische rechter’ is er dus minstens ook één ‘slecht geschreven wet’.
Tot slot van deze column dit: als ik de verwijten die justitie moest slikken de afgelopen legislatuur zo overschouw, dan hoop ik dat we allemaal wat activistischer worden. Dat we allemaal durven zeggen dat justitie en het rechtssysteem ook vandaag nog de ruggengraat van onze maatschappij zijn. Dat de rechtsstaat verdedigingswaardig is en de scheiding der machten meer dan een theoretisch concept.
Want hoewel justitie niet perfect is, werkt ze wel en is ze tot nader order onze beste optie.
Schitterend debuut inzake justitie