Wanneer betaal je erfbelasting bij de uitkering van een verzekering?
Wanneer betaal je erfbelasting bij de uitkering van een verzekering?

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 14/02/2017 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Sinds begin dit jaar heft Vlaanderen pas erfbelasting op het moment dat verzekeringskapitaal werkelijk wordt uitgekeerd. Daarmee hanteert de belastingadministratie voor de zoveelste keer op rij een ander standpunt omtrent de erfbelasting op (levens)verzekeringen. Omdat het steeds lastiger wordt om deze saga nog te volgen, klaren we een en ander uit.

Om de nieuwe regels goed te begrijpen, keren we met het fictieve koppel Martine en Herman even terug in de tijd. We gaan naar 2006. Herman heeft een levensverzekering afgesloten en Martine is bij zijn overlijden de begunstigde van het verzekeringskapitaal. Ze zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel en de verzekeringspremies werden betaald met geld uit de huwelijksgemeenschap. Als Herman sterft, moet Martine erfbelasting betalen op de helft van het overlijdenskapitaal. Op zich is dat niet onlogisch. Maar wat gebeurt er als Martine eerst overlijdt? Hoewel de verzekering op dat moment niets uitkeert, vond de fiscale administratie in 2006 dat Herman op de helft van de verzekeringsreserve zelf erfbelasting moest betalen. De argumentatie van de (toen nog) federale belastingadministratie? Martine en Herman zijn getrouwd met gemeenschap van goederen en ook de premies van de verzekering werden betaald met gemeenschapsgelden. Daardoor behoort de afkoopwaarde  van de verzekering tot de huwelijksgemeenschap en is die bijgevolg ook voor de helft belastbaar. Dus hoewel er helemaal geen uitkering was van kapitaal, moest Herman anno 2006 toch erfbelasting betalen na het overlijden van zijn vrouw.

Drie jaar later kwam de federale rulingdienst tot een andere conclusie. Die kwam er op neer dat de afkoopwaarde van Hermans verzekeringspolis door het vroegtijdig overlijden van Martine geen deel uitmaakt van de huwelijksgemeenschap. De verzekering is een eigen goed van Herman, weliswaar met een vergoedingsplicht aan de gemeenschap. Dat betekent dat wanneer Herman en Martine minstens één gemeenschappelijk kind hebben, de afkoopwaarde van het verzekeringscontract volledig ontsnapt aan erfbelasting. De fiscale regelgeving voorzag immers in een vrijstelling in het geval van een vergoeding.

Nog eens twee jaar later, in 2011, verklaarde de federale belastingadministratie zich niet te kunnen vinden in de conclusie van de rulingdienst. Voor de federale belastingadministratie behoorde de afkoopwaarde van Hermans verzekeringspolis wel degelijk tot de huwelijksgemeenschap, waardoor er ook erfbelasting verschuldigd is op de helft van de afkoopwaarde. Een terugkeer dus naar de interpretatie van 2006.

Eind vorig jaar kwam er dan een nieuw Vlaams decreet dat een einde moest maken aan het gehakketak omtrent de fiscale behandeling van levensverzekeringen. Daarin staat dat Vlaanderen pas erfbelasting zal heffen op het moment dat het kapitaal werkelijk wordt uitgekeerd aan de langstlevende begunstigde van een verzekeringscontract. De erfbelasting slaat in principe op de helft van de uitkering of de afkoopwaarde. Wat betekent dat concreet?

Het voorbeeld van Martine en Herman

We beginnen met bovenstaand koppel, Martine en Herman. Zoals gezegd, heeft Herman een verzekeringscontract afgesloten waarin hij verzekeringsnemer en verzekerde is. Martine is de begunstigde. Ze zijn getrouwd onder het wettelijk stelsel en de verzekeringspremies zijn betaald met gemeenschappelijk geld.

Volgens het nieuwe decreet is het verzekeringskapitaal pas belastbaar op het moment dat Herman overlijdt. Want pas dan is er ook een uitkering van de verzekering. Martine zal dan erfbelasting betalen op de helft van het uitgekeerde kapitaal. Er is geen uitkering en dus ook geen erfbelasting als Herman de langstlevende partner is.

Het voorbeeld van Jan en Gerda

In de praktijk bestaan er ook polissen die slaan op twee personen. Dat is het geval bij Jan en Gerda. Ze hebben een verzekeringscontract afgesloten op het hoofd van de langstlevende van hen beide. De kinderen zijn de begunstigden.

Bij die ‘laatststervende’- constructie zal de verzekeraar het verzekeringskapitaal pas uitkeren nadat zowel Jan als Gerda overleden zijn. Als Jan sterft, moet Gerda dus geen erfbelasting betalen op het verzekeringskapitaal. Er is immers geen uitkering geweest. Wel worden bij een overlijden alle rechten op de polis overgedragen aan de langstlevende verzekeringnemer. Gerda kan dus beslissen om het kapitaal op te vragen en de verzekering af te kopen. Op dat moment is er wel sprake van een uitkering en zal Gerda erfbelasting betalen op de helft van het uitgekeerde kapitaal.

Het voorbeeld van Albert en Tineke

Albert en Tineke zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel. Albert heeft in Luxemburg een tweehoofdig Tak 23-verzekeringscontract afgesloten. Zowel hij als Tineke zijn de verzekeringsnemers. Hun kinderen stelden ze aan als begunstigden. Vroeger hadden  hun kinderen al erfbelasting moeten betalen bij het eerste overlijden van een  ouder, ook al kregen ze op dat ogenblik nog niets uitgekeerd. De werkelijke uitkering van het tweehoofdig verzekeringscontract gebeurt immers pas op het moment dat beide ouders overlijden.

Aangezien er pas erfbelasting is op het moment van een uitkering, zal de belastingadministratie pas bij de kinderen komen aankloppen als zowel Albert en Tineke overleden zijn.

Conclusie

Na jaren van onzekerheid heeft het Vlaamse Decreet nu de knoop doorgehakt. Een verzekeringspolis is in het kader van erfbelasting slechts belastbaar bij uitkering of afkoop. Laat u in het licht van uw successieplanning afdoend bijstaan in deze complexe materie. Een successiescan brengt licht in uw situatie zodat u of uw erfgenamen niet voor verrassingen komen te staan.

 

Auteur: Stremersch, Van Broekhoven & Partners

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.