In een arrest van 22 maart 2022 spreekt het hof van beroep te Gent zich uit over het begrip ‘gebruikelijk cadeau’. Het hof verduidelijkt dat het moet gaan om een geschenk dat in verhouding staat tot de inkomsten van de schenker en waarvan het de gewoonte is dit te geven bij bepaalde gelegenheden zoals verjaardagen, geboortes, nieuwjaar, huwelijk, etc. Is het zo eenvoudig? Of is er toch nog verwarring tussen een cadeau en een schenking?
Schenking = schenkbelasting
In principe is iedere schenking onderworpen aan schenkbelasting, althans voor zover ze ter registratie wordt aangeboden. Voor roerende goederen bedraagt het tarief 3% (schenkingen in rechte lijn) of 7% (schenkingen aan anderen). Wanneer een schenking niet ter registratie werd aangeboden en de schenker overlijdt binnen de drie jaar na de schenking, zal er erfbelasting verschuldigd zijn op het geschonken bedrag ingevolge de fictiebepaling van artikel 2.7.1.0.5 Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Een nieuwjaarscadeau of een nieuwjaarsschenking?
Tijdens de feestdagen en voor speciale gelegenheden, zoals een verjaardag, wordt vaak een enveloppe met geld gegeven of een overschrijving gedaan op de bankrekening van uw kinderen, kleinkinderen,… Strikt genomen, gaat het hier om een hand- of bankgift. De vraag stelt zich evenwel of dergelijke giften hetzelfde fiscale regime (moeten) ondergaan als iedere andere schenking.
Er wordt echter traditioneel aangenomen dat dergelijke geschenken (zogenaamde ‘gelegenheids-geschenken’) geen aanleiding zullen geven tot belastingheffing. Volgens de rechtspraak en rechtsleer gaat men voor de kwalificatie van een gebruikelijk geschenk uit van een dubbele voorwaarde. Ten eerste moet het geschenk in verhouding staan tot het vermogen van de schenker. Ten tweede geldt dat een gebruikelijk geschenk wordt gegeven ter gelegenheid van een “speciale” gelegenheid zoals een verjaardag, geboorte, nieuwjaar, huwelijk, etc.
Risico op herkwalificatie
Men moet echter opletten met de omvang van dergelijke geschenken. Wanneer de gegeven bedragen eerder omvangrijk zijn, bestaat het risico dat de Vlaamse Belastingdienst deze giften niet langer als gelegenheidsgeschenken zal beschouwen, maar als gewone schenkingen die (in principe) aan schenkbelasting (of desgevallend zelfs erfbelasting) onderworpen zijn.
De gevolgen van dergelijke herkwalificatie zijn niet te onderschatten. Een herkwalificatie zal immers slechts gebeuren in het kader van een onderzoek door de Vlaamse Belastingdienst bij de behandeling van een nalatenschap. Op het ogenblik dat de herkwalificatie gebeurt, zal de schenker reeds overleden zijn en zal er, voor zover de geherkwalificeerde schenking niet ouder dan drie jaar is, aanleiding bestaan tot de heffing van erfbelasting. Het geschonken bedrag zal bij de belastbare massa worden gerekend, waarna het toepasselijke tarief zal worden bepaald (3% tot 27% in de rechte lijn of tot 55% in de zijlijn en tussen vreemden).
Hof van beroep Gent 22 maart 2022
Of een gift wel of niet gekwalificeerd kan worden als een gelegenheidsgeschenk is een feitelijk maar moeilijk gegeven. Het hof van beroep te Gent spreekt zich in het arrest van 22 maart 2022 uit over deze ‘gebruikelijke geschenken’.
In de feiten die aan het arrest ten grondslag liggen, heeft een dame gedurende de drie jaar vóór haar overlijden elk nieuw jaar een geldsom van 5.000 euro aan haar kinderen en van 2.500 euro aan haar schoonkinderen gegeven als nieuwjaarsgeschenk.
Volgens de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) kunnen deze geschenken niet worden beschouwd als gewone nieuwjaarsgeschenken. Vooreerst omdat bleek dat de erflaatster pas in de laatste jaren vóór haar overlijden vrijgeviger werd maar ook omdat haar inkomen relatief beperkt was, waardoor een cadeau van 5.000 euro aan de kinderen en 2.500 euro aan de schoonkinderen bezwaarlijk als gebruikelijk kon worden beschouwd.
Na een procedure in eerste aanleg worden de kinderen en schoonkinderen door het hof in het ongelijk gesteld, waarbij het hof de traditionele rechtsleer en rechtspraak bevestigt. Het hof volgt de zienswijze van de Vlaamse Belastingdienst en kwalificeert de geldsommen niet als een gebruikelijk geschenk, maar als een schenking, waarop erfbelasting verschuldigd is.
Besluit
Hoewel algemeen aanvaard wordt dat gebruikelijke geschenken geen schenkingen zijn, is het onderscheid niet altijd eenvoudig te bepalen. Er is immers geen concrete wettelijke maatstaf waarop we kunnen terugvallen. Bijgevolg is het onderscheid tussen een geschenk en een schenking telkens een feitenkwestie die geval per geval beoordeeld moet worden. Als vuistregels hanteren we in elk geval de hogervermelde dubbele voorwaarde.
In de praktijk wordt wel eens gesteld dat het totale bedrag van de gelegenheidsgeschenken per jaar maximaal tot 1% van uw totale vermogen (roerend en onroerend samen) zou mogen bedragen. Het lijkt ons niet zonder risico om dit als algemene regel te hanteren. Het is in elk geval van belang dat uw geschenken bij speciale gelegenheden in verhouding staan tot uw vermogen om het risico op erfbelasting te vermijden. Wenst u echter uw kinderen of kleinkinderen reeds een grotere financiële steun te geven, dan kan het aangewezen zijn om dit te organiseren binnen een meer uitgewerkte planning op maat.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties