Het Ministerie van Justitie kondigde vorige week de oprichting aan van een onafhankelijk “preventiemechanisme” dat toezicht zal houden op de detentieomstandigheden in ons land.[1] België ondertekende nochtans al op 24 oktober 2005 het protocol aan de UN Convention Against Torture waardoor zo’n “mechanisme” verplicht is… De voorbije 18 jaren was dit blijkbaar net iets lager op de lijst van politieke prioriteiten beland.[2]
Dat inspectiebezoeken door onafhankelijke instanties (op regelmatigere basis dan het CPT[3]) in onze gevangenissen noodzakelijk zijn is de laatste weken op pijnlijke wijze gebleken.
Naar aanleiding van de recente dramatische gebeurtenissen in de gevangenis van Antwerpen heeft de minister van Justitie luid verkondigd dat eerst en vooral het probleem van de grondslapers zou worden opgelost.
In de “nabije” toekomst zou het aantal grondslapers tot nul worden herleid… Geen kleine opdracht, want zo recent als december 2023 – de laatste periode waarvoor nationale cijfers ter beschikking zijn – bleken er verspreid over 13 van de 26 Belgische gevangenissen niet minder dan 210 gedetineerden op de vloer te slapen.[4]
Er moet een onderscheid gemaakt tussen twee belangrijke redenen voor de huidige wantoestanden. Eerst en vooral is er het historisch en aanhoudend probleem van de overbevolking van de gevangenissen. Anderzijds is er de lamentabele staat van vele gevangenissen.
De combinatie van beide vormt een toxische, soms potentieel dodelijke, cocktail.
Het naar nul herleiden van het aantal grondslapers zal er – als het wordt verwezenlijkt – spijtig genoeg niet voor zorgen dat de leefomstandigheden in de cellen in kwestie er veel op vooruit zullen gaan
Sommige gevangenissen zijn al heel lang ongeschikt voor een menswaardige detentie. De gevangenis van Antwerpen is gebouwd in 1854, die van Gent in 1862 en de gevangenis van Merksplas zag zelfs het levenslicht – nog als landloperskolonie – in 1825 onder Nederlands “management”.
Het naar nul herleiden van het aantal grondslapers zal er – als het wordt verwezenlijkt – spijtig genoeg niet voor zorgen dat de leefomstandigheden in de cellen in kwestie er veel op vooruit zullen gaan. Er zal op korte termijn immers geen werkelijke gevangeniscapaciteit bijkomen. Zelfs in de meest positieve scenario’s zal de nieuwe gevangenis van Antwerpen pas begin 2027 in gebruik worden genomen.
Dit zou een verdubbeling van de capaciteit in Antwerpen betekenen, ware het niet dat men in alle wijsheid reeds heeft besloten om de gevangenis van Hoogstraten te sluiten en men blijkbaar zelfs van plan is om die 170 gevangenen naar de Begijnenstraat over te hevelen.[5]
Een nul-operatie dus.
Er komen dus waarschijnlijk weer ministeriele omzendbrieven met creatieve regels om de uitvoering van korte straffen te beperken[6], tot een volgende politicus beslist dat hij of zij stemmen kan winnen door “tough on crime” te zijn en alles weer wordt teruggedraaid. Wie weet wordt na de verkiezingen de uitvoering van de korte gevangenisstraffen toch weer even “on hold” gezet als noodoplossing…
De politiek legt in het debat graag de verantwoordelijkheid voor deze overbevolking bij justitie, bij de magistraten dus
Concreet zal het waarschijnlijk – zoals steeds – door de gevangenisdirecteurs en cipiers moeten opgelost worden. De paar overblijvende gewone bedden vervangen door nog meer stapelbedden. Nog meer cellen – die in de negentiende eeuw werden ontworpen voor één persoon, maar al een halve eeuw minstens door twee gedetineerden worden gedeeld – omvormen tot drie-, vier- of waarom geen vijfpersoonscellen.
De politiek legt in het debat graag de verantwoordelijkheid voor deze overbevolking bij justitie, bij de magistraten dus. Tot op zekere hoogte is dat natuurlijk juist, maar het is maar een klein stuk van het verhaal. Het staat inderdaad vast dat er in ons land nog steeds voornamelijk wordt bestraft met gevangenisstraffen en bovendien heel veel – volgens mij te veel – gebruik wordt gemaakt van de figuur van de voorlopige hechtenis.
De twee andere pijlers van de trias politica dragen daarvoor echter ook een grote verantwoordelijkheid.
Het steeds maar verhogen van de strafmaat voor misdrijven speelt duidelijk een rol. In de programma’s voor de aankomende verkiezingen dringen sommige partijen nu zelfs opnieuw aan op verhoging van de strafmaat bij geweldsdelicten op overheidsdiensten en hulpverleners, terwijl dat net is gebeurd!
Maar ook op minder formele wijze speelt het politieke discours een belangrijke rol. Hoe meer strijdkreten er weerklonken op de politieke scène tijdens de zogenaamde “War on drugs”, hoe hoger de strafvorderingen van het Openbaar Ministerie werden in drugsdossiers. In mijn – nog steeds relatief korte – periode aan de Antwerpse balie zag ik de gevorderde straffen verdubbelen voor havenarbeiders die verstrikt raken in dergelijke dossiers.
De overbevolking heeft mee geleid tot de trieste toestand die we ondertussen allemaal (zouden moeten) kennen:
“in België [bestaat] […]een reëel gevaar […] op een onmenselijke of vernederende behandeling voor gedetineerden die terecht komen in een instelling waar sprake is van grondslapers, waardoor de minimale persoonlijke ruimte van 3 m² in een meerpersoonscel niet meer is gewaarborgd…” [7]
Een princiepsbeslissing van de Internationale Rechtshulpkamer Amsterdam in 2022, waarnaar sindsdien in vele overleveringsdossiers wordt verwezen. Een vernietigende analyse van het gevangenissysteem van een zelfverklaarde rechtstaat en voorvechter van de mensenrechten.
In plaats van na zo’n smet op ons blazoen structurele wijzigingen door te voeren, geeft België dan maar de trieste “persoonlijke garantie” dat de over te leveren persoon wel een bed zal krijgen. Waardoor de facto een aantal andere gedetineerden hun bed verliest.
En de garantie dat alle gedetineerden “minstens 3m² persoonlijke leefruimte” hebben is eerder hol wanneer een groot deel van die ruimte een matras op de grond is die overdag wordt weggezet. Rest de hoop dat zijn celgenoten hem dan de luxe gunnen om overdag even mee op hun bed of aan tafel te zitten…
De vele hoogdravende uitspraken over bescherming van “onze rechten en waarden” krijgen een heel wrange bijklank nu het vaststaat op welke uiterst cynische manier ons land het welzijn van haar gevangenen benadert
Winston Churchill en Nelson Mandela schreven dat je veel kan leren over een maatschappij door te kijken naar hoe ze haar gevangenen behandelt. Dat wordt steevast bovengehaald als we over detentiebeleid spreken, maar lijkt spijtig genoeg in ons land op praktisch vlak geen enkele impact te hebben.
De vele hoogdravende uitspraken over bescherming van “onze rechten en waarden” of over de mensenrechtensituatie in andere landen krijgen een heel wrange bijklank nu het vaststaat op welke uiterst cynische manier ons land het welzijn van haar gevangenen benadert en alle kritiek van buitenlandse rechters en internationale organisaties van zich af laat glijden.
De vraag is of zich nu weer diezelfde slechte opera zal afspelen.
De aanleiding is steeds dezelfde: er doen zich bijzondere extreme wantoestanden voor in de Belgische gevangenissen, tegen een achtergrond van een reeds jaren bestaande algemene wantoestand.
De media schreeuwen, politici reageren, vaak net iets te slecht geïnformeerd en redelijk kort door de bocht, de minister wijst op de historische vergissingen van voorgaande regeringen en belooft noodmaatregelen, waarna de aandacht zachtjes wegglijdt en we binnen een jaar hetzelfde proces nog eens kunnen overdoen.
“Insanity is doing the same thing over and over again, but expecting different results.”[8]
De toestand in sommige Belgische gevangenissen is dramatisch, mensonwaardig zelfs.
Dat is absoluut niet nieuw en een vaststelling die de laatste decennia elke dag volkomen terecht kon gemaakt worden. Op korte termijn kan dat niet worden rechtgezet.
Maar men zou nu kunnen starten, niet met een zoveelste noodoplossing, maar met een eerste stap in de goede richting.
Bram De Man, advocaat-vennoot De Man Beeldens
Inderdaad en een oud zeer, gedragen door slechte wil.