Wast de magistratuur haar handen in onschuld i.v.m. de overbevolking van de gevangenissen? cover

11 mrt 2024 | Column

Wast de magistratuur haar handen in onschuld i.v.m. de overbevolking van de gevangenissen?

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

De voorlopige hechtenis is al lang een omstreden maatregel. Wordt een crimineel vrijgelaten, dan schreeuwt men moord en brand, wordt er iemand aangehouden in het kader van de voorlopige hechtenis, dan spreekt men van misbruik. Veel hangt daarbij af van diegene die het zegt. Nu er blijkbaar geen schot komt in de maatregelen om de overbevolking van de gevangenissen in te dijken, legt men een deel van de verantwoordelijkheid bij de magistratuur “Overbevolking van de gevangenissen: magistratuur wast handen in onschuld” (Philip Daeninck).

Kort door de bocht samen gevat: straf niet zo streng en houd wat minder aan in het kader van de voorlopige hechtenis, alhoewel de auteur op het einde van zijn artikel er onmiddellijk aan toevoegt: “Het is aan de magistratuur om onafhankelijk en in eer en geweten vonnissen uit te spreken, met kennis van zaken en bestand tegen de publieke opinie”.

Was het allemaal maar zo eenvoudig!

Om te parafraseren met de woorden van de auteur:  “Deze redenering is echter overdreven simplistisch en vraagt om nuancering.”

Deze bijdrage overloopt in grote lijnen de factoren die bijdragen tot de overbevolking, geeft een korte toelichting over de voorlopige hechtenis en doet een aantal voorstellen.

Overbevolking gevangenissen: een complex probleem

De overbevolking in de gevangenissen is, zoals de auteur zelf terecht schrijft, een complex probleem met verschillende oorzaken. Het artikel is evenwel zeer algemeen. Hoe kan men zo maar oordelen dat voorlopige hechtenis in deze of gene zaak terecht is of niet. Dit vereist voor ieder dossier de kennis en van de feiten en van de persoonlijkheid van de verdachte.

Er wordt ook altijd verwezen naar de hoge cijfers van voorlopig gehechten in de gevangenis, maar dit is een vertekend beeld als men rekening houdt met alle veroordeelden die een effectieve gevangenisstraf hebben opgelopen. Als men alle veroordeelden tegelijk zou opsluiten, dan zal men nooit tot het percentage komen dat thans wordt verspreid.

Wie denkt dat de enkelband een mirakeloplossing is, heeft het verkeerd voor. Minister Zuhal Demir geeft als antwoord op een vraag zelf de volgende voorbeelden.

“Ik vind dat een drugdealer met een enkelband thuis, verder dealt. Dat is toch niet logisch. Een tienerpooier die een enkelband krijgt en thuiszit, die verder met zijn gsm de tieners lastigvalt? Het is toch niet logisch dat die een enkelband krijgt. Een dader van partnergeweld, van intrafamiliaal geweld die een enkelband krijgt en thuiszit bij het slachtoffer? Dat is toch niet normaal, maar het is wel de realiteit in dit land! Ik vind dat niet kunnen. Inderdaad, men moet criminelen straffen met een gepaste straf, en vaak zijn dat gevangenissen.”

Welke factoren dragen bij aan de overbevolking in de gevangenissen

  • Strengere straffen: De afgelopen decennia zijn de straffen voor verschillende misdrijven strenger geworden. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal mensen dat in de gevangenis zit.
  • Meer mensen die in voorarrest zitten: Het aantal mensen dat in voorarrest zit, is de afgelopen jaren gestegen. Het aantal zware misdrijven toegenomen maar ook de toenemende zware drugscriminaliteit en de onderzoeken die voortvloeien uit het uitlezen van de SKY-ECC telefoons spelen hierin een belangrijke rol.
  • Onvoldoende alternatieven voor gevangenisstraf: Er zijn te weinig haalbare alternatieven voor gevangenisstraf. Er bestaan inderdaad een aantal alternatieven zoals taakstraffen of elektronisch toezicht doch hier moet vooreerst voldaan worden aan een aantal voorwaarden. Daarnaast stuiten die alternatieven ook op capaciteitsbeperkingen. Dit betekent dat mensen die voor minder ernstige misdrijven veroordeeld worden, vaak toch naar de gevangenis gaan.
  • Te weinig capaciteit in de gevangenissen: De capaciteit van de gevangenissen is niet voldoende meegegroeid met de toename van het aantal misdrijven en derhalve gedetineerden. Er zijn ongetwijfeld ernstige inspanningen gedaan, maar blijkbaar onvoldoende. Dit heeft geleid tot overbevolking in de gevangenissen. Dit fenomeen doet zich niet alleen voor in België maar ook in Nederland, waar er nog eens te weinig personeel is ook.

Wast de magistratuur haar handen in onschuld?

De magistratuur speelt hier zeker een rol. Maar een “rol” is nog wat anders als “verantwoordelijkheid”. De magistratuur speelt een rol in de overbevolking van de gevangenissen door de door de wet voorziene straffen uit te spreken.

De magistratuur kan ook beslissen om mensen in voorarrest te plaatsen, voor zover voldaan is aan een aantal voorwaarden. Zelfs als voldaan is aan de door de wet voorziene voorwaarden, beschikt de onderzoeksrechter nog altijd over een beoordelingsvrijheid, maar voor een aantal misdrijven is er geen ander alternatief dan de voorlopige hechtenis. Ik verwijs naar de voorbeelden aangehaald door de Minister Zuhal Demir.

Je kan van de magistraten toch ook niet verwachten dat voor een aantal belangrijke misdrijven zoals geweldsdelicten, zware drugscriminaliteit, een aantal zedenzaken enz. de rechter alternatieve straffen uitspreekt, wanneer uit het dossier blijkt dat dit niet gepast zou zijn omwille van de concrete omstandigheden in het dossier en de persoonlijkheid van de dader.

De wettelijk voorziene straffen worden evenwel niet bepaald door de magistratuur maar door de wetgever. Idem voor de regels voor de voorlopige hechtenis.

De wetgever voorziet ook alsmaar strengere straffen. De verantwoordelijkheid voor het strafbeleid berust bij de overheid en is haar verantwoordelijkheid. Indien men verandering wil in de duur van de straffen en het gebruik van de voorlopige hechtenis, dan moet de wetgever de wil en de moed hebben om hier beperkingen in te voeren, in plaats van nu ineens de verantwoordelijkheid al was het maar voor een deel in het kamp van de magistratuur te leggen.

Wanneer kan de onderzoeksrechter iemand in voorhechtenis nemen (grote lijnen)?

Een bevel tot aanhouding is slechts mogelijk als de wet voor het misdrijf een correctionele hoofdgevangenisstraf voorziet van één jaar of meer.

Er moeten ernstige aanwijzingen van schuld zijn, wat niet hetzelfde is als dat de feiten reeds moeten bewezen zijn.

De voorlopige hechtenis moet ook volstrekt noodzakelijk zijn voor de openbare veiligheid en de onderzoeksrechter moet dit in concreto motiveren. Algemene motiveringen zijn niet voldoende.

Ten slotte moeten er gevaar bestaan dat de verdachte opnieuw misdrijven zou plegen, dat hij zou proberen zich aan het gerecht te onttrekken en dat hij zou pogen bewijzen te laten verdwijnen of zich verstaan met derden. Ook hier moet de onderzoeksrechter dit in concreto motiveren.

De drie voorwaarden moeten niet samen vervuld zijn en de derde voorwaarde valt weg na een maand.

Daarbij komt dat binnen de vijf dagen het aanhoudingsmandaat al of niet moet bevestigd worden door de raadkamer en dat de verdachte nog de mogelijkheid heeft om in hoger beroep te gaan.

Als drie instanties van oordeel zijn dat de voorlopige hechtenis moet gehandhaafd worden, dan kan je moeilijk zeggen dat de voorlopige hechtenis onterecht is geweest.

Mogelijke oplossingen voor de overbevolking in de gevangenissen

  • Minder strenge straffen: Voor minder ernstige misdaden kunnen zeker alternatieve straffen worden toegepast, zoals taakstraffen of elektronisch toezicht, maar er moet dan wel voldoende capaciteit zijn voor deze alternatieven. Er zijn nu al problemen om werkplaatsen te vinden om de werkstraffen (die kunnen slechts in de door de wet bepaalde instellingen worden uitgevoerd) uit te voeren en bepaalde justitiehuizen kunnen door de toevloed aan werkstraffen deze werkstraffen niet tijdig opstarten en uitvoeren. Momenteel zijn er in Vlaanderen al 7600 enkelbanden in omloop. In het hetzelfde antwoord van de minister is er sprake van 6700.
  • Minder mensen in voorarrest: De criteria voor voorarrest kunnen worden verstrengd. Wat weerhoudt de wetgever om voor te stellen het voorarrest voor een groot aantal misdrijven te beperken, bijvoorbeeld wanneer de maximumstraf vijf jaar is, te beperken tot zes maanden en in andere gevallen tot één jaar (met uitzondering voor bepaalde misdrijven, zoals moord, doodslag, zware drugscriminaliteit) en de criteria om voorlopig aan te houden nog te verstrengen. Als je als wetgever voortdurend kritiek hebt op de voorlopige hechtenis, doe er dan iets aan.
  • Meer alternatieven voor gevangenisstraf: Er kunnen nog meer alternatieven voor gevangenisstraf worden ontwikkeld of voor de bestaande alternatieven, kunnen de voorwaarden aangepast worden.
  • Uitbreiding van de capaciteit van de gevangenissen: De capaciteit van de gevangenissen kan worden uitgebreid door nieuwe gevangenissen te bouwen of bestaande gevangenissen te vernieuwen en/of uit te breiden, al kan je niet ontkennen dat er in dat opzicht al belangrijke inspanningen zijn gedaan. De inspanningen komen blijkbaar wel altijd te laat en er lijkt geen globale visie of een masterplan te bestaan.

Onmiddellijke oplossingen voor de overbevolking van de gevangenissen

  • Voorlopig stopzetten van de uitvoering van korte gevangenisstraffen: De minister wil hoe dan ook het beleid van zijn voorganger om korte straffen te laten uitvoeren, voorzetten, zonder rekening te houden met de gevolgen. Als men toch zoveel mogelijk gevangenisstraffen wil vermijden, waarom dan niet hiervan gebruik maken, maar het is duidelijk dat wat anders speelt, zeker met de komende verkiezingen op komst.
  • Meer bezoek door de onderzoeksrechters aan de gevangenissen: nu reeds bezoeken een aantal onderzoeksrechters op regelmatige basis de gevangenissen (hetgeen trouwens periodiek voorzien is door de wet); na een gesprek met de verdachten zou kunnen overwogen worden (voor zoveel als mogelijk in een aantal gevallen, zeker niet alle gelet op de aard van de misdrijf) om de verdachte voorlopig in vrijheid te stellen onder voorwaarden; op die manier kan de verdachte zijn goede voornemens bewijzen; voldoet hij niet aan de voorwaarden, dan is het zijn eigen schuld en kan hij terug opgesloten worden.
  • Onderbrengen van de geïnterneerden: de minister heeft zelf een voorstel gelanceerd om geïnterneerden onder te brengen daar waar zij thuis horen. Of dit zomaar op korte termijn kan gebeuren, lijkt zeer de vraag.
  • Vroegere vrijlating bij strafeinde: ook hier gaat het om een voorstel van de Minister, dat wellicht wel onmiddellijk kan toegepast worden.

Conclusie

De gevangenisstraf moet het ultimum remedium zijn, doch in een aantal gevallen is er geen andere mogelijkheid. De uiteindelijke bedoeling is immers de verdachte te re-integreren in de maatschappij.

De overbevolking in de gevangenissen is een complex probleem met verschillende oorzaken. De magistratuur speelt hier zeker een rol maar binnen de perken van de wet, maar dit is niet de enige factor. Zij draagt m.i. geen verantwoordelijkheid hiervoor. Dit sluit niet uit dat zij na de opsluiting, na een bezoek aan de gevangenis en wanneer dit voor het onderzoek niet meer nodig is, verdachten eerder voorlopig in vrijheid kan stellen mits naleving van een aantal voorwaarden. Of dit een groot aantal vertegenwoordigt is zeer de vraag.

Er zijn verschillende onmiddellijke oplossingen mogelijk om de overbevolking, al is het maar tijdelijk, in de gevangenissen aan te pakken, zoals tijdelijk stopzetten van de uitvoering van de korte gevangenisstraffen.

Politiek ligt dit in de schuif van de onmogelijke dingen.

Het is immers duidelijk dat na de luide roep om korte gevangenisstraffen uit te voeren, men moeilijk kan terug krabbelen.

Ook Vlaanderen zou een tandje kunnen bijsteken omdat zij verantwoordelijk is voor de re-integratie. Er zijn immers naast de echte criminelen en een aantal toevallige daders, een aantal mensen zoals daklozen, vreemdelingen, verslaafden enz. die, indien zij zouden kunnen genieten van een betere sociale opvang, nooit in de criminaliteit zouden terecht komen.

De directeurs van de gevangenissen staan voor een onmogelijke opdracht, omdat zij net zoals de onderzoeksrechters, de wet moeten naleven en gevangenen moeten opnemen.

Voor het personeel en niet in het minst voor de gevangenen is de toestand stilaan hopeloos en uitzichtloos. De regering negeert zonder veel moeite alle uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

De magistraten verwijten strenger te bestraffen onder druk van de publieke opinie is goedkoop en niet bewezen, zeker niet wanneer je een aantal uitspraken ziet bijvoorbeeld in recente zedenzaken, waar het publiek maar ook de politici precies een strengere straf willen.

Om met de woorden van de auteur te besluiten:

“Het is aan de magistratuur om onafhankelijk en in eer en geweten vonnissen uit te spreken, met kennis van zaken en bestand tegen de publieke opinie”.

Eric Beaucourt

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.