Dit land heeft nog steeds geen regering, zelfs niet eens voldoende kandidaten die daarvoor aan de onderhandelingstafel willen aanschuiven. Volgens de mediaberichten knelt het bij de tekst waarover moet worden gediscussieerd. Echt? In Gent werd alvast verschillende keren aan partnerruil gedaan terwijl de uiteindelijke tekst die de basis vormt voor de volgende coalitie nauwelijks veranderde. Een groen-rood-blauwe tekst die blijkbaar iedereen goed kan vinden en toch ongelukkig maken. Of ging het, zoals verschillende bronnen bevestigden, eerder over botsende persoonlijkheden, over perceptie en ja – toch ook wel een beetje- over de te bedelen postjes?
Intussen dobbert het federale beleidsniveau voort in een sfeer van politieke onverschilligheid. De federale politici verzinnen creatieve pistes zoals een minderheidskabinet dat regeert met volmachten of een regering die eerst onpopulaire maatregelen neemt en dan uitbreidt met zij die deze moed nog niet vinden om te regeren.
Tegen de achtergrond van al deze kommer en kwel ontstaat de wat frivole gedachte om die heldere politieke geesten even te vergelijken met de vermaledijde rechterlijke macht. U weet wel, die wereldvreemde kaste die op een activistische manier de wil van het volk zou negeren en zich laveloos zou overgeven aan een “gouvernement des juges”.
De burgers kiezen politici. Zij worden, zoals hun functie het aangeeft, geacht zich als vertegenwoordigers van het volk te gedragen. Burgers verkiezen hen met het vriendelijk maar ook dwingend verzoek te doen waarvoor ze werden verkozen. Ze moeten hun kiezers, en bij uitbreiding het ganse volk, vertegenwoordigen. Ze krijgen daarvoor zelfs een ruim bemeten mandaat om namens die kiezers te spreken. Ze zijn zoals de advocaten in een procedure.
Advocaten verdedigen uiteenlopende standpunten, maar het zijn uiteindelijk de rechters die de knoop doorhakken en beslissen. Alhoewel ze dat soms graag zouden willen (en – toegegeven – soms ook doen) kunnen rechters niet zeggen dat ze weigeren om te beslissen, bijvoorbeeld omdat de hen voorgelegde teksten hen niet aanstaan. Als ze niet snel genoeg beslissen krijgen ze van de buitenwereld zware kritiek. Het behoort immers tot hun kerntaak om knopen door te hakken. Zo oordeelde dinsdag het gerechtshof in Den Haag dat olie-en gasbedrijf Shell niet alleen kan worden verplicht om de CO2-uitstoot te verminderen. Daarmee wordt een eerder in eerste aanleg genomen opzienbarende beslissing herzien. Maar in beide gevallen is er beslist.
Intussen blijven politici rond de hete brei van de CO2-uitstoot draaien en zullen ze allicht commentaar geven op de uitspraak, maar uiteindelijk werd aan de rechters gevraagd om uitspraak te doen omdat de politici niet uitvoerden wat ze zelf eerder met veel tromgeroffel hadden aangekondigd.
De regeringsformateur is duidelijk geen rechter. Een goede magistraat heeft niet de luxe om niet te beslissen. Dat zou rechtsweigering zijn en rechters die zich daaraan bezondigen kunnen worden gestraft. Politici kunnen ongestraft niets doen. Een rechter die het helemaal niet meer weet probeert soms met een heropening van de debatten een nieuwe strohalm aangereikt te krijgen om dan uiteindelijk toch maar een beslissing te kunnen nemen. De huidige regeringsonderhandelaars heropenen de debatten niet, maar blijven rondjes draaien over hetzelfde en zijn blijkbaar enkel beducht over hoe hun stilzitten dan wordt gepercipieerd. Politici verfoeien dan wel activistische rechters – die toch oplossingen zoeken voor onoplosbare problemen – maar wat meer activisme in hun eigen zoektocht naar oplossingen zou misschien de bevolking gunstig stemmen. Daar valt toch wel een TikTok-filmpje of Instagram-reel rond te bedenken.
In de weekendeditie van De Morgen hekelde Prof. Jonathan Holslag, nu nog actief rond internationale betrekkingen aan de VUB en binnenkort volop actief rond de kerktoren van Tienen, de bedreiging die uitgaat van ‘safe spaces’. Hij vertelt hoe hij in een volle universiteitsaula een studente een vraag stelt in een poging om interactie tot stand te brengen. De studente antwoordde dat ze het stellen van een vraag voor de ganse groep als intimiderend ervaarde en daarmee haar ‘safe space’ niet werd gerespecteerd. “You’re intruding my safe space”. “Als deze trend zich doorzet, en ik durf echt wel van een trend te spreken” zo stelt de professor, “dan zullen universiteiten zichzelf wat betreft de lespraktijk overbodig maken. Het vak van professor zal zo uitgehold worden dat niemand met enige ambitie het nog wil blijven uitoefenen”. Had de professor het nu eigenlijk over zijn activiteiten aan de universiteit of was het ook een discrete vingerwijzing naar de politieke wereld die binnenkort zijn nieuwe bubbel wordt? Willen politici niet uit hun ‘safe space’ van percepties treden?
Zou het toch geen goed idee zijn indien politici zich laten inspireren door die activistische rechters die uiteindelijk toch altijd een beslissing nemen? Zouden we het hen durven vragen of zou dit een bedreiging vormen voor hun safe space?
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties