Dat ik al de eerste werkdag van 2017 zo’n mooie voorzet zou hebben gekregen, had ik niet gedacht. Maar ik had op wat beters gehoopt.
De ‘Rijkssociale’ zekerheid. Hoe krijgen ze uit hun pen! Is er dan niemand van de veertien ondertekenaars die inziet dat je met dergelijk taalgebruik ertoe bijdraagt de sociale zekerheid ‘buitenspel’ te zetten als een aftandse bedoening?
Die verbastering van de instelling Rijksdienst (voor sociale zekerheid) komt niet eens voor in Van Dale. Niet ondanks het feit dat dit woordenboek goed mee is met de tijd, maar omdat het dat is. ‘Rijkssociale zekerheid’ googelen levert, tussen aanhalingstekens geplaatst, een schamele 321 hits op.
Sociale zekerheid is geen dienst in de zin van office (national de sécurité sociale) maar van service. Of het gaat om ‘Reichssicherheit’ of Gemeenschapszekerheid, is overigens secundair. Sociale zekerheid, dát is het kernwoord. De wet zelf heeft het trouwens over het “Beheerscomité van de sociale zekerheid” (art. 39bis Algemene Beginselenwet Sociale Zekerheid).
Hoe kan ik jonge juristen in opleiding ervan overtuigen dat aan de grootste culturele uitvinding van de twintigste eeuw ook in de eenentwintigste meer dan ooit behoefte is, al zij die zich als de hoeders ervan beschouwen, (nog net geen) vooroorlogse (en ik heb het dan niet over de Golfoorlog) taal gebruiken. Veertienmaal foei!
Conclusie
Weg met de ‘Rijkssociale’ zekerheid. Leve de sociale zekerheid!
0 reacties