Cadre juridique pour le financement des PME
Wettelijk kader voor kmo-financiering

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 03/12/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

De wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (Wet kmo-financiering) voorziet in een afzonderlijk wettelijk kader betreffende de financiering aan kleine en middelgrote ondernemingen. Dit bijzonder wettelijke kader kwam er om de kredietverlening aan kmo’s te stimuleren waarbij een beter evenwicht tussen de rechten en plichten van kredietgever en kmo-kredietnemer vooropstond. Dit doet deze wet door aan de kredietgever een aantal plichten en beperkingen op te leggen. Wij bespreken de belangrijkste elementen hierna, zoals zij na de Wijzigingswet van 21 december 2017 van kracht zijn.

Zorgvuldigheidsplicht

Artikel 4 van deze wet behelst eigenlijk louter het algemene beginsel van uitvoering van overeenkomsten te goeder trouw. Meer bepaald wordt verduidelijkt dat alle informatie verstrekt door eender welke partij bij een kredietverlening aan een kmo correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.

Informatieplicht

Allereerst moet de kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar, aan de kmo (die om een financiering verzoekt) en aan de persoonlijke zekerheidsteller (indien van toepassing) alle informatie opvragen die zij noodzakelijk achten om te oordelen over de haalbaarheid, de financiële toestand van de kredietnemer en over de terugbetalingsmogelijkheden en lopende financiële verbintenissen.

De kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar, moet op basis van die informatie op zoek gaan naar de vorm van kredietovereenkomst uit haar aanbod, die het best is aangepast aan de kredietnemer op het moment van het sluiten van de overeenkomst. Als dit niet werd nageleefd, kan de rechtbank de kosteloze omzetting naar een gepast krediet opleggen.

De kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar verstrekt aan de kredietnemer bij de kredietaanvraag een schriftelijke toelichting inhoudende de verschillende kredietvormen die mogelijk geschikt zijn voor de onderneming. Hierbij moet ook op het moment van het kredietaanbod kosteloos een exemplaar van de ontwerpkredietovereenkomst bezorgd worden aan de kredietnemer. De persoonlijke zekerheidssteller moet desgevallend ook kosteloos een kopie hiervan kunnen opvragen.

Kredietweigering

De weigering van het verstrekken van een krediet moet door de kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar op een transparante wijze gebeuren t.a.v. de kredietnemer. Hierbij moet de kredietgever de belangrijkste elementen die aan de basis liggen van deze weigering of die de risico-inschatting hebben beïnvloed meedelen op een voor de kredietnemer begrijpbare wijze. Het wordt hierbij wel bevestigd dat dit artikel als doel heeft om een transparante, duidelijke communicatie te verplichten, een recht op krediet voor de kredietnemer-kmo kan hieruit niet afgeleid worden. De kredietgevers behouden immers hun contractuele vrijheid. Willekeur wordt echter ontraden door de plicht tot behoorlijke kennisgeving van de motieven in leven te roepen.

Zekerheden en waarborgen

Dit hoofdstuk werd in de Wet kmo-financiering ingevoegd door de Wijzigingswet van 21 december 2017 nadat de noodzaak hiertoe bleek uit de evaluatie van de eerste jaren van de Wet kmo-financiering.

Wederom wordt hier de nadruk gelet op de noodzaak aan transparantie informatie door de kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar. Zij moeten als de toekenning van het krediet afhankelijk gemaakt wordt van de vestiging van een zekerheid of een waarborg, de kredietnemer over de belangrijkste kenmerken van deze zekerheid of waarborg en ook de impact ervan op de kredietaanvraag op verstaanbare wijze informeren. De contractuele vrijheid van de kredietgever blijft onaangeroerd.

De volledige vrijgave van de zekerheid of waarborg kan door de kredietnemer of de zekerheid- /borgsteller gevorderd worden wanneer het krediet volledig of gedeeltelijk terugbetaald is. Als deze teruggave geweigerd wordt moet de kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar de kredietnemer of belanghebbende derde schriftelijk op transparante wijze en op verstaanbare wijze informeren over de belangrijkste elementen aan de basis van deze weigering of de belangrijkste elementen die de risico-inschatting beïnvloed hebben. Ook moet de kredietgever en indien van toepassing de kredietbemiddelaar de kredietnemer schriftelijk bij de kredietaanvraag informeren over de mogelijkheden tot het bekomen van overheidsgaranties conform de wijze bepaald in de Gedragscode.

Gedragscode

In de wet wordt voorzien dat de representatieve interprofessionele organisaties van de zelfstandigen en de kmo’s en van de kredietsector onderling een gedragscode uitwerken. Unizo, UCM, NSZ en Febelfin ondertekenden op 28 februari 2018 een nieuwe gedragscode die aangepast werd aan de wijzigingen ingevoerd door de Wijzigingswet van 21 december 2017. In deze gedragscode vindt men voornamelijk de nadere, praktische uitwerking van de bepalingen van de Wet kmo-financiering. O.m. wordt de wijze van uitvoering van de informatieplicht nader uitgewerkt.

Vervroegde terugbetaling en wederbeleggingsvergoeding

De kredietnemer heeft altijd het recht om geheel of gedeeltelijk het verschuldigd kapitaalsaldo vervroegd terug te betalen. Buiten de wederbeleggingsvergoeding, mag de uitoefening van dit recht niet afhankelijk gemaakt worden van bijkomende voorwaarden.

De wederbeleggingsvergoeding kan maximaal zes maanden interesten bedragen, berekend over de terugbetaalde som en naar de in de overeenkomst bepaalde rentevoet bij kredieten ten belope van maximaal twee miljoen euro. Bij kredieten voor een bedrag van meer dan twee miljoen, hebben de kredietnemer en kredietgever meer contractvrijheid om deze overeen te komen, met de beperking dat het bedrag maximaal gelijk mag zijn aan het bedrag volgens de berekeningsmodaliteiten vastgesteld in de gedragscode. Voormelde beperkingen zijn enkel van toepassing op de kredieten die niet onder het toepassingsgebied van de beperking van artikel 1907bis BW (lening op interest) vallen. Hierin wordt immers al een beperking tot zes maanden interest opgelegd.

De bepalingen die toch bijkomende vergoedingen opleggen, zijn van rechtswege nietig.

Onrechtmatige bedingen

De Wijzigingswet van 21 december 2017 heeft ook een lijst ingevoegd van bedingen in de kredietovereenkomsten tussen kredietgever en kredietnemer-kmo die in elk geval onrechtmatig zijn. Deze onrechtmatige bedingen zijn verboden en indien opgenomen in de kredietovereenkomst, worden deze bedingen als nietig beschouwd. Wanneer de overeenkomst zonder dergelijk nietig beding kan blijven verder bestaan, blijft de kredietovereenkomst voor het overige wel bindend voor de partijen. Deze bedingen zijn bedingen die:

  • voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de kredietnemer terwijl de uitvoering van de prestaties van de kredietgever onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil.
  • de kredietgever toestaan de overeenkomst voor bepaalde duur eenzijdig te beëindigen (buiten in geval van wanprestatie van de kredietnemer) zonder redelijke schadeloosstelling voor de kredietnemer, met uitzondering van overmacht.
  • de kredietgever toestaan de overeenkomst van onbepaalde duur op te zeggen (buiten in geval van wanprestatie van de kredietnemer) zonder redelijke opzegtermijn voor de kredietnemer, met uitzondering van overmacht.
  • de mogelijkheid voorzien voor de kredietgever om eenzijdig (ten nadele) van de kredietnemer de toegepaste interesten, kosten, provisies of andere vergoedingen te wijzigen, losstaand van objectieve criteria die uitdrukkelijk in de overeenkomst opgenomen zijn met een redelijke opzegtermijn.

Evaluatie

Tweejaarlijks zou de wet en de gedragscode in principe aan een evaluatie moeten worden onderworpen. Tot nu toe is slechts één evaluatie bekend sinds de inwerkingtreding van de Wet op kmo-financiering, welke geleid heeft tot de Wijzigingswet van 21 december 2017.

Wij durven enigszins te betwijfelen of deze Wet het hoofddoel dat beoogd werd, namelijk de vlottere toegang tot financiering, weet te bereiken. Uit het voorgaande kan u afleiden dat de wet voornamelijk voor een meer evenwichtige verhouding tussen kredietgever en kredietnemer zorgt. Hierbij moet de kredietgever zorgvuldig te werk gaan door op voldoende transparante wijze te informeren en zich te onthouden van het invoeren enkele onrechtmatige bedingen. Een vlottere en goedkopere toegang tot financiering lijkt ons hiervan geen logisch gevolg aangezien de kredietgever een grotere werklast heeft gekregen om te voldoen aan de ingevoerde verplichtingen en te kunnen aantonen dat hij hieraan heeft voldaan. Een nieuwe evaluatie waarbij cijfers over de toegang tot financiering worden opgenomen zou uitermate interessant en nuttig kunnen blijken om hierover een oordeel te vellen.

Voor verdere vragen en inlichtingen over deze Wet staan wij steeds tot uw beschikking.

Studio Legale

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.