Enkele weken geleden bezocht ik op uitnodiging van een Antwerpse jeugdrechter de jeugdrechtbank van Antwerpen. Ik had de magistraat in kwestie leren kennen op de boekvoorstelling van mijn recentste boek (ON)ZEKER – hoe overleven in een onzekere wereld. Het is de grootste van het land, die jeugdrechtbank van Antwerpen. Nog groter dan die van Brussel. Ik kreeg er een rondleiding achter de schermen zoals dat dan heet en mocht er spreken met rechters, advocaten, sociaal werkers en vele anderen. Dat was een verrijkende ervaring moet ik toegeven.
Ik ben van kleins af aan altijd al geïnteresseerd geweest in rechtbanken en hoe mensen in de loop van de geschiedenis hun meningsverschillen en de bescherming van hun belangen in de handen legden van door hen gecreëerde instituten. Het is opmerkelijk hoe sociale constructen ontstaan, hoe belangrijk zulke instituten worden binnen een samenleving en hoe ze – ondanks dat het menselijke afspraken zijn om orde in de chaos te brengen – al snel uitgroeien tot de ruggengraat van die samenleving.
Maar het bezoek aan het Antwerpse Vlinderpaleis was niet alleen vanuit politiek-filosofisch oogpunt een interessante trip. Wel integendeel. Het was eveneens leerrijk om eens met de neus op de feiten gedrukt te worden. Juristen maken al sinds decennia het verschil tussen ‘the law in the books’ en ‘the law in practice’. Ik merkte dat er ook zoiets is als ‘the Court in the books’ en ‘the Court in practice’.
Laat me dat heel concreet toepassen op de situatie in de jeugdrechtbanken. Volgens de statistieken van de FOD Justitie werden in 2021 ongeveer 20.000 nieuwe zaken ingeschreven bij de jeugdrechtbanken. In datzelfde jaar werden om en bij hetzelfde aantal zaken behandeld. De jeugdrechtbanken werden opgericht om een gespecialiseerde aanpak te bieden voor jongeren die in aanraking komen met het recht. Dit gebeurde vanuit de gedachte dat kinderen en jongeren anders behandeld moeten worden dan volwassenen, omdat zij nog in ontwikkeling zijn en vaak extra begeleiding nodig hebben om op het rechte pad te blijven.
De vraag die in mijn hoofd bleef spoken is: wat komt er van die bescherming van jongeren nog in huis als amper jongeren geplaatst kunnen worden omdat de instellingen vol zitten?
De vraag die na mijn bezoek in mijn hoofd bleef spoken is: wat komt er van die bescherming van jongeren nog in huis als amper jongeren geplaatst kunnen worden omdat de instellingen gewoon vol zitten. Hoeveel is het hebben van een jeugdrechtbank waard als de bijzondere jeugdzorg kreunt? Hoe hard wetboeken en gevestigde rechtspraak en rechtsleer ook brullen om een maatregel uit te spreken, het systeem moet meekunnen.
Ik zag tientallen mensen tijdens mijn bezoek aan de jeugdrechtbank die elke dag hun beste beentje voor zetten, die zich elke dag opnieuw inzetten voor de kwetsbaarste mensen in onze maatschappij. Zonder dat ze daar per definitie de erkenning voor krijgen die ze verdienen. Ik vraag me dan af: hoelang nog? Hoelang nog houden ze hun ijver vol in een systeem dat tekort schiet? Hoe vind je telkens weer de moed om te zeggen “ik ga ervoor” terwijl je tegen vele kinderen en jongeren die je voorbij ziet komen moet zeggen: “er is geen plek voor jou”. Is dat niet exact wat deze jonge mensen al heel hun leven horen?
Het moet overigens opgemerkt dat de jeugdrechtbank vooral te maken krijgt met slachtoffers. Zelden passeert er een écht kwaadaardig jeugddelinquent. Ja, er zijn er die er passeren in de hoedanigheid van dader. Maar hoe vaak zijn zij écht willens nillens op het slechte pad. Naar wat ik hoor slechts zelden.
De jeugdrechtbank is bij uitstek de plek waar veel aandacht naartoe zou moeten gaan, want daar vallen de echte winsten te boeken
De jeugdrechtbank is bij uitstek de plek waar veel aandacht naartoe zou moeten gaan, want daar vallen de echte winsten te boeken. Wie op zijn zestien jaar het verkeerde pad inslaat, kan nog terug op het juiste pad worden gezet. Wie verdwaalt in de eerste kilometers, kunnen we nog snel een kompas toestoppen. Schiet het systeem tekort en grijpen we niet in tijdens die eerste kilometers? Dan zullen we moeten leren leven met gemiste kansen, een hopeloos zwervend individu en maatschappelijke rekeningen die oplopen.
Willen we dat vermijden? Dan moeten we dringend meer investeren in de jeugdrechtbanken en de jeugdzorg. Niet alleen met centen, maar ook met respect, ijver en empathie.
0 reacties