Bijdrage in persoonlijke naam. Auteur: Henri Boghe
|
Om het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken volledig operationeel te kunnen maken waren bijkomende wetsaanpassingen nodig. Een aantal daarvan zijn opgenomen in het wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake de informatisering van Justitie en de modernisering van het statuut van de rechters in ondernemingszaken 1). Op 25 april 2019, op de laatste vergadering van de Kamer van deze legislatuur, werd dit wetsvoorstel plenair aangenomen. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
Het hoofddoel van de wetswijziging is om in het Gerechtelijk Wetboek een boek op te nemen met alle artikelen die betrekking hebben op de bepalingen van het nationaal register van gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.
De huidige wetgeving 2) (de wet van 10 april 2014, gewijzigd door de wet van 19 april 2017) wordt op een aantal punten aangepast om te zorgen voor een vereenvoudiging van de regelgeving, vermindering van de administratieve lasten en de toepassing van het “only once”-beginsel.
De wetswijziging houdt ook een versoepeling van de voorwaarden voor de voorlopige registratie van vertalers en tolken in. Deskundigen, vertalers en tolken zullen daardoor binnenkort een voorlopige inschrijving kunnen doen, zelfs indien zij niet voor een gerechtelijke overheid hebben gewerkt vóór 1 december 2016. Voorwaarde is wel dat zij het bewijs van de vereiste beroepsbekwaamheid voor hun vakgebied voorleggen.
Wijzigingen aan het Gerechtelijk Wetboek
In deel II van het Gerechtelijk Wetboek, wordt een boek V ingevoegd over de gerechtsdeskundigen en de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Boek V omvat de artikelen 555/6 tot 555/16. Onderstaande tekst is een compilatie van de verantwoording bij de amendementen 3) waarmee de artikelen werden ingevoerd in het wetsvoorstel.
Titel
Artikel 555/6 bepaalt wie er gemachtigd is om de titel van gerechtsdeskundige te voeren en er bevoegd is om opdrachten als gerechtsdeskundige te aanvaarden en uit te voeren, of wie er gemachtigd is om de titel van beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk te voeren en bevoegd is om de hen bij de wet toevertrouwde vertaal- of tolkwerkzaamheden te verrichten. De titel mag enkel worden gebruikt voor de bevoegdheden waarvoor men beëdigd is en opgenomen is in het register.
De eerste en tweede paragraaf van artikel 555/7 bepalen welke vormvereisten moeten zijn vervuld door de minister van Justitie of de door hem gemachtigde ambtenaar vóór enige beslissing inzake opname in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Het gaat hierbij om het bepalen van het soort informatie dat moet en kan worden verzameld teneinde de controle van moraliteit en de beroepsbekwaamheid te verzekeren, voorts worden de nadere regels inzake bewaring ervan gepreciseerd.
Kandidaten die niet beschikken over een woon- of verblijfplaats in België, moeten een document voorleggen dat gelijkwaardig is aan het uittreksel uit het strafregister, bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering. Deze verplichting geldt niet voor de kandidaten met een woon- of verblijfplaats in België.
Krachtens het “only once”-principe zullen deze inlichtingen rechtstreeks worden overgezonden aan de dienst nationaal register door de dienst Strafregister. Zij zullen overigens ook opgenomen worden in het moraliteitsonderzoek.
De derde paragraaf bepaalt de rollen en verantwoordelijkheden van de aanvaardingscommissie en van de federale overheidsdienst Justitie op het vlak van de permanente controle van de naleving van de deontologie alsook van de hoedanigheid van de aanstellingen en van de uitvoering van de opdrachten die worden toevertrouwd aan de gerechtsdeskundigen en aan de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Een belangrijke rol is weggelegd voor de aanvaardingscommissie met betrekking tot de follow-up en controle van de naleving van de deontologische code.
De vierde paragraaf bepaalt de nadere regels inzake werking en samenstelling van de aanvaardingscommissie.
Vrijstellingen
In artikel 555/8 worden de voorwaarden opgesomd om in het nationaal register te worden opgenomen voor de personen die daarom hebben verzocht. Er werd daarbij rekening gehouden met de Europese regels inzake het vrij verkeer van personen en diensten.
De vereiste om het bewijs te leveren van de nodige beroepsbekwaamheid en juridische kennis wordt verder uitgewerkt in artikel 555/13 van het Gerechtelijk Wetboek.
Er wordt voorzien in een vrijstelling van de voorwaarde met betrekking tot de beroepsbekwaamheid voor de leden van een gereglementeerd beroep.
Ook wordt voorzien in een vrijstelling van de voorwaarde met betrekking tot de beroepsbekwaamheid en juridische kennis voor:
- de kandidaat gerechtsdeskundigen die verbonden zijn aan een instelling waarvoor een accreditatiecertificaat is afgegeven door BELAC. Deze instantie van de federale overheidsdienst Economie werd geïnformeerd over de inhoud van dit artikel en heeft dat goedgekeurd. Zij zal de controle op de verworvenheden van de juridische kennis in het kader van haar audits integreren.
- de kandidaat gerechtsdeskundigen en de kandidaat beëdigd vertalers, tolken of vertalers-tolken die als zodanig tewerkgesteld worden door de federale overheidsdienst Justitie en de rechterlijke orde. Deze personen zijn aangeworven als statutair of contractueel medewerker ingevolge een rekrutering waarbij hun beroepsbekwaamheden reeds zijn getoetst alsook hun kennis van de gerechtelijke context. Wij gaan er ook van uit dat zij feitelijk, door hun werkomgeving, de juridische kennis die nodig is voor de uitoefening van de hen toevertrouwde opdrachten hebben opgebouwd en onderhouden.
Verplichtingen
Artikel 555/9 bepaalt de verplichtingen van de personen die opgenomen worden in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.
De personen dienen zich ter beschikking te stellen van de gerechtelijke overheden, voor wat de gerechtsdeskundigen betreft of de overheden, voor wat de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken betreft, die een beroep kunnen doen op hun diensten.
De verplichting tot permanente opleiding wordt geëxpliciteerd. Alhoewel bijscholing op alle niveaus een evidente deontologische verplichting uitmaakt, is het aangewezen om daarin uitdrukkelijk te voorzien.
Verder moet de deontologische code worden nageleefd. Er kan in dat verband worden gewezen op het koninklijk besluit van 25 april 2017 tot vaststelling van de deontologische code van de gerechtsdeskundigen in toepassing van artikel 991quater, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek (B.S., 31 mei 2017).
De deontologie betreft in het bijzonder de verplichting dat deze categorie van personen om blijk te geven van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Ook de verplichting tot het bijwerken van de contactgegevens wordt uitdrukkelijk opgenomen.
Opname van beperkte duur, verlenging kan
[…]
Benieuwd naar de rest van de wijzigingen? Het volledige artikel kan u hier raadplegen.
Henri Boghe
- zaakvoerder Translatica VOF,
- gerechtstolk en -vertaler, beëdigd sinds 1996,
- gewezen perswoordvoerder BBVT (nov. 2014-sep. 2018)
0 reacties