Hoge hakken bij de Paribas
De Tijd, donderdag 14 september 2017, p. 3
Het reglement of document dat de kledijvoorschriften van BNP Paribas bevat, heb ik niet gezien. Maar ik neem aan dat de journalist of correspondent van Belga van wie het bericht afkomstig is, dat natuurlijk wel heeft.
Dat blijkt overigens ook uit wat hij schrijft. Er staat letterlijk: de bank verplicht “bijna 40 procent van haar personeel om in pak en das of in mantelpak en hoge hakken te werken”. Personeel, dat zijn zowel mannen als vrouwen. De bank heeft blijkbaar erop toe gezien geen afzonderlijke kledijvoorschriften voor mannen en vrouwen te hebben. En terecht.
Dat zou immers rechtstreekse discriminatie op grond van het geslacht zijn en dus verboden (art. 19 Genderwet). Een direct onderscheid op grond van sekse kan inderdaad enkel worden gerechtvaardigd op grond van “een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste”. Daartoe moet sprake zijn van een bepaald kenmerk dat verband houdt met het geslacht dat wezenlijk en bepalend is “vanwege de aard van de betrokken specifieke beroepsactiviteiten of de context waarin deze worden uitgeoefend” (art. 13, § 1, Genderwet). Ik zie niet in dat het dragen van hoge hakken wezenlijk zou worden verantwoord door dergelijke beroepsvereisten. Bankwerk lijkt mij al evenmin een context te zijn die een onderscheiden behandeling noodzaakt.
Conclusie
Het dragen van hoge hakken kan niet enkel aan vrouwen worden opgelegd, evenmin als het dragen van een das enkel aan mannen. Over de impact op het “welzijn op het werk” van het een en het ander heb ik het hier maar even niet.
Wilt u meer lezen van deze auteur? Klik hier.
0 reacties