Zijn goede juristen slechte advocaten? cover

20 dec 2023 | Column

Zijn goede juristen slechte advocaten?

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

We naderen het einde van het jaar, de periode waarin we collectief mekaar het beste toewensen en verdwalen in al dan niet gemeende vrome wensen en goede voornemens. Wanneer advocaten en magistraten het over justitie hebben is enig cynisme echter nooit ver weg. Met “Ik hoop nog vóór 2040 mijn zaak te kunnen pleiten” scoor je nu goed. De lamentabele situatie van sommige gerechtsgebouwen, de soms archaïsche werkprocessen bij bepaalde rechtbanken en moeilijkheden om de trage tanker van justitie naar nieuwe moderne oorden te loodsen zijn andere bekommernissen. Iets anders is bijvoorbeeld de vraag hoe het komt dat er niemand bereid is om voorzitter te worden van de rechtbank van eerste aanleg in Limburg. De optimisten wijzen dan in eenzelfde beweging naar de positieve stappen die gezet zijn in de digitalisering of de verbeterde communicatie (er duiken nu zelfs echte persattachés van de rechtbanken op).

Ook binnen de advocatuur zijn de kerstdagen misschien een gelegenheid om even over het eigen functioneren te reflecteren. In het Amsterdams baliebulletin verscheen enkele dagen geleden een bijzonder intrigerend interview met jurist en psychologe Marloes ter Huurne. Ze schreef recent het boek Het advocatenbrein – psychologie voor juristen. De stellingen van ter Huurne verdienen ook hier aandacht, zoals deze quote: “Advocaten zijn kritische individuen. Zo worden ze opgeleid en het is een van de kerncompetenties van het vak. De blik is zoveel mogelijk gericht op te ontdekken fouten en risico’s. Zo beoordelen advocaten niet alleen de zaken die ze behandelen, maar ook zichzelf en elkaar. Dit brengt met zich mee dat binnen een gemiddeld advocatenkantoor bovengemiddeld kritisch naar elkaar wordt gekeken.” Dat klinkt allicht voor de meeste advocaten erg herkenbaar.

Ze heeft het ook over ‘metacognitie’. Dat is de vaardigheid om eigen denkprocessen te monitoren en te reguleren, bijvoorbeeld door het corrigeren van een vooroordeel of, anders gezegd, door jezelf aan te zetten om over je eigen handelen na te denken (‘hoe heb ik het aangepakt en waarom werkte het wel of waarom niet’). Ook hier wil ter Huurne de juristen een spiegel voorhouden: “Amerikaans onderzoek wees uit dat de best presterende, slimme, hardwerkende en gedreven rechtenstudenten opvallend laag scoorden op metacognitie. Studenten die goed zijn in het kunnen opdoen van kennis over wetten en regels en het toepassen van die kennis op concrete zaken, blinken uit in de rechtenstudie, ongeacht hun metacognitieve vermogen. Het wordt echter steeds duidelijker dat de juridische professional in de praktijk naast een dergelijke intelligentie gebaat is bij metacognitie”. Het staat misschien mooi om nu tijdens de kerstborrels het gesprek te openen over het gebrek aan metacognitie in de advocatuur, of wanneer het wat later op de avond is en het gemiddeld alcoholverbruik al voor minder genuanceerde loslippigheid zorgt, over het feit dat juristen steeds meer de neiging hebben om zich als wereldvreemde vakidioten te gedragen.

Marloes ter Huurne heeft nog een ander advies. Ze breekt een lans voor bescheidenheid (oei, pech voor de topstrafpleiters) en onderstreept het belang ervan voor de juridische praktijk. “Een bescheiden persoon houdt rekening met wat hij niet weet. Daarvoor moet je goed kunnen luisteren en openstaan voor ideeën van een ander.” Ze vindt trouwens dat het mogelijk is dat iemand zijn empathisch vermogen kan vergroten, bijvoorbeeld door romans te lezen. “Naast literatuur dragen ook andere kunstvormen bij aan het verhogen van empathisch vermogen. Zowel de verbeeldingskracht die je nodig hebt bij het interpreteren van beeldende kunst als de inleving die komt kijken bij het maken en het luisteren van muziek en het spelen van toneel, blijkt het empathisch vermogen te stimuleren”.

De Orde van Vlaamse Balies verplicht de advocaten jaarlijks twintig uur bijscholing te volgen (om de vijf jaar minstens twee uur deontologie). Zouden ze het daar aandurven om ook de metacognitie en het empathisch vermogen verder aan te scherpen door advocaten te verplichten om ook twintig uur per jaar naar tentoonstellingen en toneelvoorstellingen te gaan? En zien de jonge balies nu niet het gat in de markt door culturele evenementen te organiseren onder de slogan: “word een beter advocaat dankzij de jonge balie”. En kan wie dan luidkeels aan de zijkant toetert dat dit allemaal het onzin is, dat hij zelf wel zal bepalen waar hij naar toe gaat en dat er geen wettelijke grondslag voor is voor het opleggen van cultuur, niet voor de voeten worden geworpen: “ach, je bent gewoon met je gebrek aan metacognitie een veel te goede jurist en dus een slechte advocaat”.

Hugo Lamon

Lees hier meer columns met de visie van meester Hugo Lamon op Justitie.

Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.